Ga naar de inhoud

Drie inzichten voor toezicht tijdens de lockdown

Door de coronamaatregelen werken ook toezichthouders anders dan normaal. Het Landelijk Centrum Toezicht Kinderopvang (LCTK) vroeg toezichthouders in de eigen sector hoe dat beviel en trok daar lessen uit voor de toekomst. Welke inzichten uit deze evaluatie zijn ook nuttig voor andere toezichthouders?

Videogesprek

1. Beeldbellen: Zeker van toegevoegde waarde

Als je als inspecteur niet op locatie kunt komen, bijvoorbeeld door een lockdown, is toezicht via videoverbinding het beste alternatief. Niet dat het een volwaardige vervanging is voor een fysiek bezoek. Zo levert beeldbellen vaak te weinig informatie op om tot een goed oordeel te komen. Je kunt dan niet scherp genoeg observeren hoe het er op die plek aan toe gaat. En niet elke medewerker die je voor een inspectie van een organisatie wilt spreken, kan evengoed overweg met apps voor beeldbellen.

Een videocall blijkt wél heel geschikt om met organisaties te praten over bijvoorbeeld beleid, documenten of afgeronde inspecties.

Een videocall blijkt wél heel geschikt om met organisaties te praten over bijvoorbeeld beleid, documenten of afgeronde inspecties. Als je met een medewerker in gesprek gaat, kan zo’n conversatie op afstand zelfs diepgaander zijn dan wanneer die op locatie en tijdens het werk plaatsvindt. Vaak zijn mensen een stuk minder afgeleid en voelen ze zich beter gehoord. Videobellen kan dus zeker toegevoegde waarde hebben – niet alleen in coronatijd, maar ook daarna.

2. Inspecties: Ook incompleet van groot belang

Lang niet alle toezichthouders in de kinderopvang hebben in coronatijd al hun verplichte jaarlijkse onderzoeken uitgevoerd. Zo zegden ze inspecties af wanneer ze op bepaalde locaties niet konden voldoen aan alle voorwaarden voor gedegen onderzoek, bijvoorbeeld omdat ze belangrijke zaken niet op afstand konden checken. Begrijpelijk, maar toch is het goed om inspecties in zo’n geval níét helemaal af te zeggen. Ook als ze incompleet en alleen online zijn, zorg je er met die inspecties namelijk voor dat je verbinding houdt met organisaties en hun kwaliteit stimuleert.

Ook als ze incompleet en alleen online zijn, zorg je er met die inspecties voor dat je verbinding houdt met organisaties en hun kwaliteit stimuleert.

Welke voorwaarden voor gedegen onderzoek zijn wél haalbaar? Dat zouden deze toezichthouders samen met gemeenten moeten bepalen. Om het onderzoek vervolgens op die punten uit te voeren, in plaats van helemaal te cancelen. Daarnaast kunnen de toezichthouders wellicht volstaan met steekproeven bij organisaties die al langere tijd kwaliteit en goed beleid tonen. De tijd die ze zo besparen, kunnen ze dan besteden aan organisaties die meer aandacht nodig hebben. Veel efficiënter!

Relatiebeheer: Bron van cruciale informatie

Zelfs als je echt geen inspectie kunt uitvoeren, is het verstandig om als toezichthouder goed contact te houden met organisaties. Bijvoorbeeld door altijd open te staan voor vragen. En door aan het begin of het eind van het kalenderjaar gesprekken te voeren over aandachtspunten voor kwaliteit en toezicht. Dit relatiebeheer kan prima online of telefonisch. En het is ook cruciaal: het versterkt je band met die organisaties en het biedt ze handvatten om hun kwaliteit op peil te houden. Ook kun je zo zelf informatie inwinnen waarmee je – zodra inspecties weer mogelijk zijn – efficiënter en doeltreffender onderzoek kunt doen.

Uit je contact met organisaties kan blijken dat zij soms niet kúnnen voldoen aan alle kwaliteitseisen.

Uit je contact met organisaties kan bovendien blijken dat zij soms niet kúnnen voldoen aan alle kwaliteitseisen. Dat oorzaken buiten hun invloed in de weg staan, zoals een lockdown. Als toezichthouder weet je wellicht niet hoe je moet omgaan met deze situaties van overmacht. De richtlijnen hiervoor zijn namelijk niet eenduidig. Het is dus belangrijk dat er op korte termijn één set heldere instructies komt die voor iedereen geldt: van toezichthouders en gemeenten tot de organisaties die de controles ondergaan.

Meer weten?

Lees hier het rapport van het Landelijk Centrum Toezicht Kinderopvang.