Ga naar de inhoud

Koppeling van data door toezichthouders moet beter

Als het gaat om digitale kennisdeling, is er nog een wereld te winnen, vindt Marc Kuipers. Hij is inspecteur-generaal Inspectie SZW en deze week gastcolumnist voor ToeZine. “Nu ondervinden we nog vaak hindernissen op het gebied van privacy. De vraag die we elkaar als toezichthouders moeten stellen, is hoe we binnen heldere grenzen digitale informatie kunnen uitwisselen.”

Marc Kuipers

Onze wereld is digitaal. Internet maakt het mogelijk dat we doorlopend met elkaar communiceren. Laten zien waar we zijn, wat we doen en wie we ontmoeten. We shoppen online, met de wereld als winkel. Boeken zelf onze vakanties en zoeken voortdurend naar informatie. Zoekmachines brengen de rode draden in ons surfgedrag in kaart en bouwen profielen op, waarmee ze ons vervolgens online voorzien van gerichte advertenties.

Tegelijkertijd is er anno 2017 binnen de overheid nog een wereld te winnen als het gaat om digitale kennisdeling. Informatie die – gefinancierd met belastinggeld – over vele jaren is vergaard. Daar waar veel burgers denken dat we als overheidsorganisaties al die data ongetwijfeld met elkaar delen, is de realiteit van de toezichthouders er een die nog kansen biedt.

Digitale prikkels voor risicoselectie

In het regeerakkoord is extra budget beschikbaar gesteld voor het versterken van de handhavingsketen van de Inspectie SZW. Gericht op gezond, veilig en eerlijk werk. Het stelt ons in staat om beter toezicht te houden op het wettelijk minimumloon en om intensiever schijnconstructies, uitbuiting en onveilige en ongezonde arbeidsomstandigheden te bestrijden. We krijgen meer slagkracht om in te grijpen.

“Om het delen van inspectie-informatie te vereenvoudigen, is de toepassing Inspectieview ontwikkeld.”

Waar nodig willen we ook hard en raak kunnen slaan. Risicogericht en op basis van goede analyses. De komende jaren gaan we daarom het selecteren op risicofactoren digitaal extra stimuleren. Gericht op branches en sectoren en operationeel uitgewerkt tot op het niveau van bedrijven. Zodat we de juiste aanpak voor de juiste partij kunnen bepalen. We doen dat aan de hand van data en met een informatiegestuurde manier van werken. Specifieke data uit gevalideerde bronnen – denk aan gegevens van de belastingdienst en van andere toezichthouders – moeten verbanden zichtbaar maken. Die vertalen we door naar gerichte inspecties. De uitkomsten geven we vervolgens vanuit onze signalerende functie door aan de beleidsmakers. Voor specifieke ontwikkelingen of effecten op ons werkterrein vervullen we daarbij de poortwachtersrol voor de samenleving. We kunnen waarnemen waar we als samenleving actie op moeten ondernemen. Zo nam het aantal dodelijke arbeidsongevallen de laatst jaren toe. De Inspectie heeft hiervoor afgelopen jaar aandacht gevraagd bij politiek en bedrijfsleven.

Inspectieview

Overheidsdiensten registeren informatie over bedrijven nu grotendeels gescheiden. Terwijl we doorlopend op overlappende terreinen werkzaam zijn. Voor de Inspectie SZW geldt dat onder andere voor de Belastingdienst, de NVWA en de ILT. Om die reden is Inspectieview ontwikkeld: een toepassing om het delen van inspectie-informatie te vereenvoudigen. Daar kunnen we samen meer meters mee maken. Maar dan moet wel de kwaliteit op orde zijn met uniforme zoeksleutels: toezichthouders gebruiken dezelfde criteria voor onderzoek. En daar kunnen nog flinke stappen gezet worden. Op projectniveau wisselen we ook informatie uit, maar vaak wordt er onderling terughoudend mee omgegaan. Vooral met het oog op de bescherming van persoonsgegevens. Er wordt nog relatief weinig gezocht naar verbanden in gecombineerde databestanden die tot betere profilering kunnen leiden.

Data in de praktijk

Een goed voorbeeld waar datakoppeling meer kansen biedt, zijn de certificatiestelsels. Als inspecties kijken we daar met enige zorg naar. We zien de toegevoegde waarde, maar tegelijkertijd is een certificaat niet per definitie een ‘verlaat de gevangenis zonder te betalen’-kaart. Het staat of valt met de intenties van de ondernemer. Bedrijven met door ons goedgekeurde certificering hebben een lagere rang als het om risico’s gaat. Maar als er uit onze gecombineerde data andere signalen komen, dan kan zo’n gecertificeerd bedrijf alsnog hoger op onze risicolijst scoren en een inspectie krijgen. Om dat te bepalen, werken onze data-analisten en inspecteurs steeds meer samen aan het ontwikkelen van risicoprofielen. Daarmee schatten we in hoeveel risico’s er bij een specifiek bedrijf spelen en of we die alsnog gaan onderzoeken. Zo verbinden we data zo optimaal mogelijk aan het praktijkwerk van de inspecteur.

“De vraag die we elkaar als toezichthouders moeten stellen, is hoe we binnen heldere grenzen digitale informatie kunnen uitwisselen.”

Van de kansen die datakoppeling biedt, zijn we denk ik als toezichthouders inmiddels goed doordrongen. Niet alleen omdat we er gebruik van willen maken, maar ook omdat het van ons wordt verwacht. In het regeerakkoord wordt dat belang onderstreept met deze zin: ‘De diverse inspecties gaan beter samenwerken, zodat betere handhaving gepaard gaat met minder administratieve lasten en toezichtlasten.’ Een heldere opdracht aan ons allemaal. In het regeerakkoord geeft het kabinet verder aan dat zij het van belang vindt dat er door de overheid effectief gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden tot het delen, koppelen en analyseren van data. Uiteraard met inachtneming van de geldende wettelijke regels en waarborgen.

Uitwisselen binnen grenzen

Nu ondervinden we nog vaak hindernissen op het gebied van privacy. De vraag die we elkaar als toezichthouders moeten stellen, is hoe we binnen heldere grenzen digitale informatie kunnen uitwisselen. Geen “nee, tenzij”, maar “ja, mits”. Met een duidelijke bijsluiter en de daarbij geldende randvoorwaarden. Dan kunnen we als toezichthouders die ‘datamijn’ eindelijk effectief gaan benutten, in het belang van verdere efficiency- en effectiviteitwinst. En krijgen die burgers alsnog gelijk, met hun veronderstelling dat we binnen de Rijksoverheid informatie optimaal met elkaar delen. Doeltreffend en zorgvuldig.