Ga naar de inhoud

Ben jij een verantwoordelijke toezichthouder?

Verantwoording afleggen, verantwoord werken en je verantwoordelijkheid nemen. Op het eerste gezicht zeg je misschien drie keer hetzelfde. Maar hoewel deze dingen sterk aan elkaar gelieerd zijn, verschillen ze ook. Hoe doe je ze alle drie het beste als toezichthouder? Columnist voor ToeZine Hadewych van Kempen wil je hierover aan het denken zetten. Als startpunt deelt ze hier haar gedachten.

Afbeelding van een beeld van een hoofd

Verantwoording afleggen is vreselijk. Laat ik eerlijk zijn: ik heb er een broertje dood aan. Je moet allerlei oninteressante data bij elkaar zoeken. Uit gaan zitten rekenen hoeveel alles wat je gedaan hebt, heeft gekost. En met een beetje pech worden je resultaten niet gewaardeerd. In het ergste geval leidt publieke verantwoording tot kritiek. En voor je het weet krijg je voor straf een bezuiniging aan je broek.

We besteden publiek geld en we zetten zware bevoegdheden in, dus het spreekt vanzelf dat we ons daarover verantwoorden.

Toch vinden we allemaal dat je je als toezichthouder moet verantwoorden in een democratie. Als toezichthouder besteed je publiek geld en zet je zware bevoegdheden in, dus het spreekt vanzelf dat we hierover verantwoording afleggen. Maar dat doen we vaak erg beperkt. We bieden een balans van input en output via de minister aan het parlement aan om te laten zien dat we keurig rechtmatig opereren.

Laat jezelf echt zien

Wat nou als ik zeg dat verantwoording echt geen dorre rapportage hoeft te zijn? Dat begint al bij je te richten tot een meer divers publiek. Naast ‘de politiek’ ook je ondertoezichtstaanden, belanghebbenden, de kiezers, wetenschappers en collega’s. Je kunt je verantwoorden over wát je hebt gedaan, maar ook over het hóe: je keuzes, hoe je daartoe kwam en op welke kennis, argumenten en motieven die zijn gebaseerd. En of je keuzes juist waren en je acties hebben gebracht wat je verwachtte.

Het liefst doe je dit ook nog eens in de vorm van een verhaal, want verhalen raken mensen. Verhalen blijven hangen. Kijk bijvoorbeeld naar het ‘jaarbeeld’ dat de NVWA maakt, of de praktijkverhalen van de Arbeidsinspectie. Zijn er actoren, een decor en een handeling? Dan begrijpt de lezer wat er is gedaan en waar dat toe heeft geleid. Lukt dit je allemaal: je verantwoording verhalend vertellen aan een divers publiek, dan zou dat weleens tot vertrouwen, legitimiteit en gezag kunnen leiden. Zelfs als de held van het verhaal, de toezichthouder, fouten heeft gemaakt. Als er maar bij wordt verteld hoe het toch met een ‘eind goed, al goed’ kan eindigen.

Jiska Riphagen
Hadewych van Kempen

Leer jezelf kennen

Een fijne bijkomstigheid van je goeie verhaal is dat je ook zelf inzicht krijgt in de opbrengsten en kosten van je werk. En in manieren waarop het misschien beter kan. Bij het maken van zo’n verhaal kom je namelijk achter veel meer dan wanneer je simpelweg een rapportage schrijft. Je komt meer te weten over de toegenomen kwaliteit of de afgenomen risico’s in de samenleving. Of je analyses en argumenten bleken te kloppen of juist niet. Je hoort over het enthousiasme of het chagrijn van partijen in je omgeving en je eigen medewerkers. En zo krijg je vanzelf een beeld van de succes- en faalfactoren van je werkwijze.

Werk verantwoord

Gek genoeg heeft verantwoord werken niet per se te maken met verantwoording afleggen. ‘Verantwoord’ is normatief, niemand wil onverantwoord bezig zijn. Verantwoord is goed! Maar dat maakt het meteen voor discussie vatbaar. Ben je vooral verantwoord bezig als je doelmatig werkt? Of gaat het om behoorlijkheid of om tevredenheid? Is enkel effectiviteit genoeg? Of moet je voldoen aan alle mogelijke normen en criteria voor goed toezicht, zoals selectiviteit en risicogerichtheid, slagvaardigheid en eerlijkheid?

Ben je vooral verantwoord bezig als je doelmatig werkt, of gaat het om behoorlijkheid, of om tevredenheid?

Het is in ieder geval echt onverantwoord om ernstige onwenselijke neveneffecten teweeg te brengen. Van regelontduikende ondertoezichtstaanden tot extra risico’s. En van burgers die het vertrouwen in de overheid verliezen tot overspannen personeel – je wilt er niet verantwoordelijk voor zijn. Daarom is kennis belangrijk. Onderzoek wat de gevolgen van jouw handelen en keuzes zouden kunnen zijn. En de mechanismen daarachter. Als je dat allemaal weet en begrijpt, dan kun je bewust en verantwoord besluiten wat je doet en laat.

Meer dan inspecties

Ergens verantwoordelijk voor zijn is een juridische kwestie. Maar verantwoordelijkheid nemen, dat is leiderschap. We verwachten dit van een overheid, van publieke organisaties en ook van individuele ambtenaren. Er zijn toezichthouders die zich beperken tot toezicht op de naleving van regels in hun domein. Die zich alleen verantwoorden in termen van prestaties – de hoeveelheid inspecties en nalevingspercentages. Toezichthouders die er zo in staan, nemen niet echt hun verantwoordelijkheid.

Neem nadrukkelijk je verantwoordelijkheid

Een verantwoordelijke organisatie bezint zich op de reden waarvoor ze in het leven is geroepen. Waarom ze geld en bevoegdheden krijgt. En welke belangen ze dient. Zo’n organisatie gaat aan de slag met een duidelijke missie (wat wil ik bereiken?), visie (hoe denk ik dat het werkt?) en strategie (wat ga ik doen?). En ze brengt over aan de buitenwereld hoe de kwaliteit (wat zijn mijn waarden?) wordt geborgd.

Een verantwoordelijke toezichthouder is geen technocraat die losgezongen van de samenleving kwantitatief een vast setje risico’s vermindert.

Wie dát doet, laat zien wat de maatschappelijke meerwaarde van toezicht is. Mèt oog voor maatschappelijke ontwikkelingen en opvattingen. Een verantwoordelijke toezichthouder is geen technocraat die losgezongen van de samenleving en kwantitatief een vast setje risico’s vermindert. Toezicht moet steeds relevant en herkenbaar zijn, en daarvoor zijn die missie, visie, strategie en kwaliteitsborging van belang.

Reflecteer op jezelf

Wat verantwoording afleggen, verantwoordelijk werken en verantwoordelijkheid nemen dan toch met elkaar te maken hebben? Zelfreflectie. Geen van deze drie zaken kun je optimaal doen zonder jezelf regelmatig een spiegel voor te (laten) houden. Dat kan door evaluaties en effectmetingen uit te voeren, zelf of door een externe partij. En natuurlijk door in gesprek te gaan met betrokkenen. Makkelijk is het sowieso niet. Het vereist veel lef om jezelf bloot te stellen aan kritiek. Maar het is de enige verantwoorde manier om te leren en zo alsmaar beter te worden.

Hadewych van Kempen

Is strategisch kennisadviseur bij Bureau Inspectieraad. Ze heeft politicologie in Leiden gestudeerd, gevolgd door een gevarieerde loopbaan bij instellingen in en rond de overheid (WRR, een ngo, AR, een inspectie en ministeries). Vanaf september 2022 is zij een jaar lang de vaste columnist voor ToeZine. Elk kwartaal verschijnt er een column van haar hand met een uitgesproken mening over goed toezicht. Met als doel om toezichthouders te prikkelen tot nadenken. Dit is haar eerste column.