Ga naar de inhoud

VIDE-publicatieprijs: de paradox van principle-based toezicht

Stop de checklijsten weg, laat strenge eisen varen en stimuleer verbetering via je feedback. Dat is principle-based toezicht in een notendop. Is deze toezichtsvorm een slimme keus? De Onderwijsinspectie doet hier ervaring mee op. In de publicatie ‘What is the impact of a principle-based inspection approach?’ beoordelen onderzoekers wat het effect is op de kwaliteit van onderwijs.

Afbeelding van meisje die stijgende lijn op schoolbord tekent

Verantwoordelijkheid en vertrouwen geven, naleving én kwaliteitsverbetering ervoor terugkrijgen. Op papier is dit de insteek van principle-based toezicht. Als inspecteur werk je samen en onderhandel je met ondertoezichtstaanden. In plaats van specifieke regels, stel je algemene principes vast als leidraad voor een ondertoezichtstaande. In het geval van de Onderwijsinspectie zou een principe bijvoorbeeld kunnen zijn: de school biedt een relevant en evenwichtig curriculum dat aansluit bij de behoeften en doelen van de leerlingen. Of: de school bevordert professionele groei en ontwikkeling van docenten en schoolleiders.

De ondertoezichtstaande heeft zo veel ruimte om de uitvoering van die principes naar eigen inzicht uit te voeren. Als toezichthouder beïnvloedt je de naleving van die principes positief door je te verdiepen in organisaties en maatwerkoplossingen aan te dragen. Tijdens open gesprekken help je ondertoezichtstaanden in de juiste richting. Alleen als het écht de verkeerde kant op gaat, volgt een sanctie.

De publicatie ‘What is the impact of a principle-based inspection approach?’ van Marlies Honingh, Marieke van Genugten, Vincent de Gooyert en Rutger Blom won dit jaar de Vide Publicatieprijs 2022. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt door beroepsvereniging VIDE aan vernieuwende publicaties over toezicht, inspectie en handhaving.

In het juryrapport wordt het onderwerp van dit onderzoek geprezen. De jury stelt namelijk dat toezicht gebaseerd op open normen met vertrouwen als uitgangspunt voor veel toezichthouders relevant is. Ook vinden zij het sterk dat wordt gekeken naar de afwegingen rond dit type toezicht en de effecten ervan. Hiermee raakt dit onderzoek ook aan de huidige discussies over de legitimiteit van toezichthouders en hoe zij het beste kunnen bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen.

Wat bereik je ermee?

Tot zover dus de theorie. De échte impact van principle-based toezicht was nog niet bewezen, ook niet in eerdere onderzoeken. Wel aangetoond is dat het succes van deze aanpak afhankelijk is van vele factoren, waaronder de beschikbare middelen en de karaktereigenschappen van de inspecteur in kwestie. Aan de kant van de ondertoezichtstaande zijn onder andere de organisatiegrootte, motivatie en organisatiecultuur van invloed. Met deze inzichten als basis wilden de onderzoekers kijken wat nou de daadwerkelijke impact is van principle-based toezicht door de Onderwijsinspectie op de kwaliteit van het onderwijs in Nederland.

Afbeelding van de winnaar van de publicatieprijs

Het onderzoek: workshops en vragen

In workshops met schoolbestuurders, teamleiders, kwaliteitsmanagers en docenten – in totaal 79 deelnemers – ontwikkelden de onderzoekers een model met dé variabelen die de kwaliteit van onderwijs beïnvloeden. Hieruit kwamen variabelen als ‘trots en zelfvertrouwen’, ‘mate van ambitie’, ‘cultuur van verbetering’, ‘onderwijskwaliteit’, ‘reputatie’, ‘sociale druk, ‘lerarentekort’ en ‘budget’. Ze bespraken ook met de deelnemers welk verband zij zagen tussen die variabelen en het effect van principle-based toezicht door de inspectie op de kwaliteit van het onderwijs.

Het succes van principle-based inspecties is afhankelijk van veel factoren, waaronder de karaktereigenschappen van de inspecteur.

Uit dit eerste onderzoek bleek al dat de aanwezigheid van deze variabelen invloed had op hoe de inspectie principle-based toezicht inzette en op de kwaliteit van het onderwijs. Zowel in negatieve als in positieve zin. Zo kan een school met een sterke cultuur van verbetering eerder rekenen op dit type toezicht én het positieve effect ervan op de kwaliteit van het onderwijs, dan een waar die cultuur zwak is. Om te toetsen hoe sterk het verband tussen de verschillende variabelen is op het effect van principle-based toezicht, legden de onderzoekers vervolgens een vragenlijst aan ruim 900 respondenten in het onderwijs.

De resultaten: drie positieve invloeden

Het onderzoek bevestigt dat een inspectie op basis van principes positieve invloed heeft op drie zaken. Ten eerste hoe de school de invloed van de Onderwijsinspectie op de onderwijswaliteit ziet. Schoolbestuurders merkten voornamelijk op dat ze meer konden met de feedback van de inspectie. En dat ze veel minder bureaucratie ervaarden. Ook de onderwijskwaliteit en de schoolcultuur werden positief beïnvloed door deze toezichtaanpak. Maar, benadrukken de onderzoekers, deze impact moet niet worden overschat. Ze zien maar een klein causaal effect.

Schoolbestuurders merkten dat ze meer konden met de feedback van de inspectie en dat ze veel minder bureaucratie ervaarden.

Een laatste belangrijk resultaat was dat het effect van deze aanpak het grootst is bij de eerste introductie van de principle-based aanpak op een school door de inspectie. Ook groot is het effect als de inspectie de aanpak al wel grotendeels op een school gebruikt en verder intensiveert. Maar het heeft dan weer geen effect als de aanpak bij een school maar deels wordt ingezet, naast traditioneel toezicht.

De conclusie: effect en paradox

Het is een uitgesproken conclusie die de onderzoekers verbinden aan deze resultaten: “Principle-based inspecties hebben effect, hoewel niet altijd even duidelijk of substantieel.” Dat heeft te maken met de feedbackloops die zij ontdekten tussen de aanwezige variabelen op een school en het effect van principle-based toezicht. Een goed voorbeeld hiervan is de variabele ‘vertrouwen’. Als er veel vertrouwen is, past de inspectie principle-based toezicht toe en verbetert de kwaliteit van het onderwijs. Maar bij slechte prestaties neemt het vertrouwen tussen inspecteur en school af. Dan ontstaat er een negatieve feedbackloop. De inspectie schiet in een controle-reflex. Dat leidt tot meer eisen voor verantwoording door de school. En dat is meestal niet bevorderlijk voor de kwaliteit van onderwijs.

Principle-based inspecties hebben een effect, hoewel niet altijd even duidelijk of substantieel.

De hierboven omschreven dynamiek zorgt ervoor dat scholen die slecht presteren of niet al zelf verbeteren, die ruimte ook niet krijgen. Terwijl een school die al goed presteert, die ruimte juist wel krijgt. De onderzoekers stellen: “Paradoxaal genoeg lijken principle-based inspecties te werken op plaatsen waar het niet nodig is en worden ze niet toegepast op plaatsen waar de mogelijke voordelen het meest nodig zijn.” Tegelijkertijd benoemen de onderzoekers dat dit effect wellicht specifiek is voor de context van het onderwijs. Meer onderzoek moet uitwijzen wat de impact van dit type toezicht in andere contexten kan zijn.