Ga naar de inhoud

Voorbij compliance: zo word je de beste milieutoezichthouder ter wereld

Om de beste milieutoezichthouder ter wereld te zijn, moet je mét de sector werken waarop je toezicht houdt. Aanmoediging heeft meestal meer effect dan afstraffing. Dat zegt Terry A’Hearn, die sinds 2015 aan het roer staat van de Scottish Environmental Protection Agency (SEPA) – de Schotse milieubescherming. Hij deelt in dit artikel zijn visie op hoe toezicht het meest effectief bijdraagt aan een schone en duurzame wereld.

Tonnen met op de achtergrond een gebergte

“Ons toezicht werkt, omdat het overeenkomt met hoe de wereld werkt”, stelt A’Hearn. Wat hij bedoelt, is dat SEPA er in haar toezicht voor kiest om de samenwerking op te zoeken, goed gedrag aan te moedigen en te ondersteunen én slecht gedrag te bestraffen. Dat is ook in een notendop wat hij van goed toezicht verwacht.

“Ons toezicht werkt, omdat het overeenkomt met hoe de wereld werkt.”

“Natuurlijk moet je bij een vervuiler streng ingrijpen”, vertelt hij. “Maar als je wilt bijdragen aan een schone, duurzame wereld die daardoor leefbaar blijft, kan het daar niet bij blijven. Nee, dan moet je ook de partijen steunen die iets goéds doen. Een boer die manieren vindt om zonder pesticiden te werken, neemt een bedrijfsrisico om het milieu te beschermen. Wij kunnen dan niet achteroverleunen. Allereerst straffen we de boer niet af als zijn experiment mislukt en hij niet blijkt te voldoen aan onze normen. Maar we gaan nog verder, door al onze ondertoezichtstaanden aan te moedigen en te helpen bij het aanpassen van hun handelswijze voor een beter milieu, een betere samenleving én economie.”

Elke sector een eigen plan

SEPA ondersteunt dus ondernemers, en zelfs hele sectoren, om milieuvriendelijker te werken. Ze doet dat aan de hand van sectorplannen. Alle ondertoezichtstaanden van SEPA zijn opgedeeld in vijftien sectoren, zoals de zuivelverwerking, stortplaatsen, de metaalsector en natuurlijk de Schotse whiskysector. “Laat ik die laatste als voorbeeld nemen om uit te leggen hoe een sectorplan werkt”, stelt A’Hearn.

Voorbij compliance

Met sustainable growth agreements – duurzame groeiovereenkomsten – gaat SEPA nog een stap verder dan de sectorplannen. De overeenkomsten worden op organisatieniveau gesloten en moedigen organisaties hiermee aan om voorbij compliance te gaan. Dus: méér te doen dan de regels eisen. “We hebben bijvoorbeeld met waterleverancier Scottish Water zo’n overeenkomst gesloten”, vertelt A’Hearn. “Wij houden toezicht op de honderden waterzuiveringsinstallaties van het bedrijf. Om helemaal duurzaam te werken, zou Scottish Water het hele businessmodel om moeten gooien. Dat gaat voor nu te ver. Daarom hebben we afgesproken dat ze voorlopig met drie innovaties aan de slag gaat.”

“Wij laten als toezichthouder zien dat we ondernemingen aanmoedigen om te innoveren en goed voor het milieu te zorgen.”

Eén van die vernieuwingen is om uit rioolwater middelen terug te winnen die kunnen dienen als brandstof of bemesting. “Wij geven Scottish Water als toezichthouder de ruimte om met deze circulaire aanpak te experimenteren en nieuwe manieren te ontdekken. We delen onze kennis en koppelen het bedrijf aan andere partijen die kunnen helpen. De kracht van de overeenkomst zit hem erin dat wij Scottish Water als toezichthouder aanmoedigen én faciliteren om te innoveren voor een beter milieu.”

Onderweg naar duurzame groei

Het klinkt misschien wel als een sprookje: als iedereen samenwerkt, wordt de wereld beter. Maar A’Hearn ziet bewijzen dat het echt werkt. “In de afgelopen vier jaar hebben we veertien sectorplannen opgezet. Dit betekent dat het is gelukt om met álle partijen uit elk van die sectoren om tafel te gaan en afspraken te maken over innovaties en duurzaamheid. Ook met partijen die voorheen moeilijk te bereiken waren voor een dialoog, zoals de boerenvakbond en de whiskysector. Daarnaast hebben we inmiddels tien sustainable growth agreements afgesloten met ondernemingen die zélf duurzamer willen werken. Ik denk dat we nu een kwart van onze duurzaamheidsdoelen hebben gehaald. Over vijf jaar zijn alle vijftien sectoren aan het vernieuwen en verduurzamen.”

“Onze grootste uitdaging is het vinden van budget, omdat de meeste financiering op oude manieren van toezicht is gebaseerd. Publiek geld vrij krijgen voor een innovatief project kost daardoor meer moeite.”

Uitdagingen te lijf

De omslag in de manier van werken bij SEPA gaat niet zonder slag of stoot. “Voor een kans van slagen is het belangrijk de juiste mensen voor de juiste plek te vinden. Inspecteurs die goed zijn in controleren op compliance, moeten dat blijven doen. Mensen die sterker zijn in het samenbrengen van partijen, krijgen een rol in de ontwikkeling van de sectorplannen”, vertelt A’Hearn. “Iedereen op de juiste plek krijgen vergt tijd en inspanning. Maar onze grootste uitdaging is het budget. De meeste financiering is namelijk gebaseerd op oude manieren van toezicht. Publiek geld vrijspelen voor een innovatief project kost moeite. De coronacrisis, en de druk daarvan op onze publieke middelen, gaat dat de komende jaren niet makkelijker maken.”

“Denk niet dat je alleen kunt samenwerken met heel bedrijven die compliant zijn. Ook organisaties die in de fout gaan, zijn aan te moedigen om het beter te doen.”

Tips voor toezichthouders

Voor milieutoezichthouders die dezelfde kant als SEPA op willen, heeft A’Hearn wel een paar adviezen:

  • Zorg voor de juiste mensen op de juiste plek en neem de tijd om uit te vinden wie dat zijn.
  • Durf van je fouten te leren. Onze opzet betekent dat je risico’s neemt, samen met ondernemers. Dat het dan niet altijd loopt zoals gepland, hoort erbij. Het betekent niet dat je methode niet werkt.
  • Begin klein, zet projecten en samenwerkingen op en leer daarvan.
  • Denk niet dat je alleen kunt samenwerken met bedrijven die al compliant zijn, stelt A’Hearn. “Ook organisaties die in de fout gaan, zijn aan te moedigen om het beter te doen. Ik zie dat als dé rol voor milieutoezichthouders: niet alleen handhaven op regels, maar verduurzaming aanmoedigen en samenwerking aanjagen om onze aarde schoon, duurzaam en leefbaar te houden.”