Steeds vaker verschijnen er alarmerende berichten over lachgas in de media: over de gezondheidsrisico’s, overlast en gevaarlijke verkeerssituaties. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid heeft het al over een algeheel verbod, maar op dit moment is verkoop en gebruik gewoon toegestaan. Gemeenten en handhavers gaan daarom creatief om met de regulering van de verkoop en het gebruik van lachgas. Met een beetje hulp van het Trimbos-instituut.

Alsof je snel opstaat uit een heet bad, zo schijnt de roes te voelen na het inhaleren van lachgas. Het effect duurt maar even. Na een paar minuten ebt het gevoel weer weg. Klinkt best onschuldig. Onder andere daarom is het gebruik van lachgas ook populair en blijft het recreatieve gebruik stijgen. Toch is de overlast groot. Gebruikers zijn vaak luidruchtig en vervuilen de openbare ruimte door ampullen of ballonnen, waar het gas in zat, achter te laten. Ook zijn ze bij verkeersdeelname een gevaar op de weg. Bovendien zijn de gezondheidseffecten nog niet goed genoeg in kaart gebracht.
Er lijken weinig wettelijke aanknopingspunten te zijn voor gemeenten en handhaving. Maar wie creatief is, kan wel degelijk handhaven.
Genoeg redenen dus om de verkoop en het gebruik aan banden te willen leggen. Lachgas valt onder de Warenwet en is daarom vrij verkrijgbaar. Er zijn weinig wettelijke aanknopingspunten voor gemeenten en handhaving om gebruik terug te dringen. Maar wie creatief is, kan wel degelijk handhaven. Bijvoorbeeld door met ondernemers en gebruikers in gesprek te gaan. Maar ook door een (tijdelijk) verbod op gebruik in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) of vergunningen op te nemen.
De gebruiker
Het Trimbos instituut deelt kennis over hoe gemeenten de overlast door lachgas kunnen aanpakken. Bijvoorbeeld met de speciale handreiking die het instituut eind 2018 uitbracht. Deze biedt gemeenten handvatten en bevat zeven acties die zij kunnen toepassen om overlast te verminderen. Drie van de acties draaien om contact met gebruikers. Onderzoeker en adviseur bij het Trimbos-instituut Laura Nijkamp legt uit: “Die acties komen voort uit wat wij eigenlijk de belangrijkste vraag vinden: wat kun je met het gedrag van de gebruiker doen? En daar geven wij gemeenten opties voor. Zo kun je gebruikersgroepen in kaart brengen en ze actief benaderen. Als je met gebruikers in gesprek gaat, verlaag je de drempel om over lachgas te praten. En door ze te informeren, kunnen zij zelf beter beslissen of ze nog lachgas willen gebruiken.”
De APV
Ook de APV biedt uitkomst bij het bedwingen van overlast door lachgas. Onder andere Winterswijk , Winschoten, Culemborg, Gorinchem, en Oosterhout hebben al een verbod in de APV opgenomen, Haarlem en Enschede zijn er mee bezig en Almelo is geïnteresseerd. Ook de gemeente Veldhoven heeft een lachgasverbod in de APV opgenomen. Daarin staat dat gebruik verboden is als daardoor hinder ontstaat. Een woordvoerder van de gemeente Veldhoven vertelt: “We zagen dat het gebruik van lachgas toenam. En we kregen steeds vaker signalen van overlast, zoals luidruchtigheid en verontreiniging. Daar kwamen onze zorgen over de effecten op de verkeersveiligheid bij. Dat was genoeg reden voor ons om het gebruik van lachgas in het openbare gebied te reguleren. Nu kunnen we gebruikers aanspreken en beboeten als ze lachgas in het openbaar gebied gebruiken en daarmee overlast veroorzaken.”
“De overlast nam toe. Dankzij het verbod in de APV, kunnen we gebruikers nu aanspreken en beboeten als ze lachgas in het openbaar gebied gebruiken en daarmee overlast geven.”
Omdat Veldhoven een van de eerste gemeenten met een verbod in de APV is, komen handhavers van de gemeente situaties tegen die ook interessant zijn voor andere gemeenten die zo’n verbod overwegen. “In ons werkproces komen we geen knelpunten tegen”, laat de woordvoerder weten, “maar in de uitvoering zijn verbeteringen mogelijk. Zo is er geen feitcode aan het verbod gekoppeld. Dat betekent dat bij elk proces-verbaal de handhaver moet omschrijven wat er is gebeurd. Op basis van die omschrijving bepaalt het Openbaar Ministerie dan een boete. Als het OM voor het lachgasverbod een feitcode zou toekennen, dan hoeft de handhaver alleen de code te noteren, dat scheelt veel werk.”
Tijdelijke maatregelen en afspraken
De APV kan ook op andere manieren ingezet worden om overlast door lachgas aan te pakken. Zo zijn er in de gemeente Utrecht plannen om in oktober in de APV tijdelijk gebieden aan te wijzen waar gebruik en bezit van lachgas verboden is. Dit op initiatief van de gemeenteraad. Een interessante optie voor evenementen als festivals of bijvoorbeeld Koningsdag. Maar ook als er op een specifieke plek in de gemeente extra overlast is door lachgasgebruik. Op die plek kan gebruik dan verboden worden. “De gemeente hoopt eigenlijk op een landelijk verbod, bijvoorbeeld door lachgas op te nemen in de Geneesmiddelenwet. Landelijke regelgeving voorkomt dat iedere gemeente lokaal beleid moet maken, wat een verplaatsing van het probleem naar andere gemeenten tot gevolg kan hebben”, stelt woordvoerder van de gemeente Utrecht Michiel Selten.
“In gesprek met ondernemers die lachgas verkopen is het vaak mogelijk om afspraken te maken. Zo kun je de beschikbaarheid van lachgas al inperken. Zonder gebruik van de APV.”
De APV-aanpassing zit ook bij de acties die het Trimbos voorstelt aan gemeenten. Net zoals het opnemen van een lachgasverbod in vergunningen aan festivalorganisatoren. Maar er is ook een minder drastische aanpak. Nijkamp: “In gesprek gaan met ondernemers die lachgas verkopen bijvoorbeeld. In veel gevallen is het mogelijk om afspraken te maken. Bijvoorbeeld dat er niet aan minderjarigen wordt verkocht, dat ze terughoudend zijn in de presentatie van lachgaspatronen, dat ze geen aanbiedingen hebben of kortingen geven op lachgas en niet aan thuisbezorging doen. Zo kun je de beschikbaarheid van lachgas al inperken. Zonder gebruik van de APV. In de gemeente Oldambt is dat bijvoorbeeld succesvol gedaan.”
Een algeheel verbod
Waarom al deze creatieve manieren om overlast door lachgasgebruik terug te dringen? Is het niet veel makkelijker om te streven naar een algeheel verbod via bijvoorbeeld de Opiumwet? Nijkamp: “Wij verwachten dat daar nauwelijks op te handhaven valt, omdat je daar heel veel capaciteit voor nodig hebt. Ook denken we dat dit veel invloed heeft op de voedingsmiddelenindustrie. Daar is lachgas een belangrijk middel voor de bereiding van voedsel. Daarnaast is het waarschijnlijk niet een oplossing voor de problemen die worden ervaren. Je ziet dat bij middelen als cocaïne en xtc. Die zijn verboden volgens de Opiumwet, maar worden wel gewoon gebruikt. Een middel dat de Opiumwet verbiedt, blijft illegaal meestal wel gewoon beschikbaar. Een andere, wat minder vergaande, optie is mogelijk een verbod op reclame voor lachgas. Mogelijk zorgt dit dat het minder normaal wordt om lachgas te gebruiken, waardoor minder mensen dat ook echt doen.”
Toch zou er alsnog een algeheel verbod kunnen komen. Op dit moment doet de onderzoeksgroep CAM (Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs) onderzoek naar de risico’s van lachgas. De uitkomst van dat onderzoek wordt dit najaar verwacht en die kan effect hebben op wetgeving. Nijkamp: “Wij wachten de CAM-rapportage af en daar zullen we onze handreiking aan gemeenten ook weer op aanpassen. Verder blijven we gemeenten informeren en delen we onze kennis, zodat zij goed geïnformeerde beslissingen over de aanpak van lachgas nemen.”
Gemeenten creatief met lachgas
Gemeenten die het gebruik en de verkoop van lachgas willen reguleren, kunnen zich wenden tot de handreiking van het Trimbos Instituut. De zeven acties die zij voorstellen:
- Beperk de beschikbaarheid van lachgas door afspraken te maken met verkopers. Bijvoorbeeld over de verkoop aan minderjarigen, de presentatie van producten, acties, kortingen en reclames, en thuisbezorging.
- Beperk de beschikbaarheid van lachgas door de verkoop in horeca en op evenementen aan te pakken. Dit kan bijvoorbeeld op basis van de APV.
- Breng gebruikersgroepen in kaart door ze actief te zoeken en te benaderen.
- Probeer op ludieke wijze het gesprek over lachgas te starten en verlaag daarmee de drempel om het onderwerp aan te kaarten.
- Informeer gebruikers over lachgasgebruik: pas je boodschap aan op hun type gebruiker en hun eerdere ervaringen met middelen.
- Een eerlijke boodschap over veelvoorkomende risico’s is effectiever dan een boodschap waarin mogelijke risico’s die zelden voorkomen de overhand hebben.
- Probeer niet mee te gaan in paniek en onrust over het thema. Bedenk welke boodschap je wilt overbrengen en stem deze af met alle betrokken partijen.
Het instituut denkt op verzoek ook mee met gemeenten, zo deelde het onder andere kennis over lachgas in Utrecht. Het Trimbos Instituut kan ook gemeenten die al verder zijn met een specifieke aanpak koppelen aan gemeenten die denken aan eenzelfde soort aanpak.