Ga naar de inhoud

Lector Henk Huisjes: “Onderwijs is ‘missing link’ kennistransfer”

Politieonderzoekers doen hun best om een bijdrage te leveren aan een betere beroepspraktijk. Maar de samenwerking met studenten en docenten kan beter, vindt Henk Huisjes van het lectoraat Kennistransfer aan de Politieacademie.

Henk Huijsjes

Waarom een lectoraat over kennistransfer bij de politieacademie?

“De Politieonderwijsraad – waar ik tot vorig jaar secretaris was – kreeg signalen dat onderzoeksresultaten onvoldoende in de praktijk doorwerken. Ook zagen we al een aantal jaren met enige zorg dat de afstand tussen politieonderzoek en politieonderwijs zeer groot is. Het lectoraat wil de kennisuitwisseling tussen wetenschappelijk onderzoek en de politiepraktijk en het politieonderwijs vergroten.”

Wat gaat er mis bij de kennisuitwisseling binnen de politie?

“Politieonderzoekers werken aanbodgestuurd: ze publiceren de resultaten van hun onderzoek en proberen het vervolgens aan de man te brengen bij degenen die er wat aan kunnen hebben. Vaak beschouwen ze hun werk daarna als af. Het zou beter zijn om de kennisoverdracht om te draaien en te beginnen bij de vraag van de potentiële ontvangers. Op die manier kan onderzoek beter inspelen op de vragen die leven in de praktijk.

Daarnaast zijn er maar enkele tientallen onderzoekers op een organisatie van 60.000 politiemensen. Binnen de organisatie zouden echter ook docenten en studenten zich kunnen bezighouden met onderzoek. Nu lijkt het alsof het gescheiden werelden zijn. Wanneer we docenten en studenten niet betrekken bij het doen van onderzoek, blijft een grote groep buitenspel staan. Dat is echt een ‘missing link’ in de kennisoverdracht binnen de politie.

“Wanneer we docenten en studenten niet betrekken bij onderzoek, blijft een grote groep buitenspel staan.”

Bovendien: juist studenten krijgen te maken met vragen en dilemma’s wanneer ze merken dat de theoretische bagage die ze krijgen aangereikt niet rijmt met de praktijk. Vanuit een houding van verwondering die kenmerkend is voor onderzoekers, kunnen studenten hun vragen vervolgens omzetten in goede onderzoeksactiviteiten waar politie én politieonderwijs echt iets aan hebben.

De studenten moeten dan wel goed begeleid worden door docenten van de Politieacademie. Om dit te kunnen, moet docenten in mijn ogen wel in staat zijn om zelf praktijkgericht onderzoek uit te voeren. Er wordt dus veel van hen verwacht: naast onderwijzer en cultuurdrager zijn ze ook begeleider, specialist en consulent. Het lectoraat probeert de docenten hierbij te ondersteunen.”

Hoe zorgt het lectoraat dat het onderwijs meer wordt betrokken bij kennistransfer?

“Bij veel hogescholen is het praktijkonderzoek niet alleen gericht op de beroepspraktijk, maar ook op de professionaliteit van docenten en de kwaliteit van onderwijs voor studenten. Aan de Politieacademie moeten we op dat gebied een inhaalslag maken. Daarom staat de professionalisering van de docent en zijn rol bij onderzoek en kennistransfer centraal in het werkprogramma van het lectoraat.

Daarnaast richt het onderwijs zich ook op de vorming van studenten en hun ‘global sense of place’. Zij moeten leren om te kunnen focussen op een specifieke taak, maar zij moeten vervolgens ook kunnen uitzoomen naar thema’s die spelen in de maatschappij. Wat er in de wijk gebeurt, kan zomaar verband houden met wat er elders in de wereld gebeurt.

“Het is voor de professionalisering van politieagenten belangrijk dat ze in staat zijn om het grotere plaatje te zien.”

Ten slotte willen we een brug slaan tussen de politie als professionele organisatie en als informatieorganisatie. Wanneer je als politieagent vanaf een afstand kijkt naar een specifieke casus waaraan je werkt, kun je bijdragen aan statistische inzichten over criminaliteit én daar gebruik van maken. Agenten hebben daar soms weerstand tegen, alsof dat niet het echte werk is. Maar wanneer een arts bezig is met een patiënt zonder de statistiek te kennen, kan hij geen goede diagnose stellen. Zo is het ook voor de professionalisering van politieagenten belangrijk dat ze in staat zijn om steeds het grotere plaatje te blijven zien.”

Wat levert de kennis over kennistransfer op voor toezichthouders, handhavers en inspecteurs?

“Vanuit mijn expertise op het gebied van kennistransfer ben ik daarnaast betrokken bij een onderzoek naar de haalbaarheid van een mbo-4 opleiding Veiligheidskunde. Er zijn al opleidingen op mbo-2, mbo-3 en hbo-niveau. Maar er zit nog een gat tussen de mbo’s en hbo’s. Vanuit de veiligheidsbranche is er vraag naar zo’n opleiding en ook vanuit de ROC’s is er interesse. Dit voorjaar presenteren we de conclusies van ons onderzoek.”

Wie is Henk Huisjes?

Henk Huisjes (1954) heeft een lange carrière binnen het onderwijs achter de rug. Eerst als leraar aardrijkskunde in het voortgezet onderwijs, daarna als programmamanager en stafdirecteur in het middelbaar beroepsonderwijs. In 2002 werd hij de eerste secretaris van de Politieonderwijsraad, een onafhankelijk adviesorgaan over het politieonderwijs. Op initiatief van deze raad is hij per 1 maart 2016 benoemd tot bijzonder lector kennistransfer aan de Politieacademie. Huisjes gaat vanuit die functie een praktische bijdrage leveren aan de doorwerking van kennis uit wetenschappelijk onderzoek binnen de politiepraktijk en het politieonderwijs. Zijn aanstelling is voor een periode van vier jaar.