Van illegale afvallozing tot gesjoemel met gevaarlijke stoffen: milieucriminaliteit heeft grote gevolgen voor mens en natuur. Maar wie zijn de mensen die dit soort delicten plegen? De Vrije Universiteit Amsterdam en het Openbaar Ministerie deden er onderzoek naar. Want meer kennis kan helpen bij effectievere preventie en opsporing en waardevolle input geven voor beleid.

Over individuele daders van milieudelicten is weinig bekend, vertelt Victor van der Geest, onderzoeker op het gebied van criminologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. “Veel onderzoek en beleid richt zich op bedrijven, maar het zijn uiteindelijk mensen van vlees en bloed die aan de knoppen zitten en beslissingen nemen waarmee ze de wet overtreden. Wie zijn zij? Welke delicten plegen ze en hoe vaak? En overtreden ze ook de regels buiten het milieudomein? Daar waren we benieuwd naar.”
Invloed persoonlijke kenmerken
Het idee voor dit onderzoek ontstond na een onderzoek naar witteboordencriminaliteit. “Daar kwam uit dat witteboordendaders op meerdere terreinen regels overtreden: op het werk, én daarbuiten. Wij waren nieuwsgierig of dat ook geldt voor milieudaders.” Van der Geest, Joost van Onna (onderzoeker bij het Openbaar Ministerie) en Jessica Hill (onderzoeker bij de VU), namen justitiële documenten onder de loep van ruim 1.600 personen. Zij werden tussen 2012 en 2020 vervolgd voor milieucriminaliteit. Daarnaast spraken ze met officieren van justitie die ervaring hadden met milieuzaken.
Soort milieudelicten
De onderzoekers keken naar het type milieudelict waar mensen voor werden vervolgd, bestudeerden hoe vaak daders de fout in gingen en hoe hun criminele activiteiten zich ontwikkelden. “Milieudaders maken zich schuldig aan uiteenlopende vergrijpen. Zo worden zij vervolgd voor mestfraude, de koop, verkoop en import van illegale gewasbeschermingsmiddelen en fraude rondom verwijdering van asbest. Ook overtredingen van de Wet natuurbescherming komen vaak voor. Dan gaat het om illegale import en de handel in diersoorten of dierenmishandeling.”
“Een kleine groep daders is verantwoordelijk voor het grootste deel van de delicten.”
Van sporadisch naar veelpleger
De onderzoekers analyseerden hoe het criminele gedrag van milieudaders zich ontwikkelde door de jaren heen. “De grootste groep begaat maar één of twee overtredingen – de sporadische daders. Zij plegen nauwelijks delicten in de adolescentie en vroege volwassenheid, en komen pas op latere leeftijd in beeld. Daarna volgen de late starters. Zij volgen een vergelijkbare ontwikkeling, maar plegen meer delicten op latere leeftijd.”
“De milieudelicten die we hebben onderzocht, zijn misschien het topje van de ijsberg.”
De kleinste groep zijn de veelplegers: “Het blijkt dat 9 procent van alle daders verantwoordelijk is voor het grootste deel van de delicten. Opmerkelijk is dat deze groep veel andere overtredingen begaat die niets met milieu te maken hebben. Denk aan verkeersovertredingen, geweldsdelicten en vernielingen. De omstandigheden in het bedrijf verklaren niet dat zij buiten hun werk ook de fout ingaan. Dat wijst er misschien op dat persoonlijke kenmerken een rol spelen.”
Lastig parket
Wélke persoonskenmerken of eigenschappen ervoor zorgen dat iemand een milieuovertreding begaat, is niet onderzocht. “We hebben onderzoek gedaan op basis van strafbladen en registraties van het Openbaar Ministerie (OM). Daar vinden we dit soort gegevens niet terug.” Een andere beperking is dat er alleen zicht is op officieel geregistreerde criminaliteit. En de pakkans bij milieucriminaliteit is laag, aldus Van der Geest. “De daders die we hebben onderzocht, zijn waarschijnlijk het topje van de ijsberg. Het duurt soms jaren voordat de negatieve gevolgen van milieudelicten zichtbaar worden. En milieudaders die niet vervolgd zijn of zaken waarin niet een persoon, maar het bedrijf vervolgd is, blijven onzichtbaar in ons onderzoek.”

Dadergerichte aanpak
Een van de aanbevelingen die de focus meer op het individu legt is het verder ontwikkelen van een dadergerichte aanpak. “Dat betekent dat er bij de aanpak van milieucriminaliteit en interventies meer aandacht is voor het individu. Dat kan bijvoorbeeld met individuele boetes. Of interventies waarmee je de gelegenheid wegneemt om een delict te plegen, zoals een bestuursverbod. Daarmee voorkom je dat een dader opnieuw in een bestuursrol terecht kan komen en daar de fout ingaat. Interventies die gericht zijn op de verandering van gedrag zien we nog vrij weinig, maar met de kennis uit dit onderzoek kunnen we die verder verkennen.”
“We pleiten voor betere uitwisseling van data tussen toezichthouders.”
Effectief straffen
Uit het onderzoek blijkt dat recidive bij milieucriminaliteit laag is vergeleken met andere vormen van criminaliteit: minder dan een kwart van de personen raakt opnieuw betrokken bij een strafbaar feit, en een klein deel pleegt opnieuw een milieudelict. “We weten niet of de recidive ook echt zo laag is, omdat we niet alle gevallen en daders in beeld hebben. Iemand kan doorgaan in het criminele circuit, maar als alleen het bedrijf vervolgd wordt, blijft deze persoon buiten beeld.”
Data delen
Verder benadrukt Van der Geest het belang van samenwerking. “Veel toezichthouders en andere partijen houden zich bezig met milieucriminaliteit: de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, de Inspectie Leefomgeving en Transport, omgevingsdiensten, politie, het OM. Betere uitwisseling van gegevens die al deze partijen verzamelen maakt onderzoek en opsporing beter mogelijk.”
Veelbelovend begin
“Dit is het eerste onderzoek in Nederland én wereldwijd waarin we inzoomen op individuele daders van milieucriminaliteit. Onze bevindingen laten zien dat er veel meer onderzoek nodig is. Zo willen we meer weten over het type bedrijven waar deze daders delicten plegen. En over de rol van toezicht. Ook willen we meer onderzoek doen naar daders: wat typeert hen, wat is hun arbeidsverleden en inkomenspositie? Daarnaast willen we inzoomen op bestuursrechtelijke overtredingen, want een deel van de overtredingen van milieuregels wordt via het bestuursrecht afgehandeld. Dus wil je milieucriminaliteit en het toezicht erop beter in beeld brengen, dan moet je daar ook naar kijken.”
Van der Geest hoopt dat dit onderzoek nog meer ideeën oproept. Suggesties en vragen over resultaten zijn welkom via v.vander.geest@vu.nl.
Het onderzoek naar daders van milieucriminaliteit is onderdeel van het Programma Handhaving en Gedrag. Bij dit onderzoeksprogramma wordt vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines gekeken naar grote beleids- en handhavingsvraagstukken. Verschillende inspecties verzamelen wetenschappelijke kennis over de invloed van gedrag op regelnaleving. Het programma is bedoeld voor beleidsmakers, kennisadviseurs bij toezichthouders en wetenschappers.
De volgende organisaties nemen deel aan het programma: de Belastingdienst, Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Arbeidsinspectie en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV).
Meer informatie: https://www.handhavingengedrag.nl/