Ga naar de inhoud

Inspectie en politie experimenteren met ruimtesatelliet

Het opruimen van vervuilde grond kost de Nederlandse samenleving elk jaar honderden miljoenen euro’s. Bodemkwaliteit is daarom prioriteit voor de Inspectie Leefomgeving en Transport. Voor het toezicht op grond-, bouw- en waterwerken zet de Inspectie drones, helikopters en radars in. Samen met de Nationale Politie ontwikkelt ze sinds vier jaar een nieuw toezicht- en opsporingsmiddel: de satelliet. Een dashboard, toegankelijk voor meer gebruikers, is in de maak.

Satelliet

Met 350.000 grondverplaatsingen – vervoer van grote hoeveelheden grond bij projecten – per jaar en een beperkte toezichtscapaciteit staat de ILT voor een fikse uitdaging, stelt René Overduijn van Team Bodem bij de ILT. “Voor het toezicht op bodemkwaliteit zijn we aangewezen op risicogericht toezicht – de grootste risico’s krijgen de meeste aandacht – en meldingen over mogelijke overtredingen. We willen steeds meer realtime informatie verzamelen over de grond-, bouw- en waterwerken, onder andere met satellietbeelden, radar, drones en luchtfoto’s. De uitdaging is om zo snel mogelijk voldoende informatie te hebben, zodat we op inspectie kunnen. De kans bestaat dat de grond anders al verdwenen is onder een laag asfalt.”

Snel en nauwkeurig

Betrouwbare, actuele data over grondwerken. Ook de Nationale Politie heeft die nodig, maar dan bij het opsporen en volgen van vervuilde grond. Bijvoorbeeld bij het illegaal vervoeren of verwerken, of bij het verkeerd toepassen van bouwstoffen. Hans Vergouwen, bij de politie verantwoordelijk voor milieudelicten, had behoefte aan méér beelden en de mogelijkheid om al deze beelden terug te kijken. “Zo kwam ik op het idee van een satelliet. Doordat die continu en op grote schaal data verzamelt, is het een mooie aanvulling op de toezicht- en opsporingsmiddelen waarmee de politie en de ILT al werken. Vier jaar geleden startten we het eerste pilotproject om de mogelijkheden te onderzoeken.”

“Met machine learning leggen we nu een bibliotheek aan met daarin alle mogelijke grondvarianten.”

De ILT en de Nationale Politie werken nauw samen. Vergouwen: “We vullen elkaar goed aan. Vier bedrijven hebben de techniek voor ons ontwikkeld, die ze inmiddels als consortium verder verbeteren. Ook hebben we veel aan het Netherlands Space Office, dat ons bij de verschillende pilotprojecten adviseert over satellietbeelden en de technische toepassingen.” In opdracht van de politie startte in 2021 het nieuwste pilotproject Terravisie 2.0. Hierbij wordt een dashboard ontwikkeld, waarmee eindgebruikers vanaf medio 2023 snel en nauwkeurig locaties, (bouw)stoffen en hoeveelheden moeten kunnen herkennen.

Informatie uit licht

“Het dashboard maakt de informatie toegankelijk voor een grotere groep gebruikers: inspecteurs, rechercheurs van milieudelicten en ook omgevingsdiensten”, zegt Vergouwen. “De satelliet levert de data voor het dashboard. Die brengt bijvoorbeeld de omvang van grondhopen in Nederland in beeld. Softwareapplicaties berekenen de omvang met optische en radardata. Door beelden van verschillende tijdstippen te vergelijken, wordt duidelijk om hoeveel kubieke meter materiaal het gaat. Bij eerdere pilots bleek al dat met satellietbeelden grondverzet vanaf vijftig kubieke meter gedetecteerd kan worden. Overduijn: “De kleine hoopjes in tuinen zijn voor ons niet van belang. We zijn alleen geïnteresseerd in grotere grondwerken.”

Data delen

Verschillende omgevingsdiensten toonden al interesse in het dashboard, stelt Overduijn. “Andersom willen we ook de kennis van omgevingsdiensten gebruiken bij het selecteren van gebieden. In de lopende pilot gaan we vier gebieden van 400 tot 800 vierkante kilometer monitoren. Omgevingsdiensten kunnen meedenken over welke gebieden het monitoren waard zijn.”

“Een dashboard helpt inspecteurs om een goed beeld te krijgen van wat ze gaan aantreffen bij een grondinspectie.”

Kennisdelen met andere toezichthouders en overheidsorganisaties is belangrijk, benadrukt hij. “Op dit moment zijn er veel initiatieven die de mogelijkheden van satellietbeelden onderzoeken. Satellietdata kunnen ook van waarde zijn voor andere organisaties. Neem het meten van de hoogte van dijken. Je kunt dan tegelijkertijd het verzakken van dijken in kaart brengen. En ook bepaalde vegetatie, want die kan weer meer risico op brand geven. Dan geven satellietdata belangrijke informatie voor de brandweer om een vegetatiekaart te ontwikkelen.”

Vervuilde grond hergebruiken, wat mag?

Onder strenge regels mag je in Nederland licht verontreinigde grond opnieuw gebruiken. Bij zwaar verontreinigde grond mag dat alleen als gespecialiseerde bedrijven de grond afgraven en reinigen. Natuurlijk moeten dan ook de keuringen, certificaten en meldingen op orde zijn. Toch stuiten toezichthouders – evenals burgers – met regelmaat op zwaar verontreinigende grond. Datzelfde geldt voor bouwstoffen. In 2021 vond een inwoner van Katwijk batterijen in de opgewerkte AEC-bodemassen. Dit is het materiaal dat overblijft, nadat afval in een afvalenergiecentrale (AEC) is verbrand. De AEC-bodemassen zijn gebruikt bij de aanleg van de N206. De vondst leidde tot grote maatschappelijke onrust en Kamervragen.

De ILT berekende in 2021 voor de jaarlijkse Risicoanalyse de maatschappelijke schade van vervuilde grond. Hieruit bleek dat de Nederlandse samenleving elk jaar minstens 850 miljoen euro kwijt is aan het opruimen ervan. Waarschijnlijk is het bedrag hoger. Volgens de Inspectie is niet alle schade goed te berekenen. De ILT beschouwt bodemkwaliteit als prioriteit.