Ga naar de inhoud

Boa van het jaar 2018: ‘Ons werk is uitgegroeid tot een serieuze job’

Een groep hangjongeren aanspreken op hun gedrag of een boete schrijven voor illegaal gedumpt afval. Buitengewoon opsporingsambtenaar Alexander van Beest zet zich elke dag in voor een veilige en leefbare gemeente Vijfheerenlanden. Afgelopen jaar werd hij uitgeroepen tot ‘boa van het jaar’. Hoe kijkt Van Beest een jaar na de verkiezing tegen zijn vak aan?

Boa van het jaar Alexander van Beest

Woensdagavond, zeven uur. Alexander van Beest komt nét thuis na een lange werkdag als hij hoort dat in zijn dorp een leegstaande loods in brand staat. Niet zijn taak én werkgebied, maar hij kent het dorp op zijn duimpje en weet dat er huizen in de buurt van de loods staan. Daarom snelt hij erheen om te kijken of hij kan ondersteunen. “De loods brandde behoorlijk, ook richting de woningen. Ik ben meteen begonnen met evacueren. Ik heb bewoners verzocht hun dieren mee te nemen uit de tuin. Er was een hevige rookontwikkeling. We hebben nog net wat konijnen en cavia’s kunnen redden.” De brandweer heeft het vuur uiteindelijk onder controle gekregen.

Initiatief nemen

Zelf vindt Van Beest het moeilijk te zeggen waarom hij gekozen is tot boa van het jaar 2018. Als we het juryrapport – en zijn collega’s – mogen geloven, is hij iemand met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Dat blijkt wel uit het voorval met de brand. Van Beest is iemand die zelfstandig tot een overwogen oordeel komt en altijd initiatief neemt. “Ik vind het erg belangrijk om ketenpartners bij problemen te betrekken. Vraag bijvoorbeeld aan een woningcorporatie of sociaal team: is deze persoon bekend bij jullie en is er al vaker overlast geweest? Soms speelt een probleem al veel langer. In dat geval ga je er anders mee om. Ik probeer dan met meerdere partijen te kijken naar het probleem om het breder te kunnen aanpakken. Zo heb je alle informatie in handen om iemand goed te helpen, maar dat krijg je alleen maar als je zelf het initiatief neemt.”

Verhoogde werkdruk

Wat de eretitel ‘boa van het jaar’ Van Beest heeft opgeleverd? Erkenning en vooral een hoop berichten op LinkedIn, waarin hij benaderd werd voor andere banen. Maar in functies als ‘senior boa’ is hij niet geïnteresseerd. “Ik hoef niet zo nodig leiding te geven. Zet mij maar op straat neer. Ik ben een doener, ik wil problemen aanpakken.” En op straat is veel te doen. In de gemeente Vianen, het werkgebied van Van Beest, is het aantal meldingen van burgers in vier jaar tijd verdrievoudigd – van zo’n 250 naar 800 meldingen per jaar. “Ik vermoed dat dit onder andere door sociale media komt. Mensen volgen de gemeente online en zien dat ze makkelijk een melding kunnen doen. Het kostte flink wat tijd om die allemaal in je eentje te behandelen. ”

“Zet mij maar op straat neer. Ik ben een doener, ik wil problemen aanpakken.”

Sinds 2019 valt Vianen onder de gemeente Vijfheerenlanden. Een groter werkgebied, en daardoor ook meer collega’s voor Van Beest. “We zijn nu met een team van zes boa’s. Hierdoor kunnen we meldingen beter en doelgerichter behandelen en wordt het voor mij iets rustiger.”

Het werk vloeit niet alleen voort uit meldingen die bij de gemeente worden gedaan. Mensen spreken Van Beest ook regelmatig op straat aan. “Dan gaat het vaak over een groep hangjongeren, een foutgeparkeerd voertuig, gevonden hennepresten of illegaal gedumpt bedrijfsafval. Soms krijg ik een melding van een aanhanger of caravan die al weken in een straat gestationeerd staat. Officieel mag iemand zo’n voertuig maximaal drie dagen in de openbare ruimte parkeren. In zo’n geval ga ik drie dagen op rij langs om te kijken of het voertuig er nog steeds staat – je moet als boa tenslotte je eigen bewijsmateriaal opbouwen.”

Serieuze job

Ook de lokale politie schakelt boa’s uit de gemeente Vijfheerenlanden steeds vaker in. “Ze roepen ons bijvoorbeeld op om alvast maatregelen te nemen bij een aanrijding met letsel, omdat wij op dat moment dichter in de buurt zijn.” Een aantal jaar geleden gebeurde dat nog sporadisch, tegenwoordig wordt Van Beest wekelijks opgeroepen. “Het beroep boa heeft door de jaren heen een professionaliseringsslag gemaakt. Halverwege de jaren negentig was de functie van boa nog een melkertbaan. Het beeld van de ongeschoolde stadswacht overheerste. Maar vandaag de dag is het een serieuze job, waarvoor je een stevige MBO-opleiding hebt moeten doorlopen.”

“Voorheen was boa een melkertbaan en werden we gezien als stadswacht. Vandaag de dag is het een serieuze job.”

Bewapening

Bij een serieuze baan horen ook serieuze middelen, vindt Van Beest. “We gaan op verzoek van de politie steeds vaker af op risicovolle situaties, zoals (winkel) diefstallen, vernielingen en conflicten. Daar kunnen verdachten rondlopen, wellicht met een wapen. Als je dan een verdachte kan aanhouden, is dat heel mooi. Maar als deze tegenstribbelt en wil vluchten, heb ik handboeien nodig om hem in bedwang te kunnen houden tot de politie arriveert. En die heb ik niet.” Vaak moet hij even op de politie wachten, omdat de aanrijtijd voor hen wat groter is. Het gebied waar hij werkt is vrij uitgestrekt. Van Beest en zijn collega-boa’s zijn wel in het bezit van een kogelwerend vest en een portofoon met noodknopfunctie. Veel boa’s zien graag een uitbreiding van hun middelen met pepperspray, handboeien en eventueel een wapenstok.

“Als een verdachte tegenstribbelt en wil vluchten, heb ik wel handboeien nodig om hem in bedwang te houden tot de politie arriveert.”

“Mensen komen wel eens boos op me af als ik ze een bekeuring geef. Ik heb ook weleens een klap gehad tijdens mijn werk. Ik zal die handboeien of pepperspray niet vaak nodig hebben, maar als een situatie uit de hand loopt en ik heb geen verdedigingsmiddelen, heb ik wel een probleem. Situaties met een tegensputterende verdachte zijn mij niet vreemd. Daarom doe ik nu wel eens een stapje terug om eventueel gevaar voor mezelf en anderen te voorkomen. Terwijl ik eigenlijk zou willen doorpakken om de overlast direct te kunnen stoppen.”

Nationaal beleid voor boa’s

Van Beest pleit al lange tijd voor een nationaal, integraal beleid dat voor alle boa’s in Nederland hetzelfde is. Twee weken geleden, net na het interview, kwam het bericht naar buiten dat minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) dit jaar nog een landelijke regeling wil laten opstellen voor de bewapening van boa’s, met mogelijk pepperspray en een wapenstok. Van Beest: “Dat is goed nieuws. De politie heeft het druk en zal de komende jaren waarschijnlijk nog meer taken aan ons overdragen. Ik denk graag met de overheid mee over de bevoegdheden van boa’s in de toekomst.”