Ga naar de inhoud

Zo ging ODZOB om met Zembla

Wat als een onderzoeksjournalist je benadert? Aan de ene kant wil je als toezichthouder transparant zijn. Aan de andere kant bestaat het risico dat zaken uit hun verband worden getrokken. Bij Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) kregen ze in 2022 bijna driekwart jaar te maken met een reportagereeks van Zembla. Zo ging ODZOB daarmee om.

Afbeelding van een draaiende camera

Het begon allemaal met een e-mail van Zembla aan ODZOB, eind januari 2022. Zembla liet weten dat ze het moment kwamen filmen waarop een inwoner van Deurne handtekeningen tegen de uitbreiding van afvalverwerker Attero kwam overhandigen. Bewoners ervoeren namelijk stankoverlast.

Driedelige serie ‘Stank en strijd’ van Zembla

In de periode dat ODZOB met Zembla te maken had, werd het drieluik ‘Stank en strijd‘ gemaakt.

Het gaat over burgers in verschillende gemeenten die stankoverlast van onder andere intensieve veeteelt en afvalverwerkingsbedrijven ervaren. Het lukte hen tot dusverre niet om die overlast succesvol aan te kaarten bij de overheid.

De eerste aflevering verscheen op 22 april 2022, de tweede op 5 mei van dat jaar en de derde op 6 oktober. In die derde aflevering komt het bezoek aan ODZOB voor het eerst in beeld, bijna driekwart jaar na het eerste contact.

De eerste afwegingen

“Zienswijzen van burgers gaan eigenlijk via een digitaal systeem, nooit meer via een balie”, legt Ron Cremers uit. Hij is concernmanager bij ODZOB. “Wij maakten toen verschillende afwegingen. Een daarvan: worden we straks wel correct neergezet door Zembla als de inwoner letterlijk voor een dichte deur staat? Je voelt toch een verantwoordelijkheid naar de inwoners om mee te doen. Bovendien zijn wij ook van mening dat het heel goed is dat er kritische journalisten zijn, die wil je dan ook helpen bij het vertellen van het juiste verhaal.”

“Je voelt toch een verantwoordelijkheid naar de inwoners om mee te doen.”

Door coronatijd was er bijna niemand op kantoor. Cremers: “We besloten dat ik wel aanwezig kon zijn om de zienswijzen in handen te nemen. Zodat die inwoner niet voor een dichte deur zou komen te staan én je als omgevingsdienst niet meteen op 1-0 achterstand staat in de beeldvorming. Daarnaast was er de afweging dat wij over deze vergunning niet namens de gemeente en provincie het woord konden doen. Daarom spraken we van tevoren met Zembla af dat we niet geïnterviewd zouden worden. We hadden wel toestemming van de provincie om dit overhandigingsmoment te laten filmen.”

Afstemmen met het gezag

Waarom die toestemming van de provincie nodig was? Dat heeft te maken met de positie van de Omgevingsdienst. Die valt onder bevoegde gezagen, in het geval van ODZOB zijn dat 21 gemeenten en de provincie Noord-Brabant. Zij beslissen over vergunningaanvragen, toezicht en handhaving. De Omgevingsdienst heeft als uitvoeringsdienst het mandaat om uit naam van gemeenten en de provincie te handelen. Daarin volgen zij hun beleid en natuurlijk ook landelijke wet- en regelgeving. Bij vragen van media moet de Omgevingsdienst de antwoorden dus goed afstemmen met de drie genoemde overheden.

Het bezoek

Ondanks de grondige afwegingen en duidelijke afspraken liep het bezoek toch anders. “Er stonden vijf inwoners in plaats van eentje voor de deur”, vertelt Cremers. “En die gingen vervolgens op camera tóch vragen stellen. Die heb ik zo goed als het kon beantwoord. Eigenlijk wil je dat niet, omdat de kans bestaat dat er incorrect wordt geknipt waardoor je er verkeerd op komt te staan. Overigens bleek dat in de uiteindelijke uitzending mee te vallen.”

“Het is onze taak om te vertellen hóe we toezicht houden, zolang het maar niet over specifieke casussen gaat.”

Na het overhandigen van de handtekeningen wilden de inwoners nog meer vragen stellen over afvalverwerker Attero. Toezichthouder Jasper Simons, die veel van de casus afweet, was toevallig aanwezig. Hij heeft de vragen toen meteen beantwoord, omdat ODZOB het eerlijke verhaal wil vertellen. Dit hebben we wel zonder draaiende camera’s gedaan, zodat zijn antwoorden op beeld niet konden worden verdraaid. Ik heb aan de journalist aangegeven dat we het hartstikke vervelend vonden dat we überhaupt werden geïnterviewd, tegen de afspraken in. Dat werd afgedaan met: ‘Wij hebben jullie ook niet geïnterviewd, dat waren de inwoners.’”

Duidelijke rol

Na de opname kwam Zembla kwamen snel met het verzoek voor een interview met iemand van de directie op camera. “Dat hebben we afgewezen, omdat wij als Omgevingsdienst niet onze mening geven, juist omdat wij onder bevoegde gezagen vallen”, legt Cremers uit. “Dat houdt in dat we niet inhoudelijk ingaan op het wel of niet verstrekken van een vergunning. Het is aan de gemeente of provincie om daar iets over te zeggen. Dat klinkt misschien heel ambtelijk, maar we weten dat onze uitspraken anders politieke gevolgen kunnen hebben.”

Transparant én veilig

Toch wilde Cremers namens ODZOB zo transparant mogelijk zijn. “Het is wél onze taak om te vertellen hoe wij toezicht houden, zolang dat dus niet over specifieke casussen gaat. Daarom stemden we wel in met een zogenaamd voorgesprek. Daarin kon een van onze toezichthouders vertellen over onze positie als omgevingsdienst en onze rol als toezichthouder en vergunningverlener uitleggen. Dat werd weer Jasper Simons, die al eerder de vragen van de inwoners had beantwoord. Maar niet op camera. Dat had onder andere te maken met veiligheid. Je wilt niet met naam en gezicht zo nadrukkelijk in de media komen in een verhaal over een specifieke casus. Ook al zeg je niets inhoudelijks over die casus.”

“De journalist nam geen genoegen met mijn antwoorden en probeerde me uitspraken te ontlokken.”

Simons voegt toe: “Ik vond de vragen bovendien veel te breed om op camera te beantwoorden. Het ging over geuroverlast in de meest brede zin van het woord. Dus bijvoorbeeld door mest uitrijden, van compostbedrijven, maar ook door intensieve veehouderij. Hierdoor wist ik niet goed genoeg waar het heen ging en daar kun je je niet op voorbereiden.”

Stapel vragen

Dit was maar een klein deel van een groot communicatiedossier, want al vanaf het begin stuurde Zembla tientallen vragen. De communicatieadviseur van ODZOB heeft uiteindelijk zeker honderd uur in het hele traject met Zembla gestoken. Onder andere in het contact met Zembla, afstemming met provincie en gemeente en communicatie met collega’s. En daar komen de uren voor het beantwoorden van vragen nog bij. Simons: “De vragen die we kregen werden behandeld door een team van toezichthouders, vergunningverleners, een jurist en adviseurs. Het verbaasde me wel dat maar heel weinig daarvan in de uiteindelijke afleveringen is beland.”

Pushende journalisten

Hoe was het contact met Zembla? “Soms pittig”, vertelt Simons. “Je merkte dat het in het geplande gesprek met de journalist minder over de feiten en meer over het gevoel moest gaan. Zo bleef de journalist vragen wat ik vond van onze uitvoeringsrol. Terwijl ik daar niets over wil zeggen: je wilt niet als omgevingsdienst je mening geven. En ook niet ingaan op de inhoud van een casus zonder overleg met de bestuurder van de gemeente of provincie. En ik wil dat al zeker niet uit eigen naam doen.

“Waarvoor ik wel bij het gesprek zat, was helder maken wat onze taak als toezichthouders is en wat daar wel en niet bij hoort. Ik snap ook dat die rol beperkter is dan een journalist of burger in eerste instantie zou verwachten. Als toezichthouder dien je het publieke belang en wil je transparant de feiten delen, meer niet. Daar nam de journalist geen genoegen mee, die probeerde me toch uitspraken te ontlokken.”

Publiek belang dienen

De interactie van ODZOB met Zembla heeft implicaties voor de toekomst. Cremers: “Wij zaten achteraf met het gevoel dat we ergens goedbedoeld instapten om vervolgens gemangeld te worden. In de toekomst willen we aan de voorkant heel goed afwegen of we wel of niet meedoen. En die keuze baseren we dan op: is de vraag van tevoren duidelijk en komt de journalist afspraken na? Zo niet, dan verwijzen we toch sneller door naar onze bevoegde gezagen. En als we wel akkoord gaan, dan zal altijd een directielid het woord voeren en niet een toezichthouder. We willen vanwege veiligheidsredenen niet dat die met hun gezicht in beeld komen.”

“In de toekomst willen we van tevoren goed afwegen of we wel of niet meedoen.”

Als we een filmverzoek afwijzen, kan een journalist ook nog met een Woo-verzoek (Wet open overheid) komen. Dan moet je alsnog vragen beantwoorden. “Wat dat betreft willen wij slimmer omgaan met vragen, al voor ze Woo-verzoeken worden. Dus vooraf met de journalist de vraag goed afbakenen, zodat beantwoording ook minder tijd kost. Want hoe meer tijd dat kost, hoe minder wij kunnen toezicht houden. Dat kan niet de bedoeling zijn. Tegelijkertijd willen wij nog steeds zo transparant mogelijk onze processen en rapportages delen, want daarmee dienen we het publieke belang.”