Eén nationale inspectie? Een brede discussie over toezicht? Het is tijd om te komen tot reële verwachtingen over toezicht. Dat schrijft Peter van der Knaap, voorzitter van Vide (de beroepsvereniging voor toezichthouders, inspecteurs, handhavers en evaluatoren) in zijn gastcolumn.

Tjibbe Joustra en Pieter van Vollenhoven, voorzitter respectievelijk oud-voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), uitten recent hun zorgen over de kwaliteit en onafhankelijkheid van inspecties. Van Vollenhoven pleit omwille van de veiligheid in ons land voor samenvoeging van alle inspecties tot één nationale inspectie. Joustra roept op tot een brede discussie over toezicht. Beiden benadrukken dat het publieke belang gediend is bij een betere kwaliteit en grotere onafhankelijkheid van het toezicht.
Reële verwachtingen
Het is goed dat Joustra en Van Vollenhoven aandacht vragen voor het belang van goed en onafhankelijk toezicht. De discussie die zij aanzwengelen biedt ook een mooie kans om te komen tot reële verwachtingen.
Onafhankelijkheid geldt als een van de kernkwaliteiten van inspectie en toezicht. Het draait om zelfstandig te kunnen bepalen wat je inspecteert en hoe je dat doet. Het gaat ook om vrij tot een professioneel oordeel te komen – en om daarover zonder last van ruggenspraak te kunnen rapporteren.
Onafhankelijkheid geldt als een van de kernkwaliteiten van inspectie en toezicht.
De ondergeschikte hiërarchische verhouding van veel inspecties ten opzichte van ‘hun’ minister is al langer onderwerp van discussie. Juist om deze reden zijn veel markttoezichthouders inmiddels op grotere afstand van de ministeries geplaatst. Zo zijn onder meer de AFM en ACM zelfstandige bestuursorganen. Zij maken geen onderdeel uit van een departement en hoeven zich slechts periodiek aan minister en Tweede Kamer te verantwoorden.
Bezuinigd
Onafhankelijkheid ligt in het verlengde van kwaliteit. Inspecties hebben de mensen en de middelen nodig om hun werk goed te kunnen doen. De afgelopen jaren is bezuinigd op inspecties. Daarmee is veel kennis verloren gegaan. En dat is zorgelijk: zonder inhoudelijke deskundigheid kun je immers geen goed toezicht houden.
Zonder inhoudelijke deskundigheid kun je geen goed toezicht houden.
Soms is bezuinigen onvermijdelijk. Maar wanneer er bezuinigd wordt op toezichthouders zonder rekening te houden met de gevolgen daarvan, kan er een kloof ontstaan tussen taak en toerusting. Dat dat risico reëel is, constateerde de Algemene Rekenkamer al in 2013. Zo zijn de efficiëntievoordelen die het kabinet verwachtte van de samenvoeging van drie inspectiediensten tot de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) niet uitgekomen.
Kritische informatie
Naast voldoende mensen en middelen is onafhankelijkheid ook belangrijk om op tijd kritische informatie over risico’s te kunnen geven. “Speaking truth to power”, zoals de Amerikaanse beleidsonderzoeker Wildavsky het kernachtig heeft verwoord. Voorkomen moet worden dat de schijn ontstaat dat een toezichthouder onder curatele van een politiek verantwoordelijk minister komt te staan. Of, subtieler maar niet minder schadelijk, dat die toezichthouder zelfcensuur pleegt omdat men bang is voor de gevolgen van kritiek.

De Rijksoverheid én de rijksinspecties zijn zich gelukkig bewust van deze valkuilen. Het doel van de samenwerkende rijksinspecties is dan ook om ‘de rolverdeling tussen beleid en toezicht te verankeren’ en ‘heldere institutionele verhoudingen voor de rijksinspecties’ te bereiken. Hoewel abstract geformuleerd, zijn dit belangrijke doelen. Dat de inspecties nauw samenwerken en dat bovendien transparant doen is ook positief. Openheid over hun werkwijze komt hun positie ten opzichte van ondertoezichtgestelden ten goede. Bovendien vergroot een gezamenlijk optreden de zelfverzekerdheid en professionaliteit van de toezichthouders. En daarmee verbetert de effectiviteit van het toezicht.
Grote stappen vooruit
Het explosiegevaar bij het tankopslagbedrijf Odfjell in de Botlek, de fraude in de vleesindustrie, de aardbevingen rond de gaswinning in Groningen, de veiligheidsproblemen bij de kernreactor in Petten… Steeds als er een incident is, wordt er gekeken naar de manier waarop inspecties werken. En dan komen er al snel verregaande voorstellen voor sneller en beter toezicht.
Op zich is de roep om verandering begrijpelijk: toezicht en inspectie zijn belangrijk voor de veiligheid in ons land. Maar laten we ook beseffen dat de minister-president vorig jaar de zogeheten Aanwijzingen inzake de rijksinspecties heeft vastgesteld. In dat document staan al belangrijke afspraken over onafhankelijkheid, kwaliteit en vertrouwen. Zo zouden toezichtstaken van inspecties zichtbaar gescheiden moeten zijn van andere taken, zoals vergunningverlening. Ook de eigen verantwoordelijkheid van inspecteurs-generaal, bijvoorbeeld bij het opstellen van een jaarprogramma, staat op de agenda. Als deze aanwijzingen daadwerkelijk worden opgevolgd, zetten we mijns inziens al grote stappen vooruit.