De Inspectie van het Onderwijs neemt regelmatig een kijkje bij buitenlandse collega-inspecties. Onlangs stond Ofsted op het programma, de Engelse evenknie van de Inspectie. Wat leverde twee dagen gluren bij de buren op?

Als coördinator internationale samenwerking gaat Tessie Kuiper regelmatig met collega’s op bezoek bij buitenlandse inspecties. Engeland stond al lang op haar lijstje: “Aan de ene kant lijken onze werkvelden op elkaar. In beide landen kennen we bijvoorbeeld vrije schoolkeuze en willen we het grotere publiek inzicht geven in de onderwijskwaliteit op scholen. Maar er zijn ook verschillen. Zo heeft Ofsted een paar jaar geleden haar focus verlegd. In plaats van onderwijsresultaten, stellen ze daar nu het onderwijsaanbod en de samenhang centraal. Dat is uniek en wij waren benieuwd hoe ze dat aanpakten.”
Twee dagen dompelden Kuiper en haar collega’s zich onder in de werkwijze van de Engelse toezichthouder in Londen. Ook strategisch inspecteur Michelle van der Wal en onderwijsonderzoeker Hannah Bijlsma waren erbij. Van der Wal: “We woonden presentaties bij en voerden gesprekken met inspecteurs, onderzoekers en leraren.” Het leverde de volgende inzichten en leerpunten op.
Onderwijstoezicht in Engeland
Toezicht op het Engelse lager en middelbaar onderwijs is in handen van de Office for Standards in Education, Children’s Services and Skills (Ofsted). Ofsted houdt ook toezicht op lerarenopleidingen en jeugdzorg. Chief Inspector Amanda Spielman legt rechtstreeks verantwoording af aan het parlement. De Engelse toezichthouder hanteert een beoordelingssysteem dat scholen indeelt in categorieën, van zeer zwak tot uitstekend. Die beoordelingen zijn gebaseerd op de kwaliteit van het onderwijs en zaken als veiligheid, leiderschap en management. De beoordelingen zijn een hulpmiddel voor veel ouders bij het kiezen van een school voor hun kind(eren).
Onaangekondigd bezoek
De inspecteurs van Ofsted maken elke vijf jaar een inspectieronde langs alle scholen. In tegenstelling tot in Nederland staan zij bij alle scholen onaangekondigd op de stoep. Dit vanuit de overtuiging dat er zo een realistischer beeld ontstaat van de dagelijkse gang van zaken. Van der Wal: “In Nederland werken we meer vanuit vertrouwen en geven we scholen de kans om zich voor te bereiden. Onaangekondigde bezoeken doen we alleen als we ernstige risico’s op een school vermoeden. De vraag is natuurlijk of je met onaangekondigde bezoeken een beter beeld krijgt. Daarover voert de Nederlandse onderwijsinspectie nu gesprekken met scholen en besturen.”
Volop aandacht voor beoordeling
Engelse scholen zien zo’n onverwacht bezoek zeker niet allemaal met een gerust hart tegemoet: de toezichthouder staat bekend als strenge controleur, die strikte normen hanteert voor goed onderwijs. Die ongerustheid laat zien dat scholen en ouders in Engeland veel waarde hechten aan de eindbeoordelingen per school. “Het past in hun prestatiegerichte cultuur”, aldus Van der Wal. Scholen willen graag een goede beoordeling, omdat ouders en de pers die belangrijk vinden. Rapporten en eindbeoordelingen zijn gericht op ouders en Ofsted geeft er veel ruchtbaarheid aan. Ook pers en beleidsmakers pakken die publieke beoordelingen gretig op. “Het is een bewust onderdeel van de communicatiestrategie van Ofsted. Ze hopen dat scholen daardoor beter gaan presteren.”
“In Engeland laten scholen graag zien hoe goed ze presteren.”
Scholen pronken graag met die eindoordelen. Een school die als ‘outstanding’beoordeeld wordt, maakt dat bijvoorbeeld zichtbaar met een banner aan het schoolhek. Maar dat heeft ook een keerzijde. “Veel scholen willen zó graag een goede beoordeling, dat ze leerlingen laten oefenen om toetsen zo goed mogelijk te maken. Of ze sluiten leerlingen uit bij toetsen, om zo hoog mogelijk te eindigen op de ranglijst van scholen in hun regio.”
Het onderwijsaanbod centraal
Ofsted zet sinds 2017 het onderwijsaanbod centraal binnen het toezicht. Dat is het complete onderwijsprogramma van vakken, lessen, leerdoelen en toetsen. Scholen leggen hierin vast wat leerlingen leren en hoe ze het onderwijs organiseren. Kuiper: “Ofsted beoordeelt of het aanbod een goede samenhang heeft, is afgestemd op de leerlingen en wat het effect is op hun ontwikkeling. Is wat een leraar wil overbrengen terug te zien in de resultaten van kinderen?”

Extra aandacht gaat uit naar leren lezen. “Ofsted duikt daarvoor diep in een aantal schoolvakken, zoals lezen, maar ook rekenen of muziekles, en gaat na wat leerlingen ervan hebben opgestoken. Dat doet ze met uitgebreide lesobservaties, gesprekken met leerlingen en door werkboeken na te pluizen. Zo onderzoeken ze de effectiviteit van het onderwijs. In Nederland leggen we de focus bij de beoordeling van een school meer op naleving van wet- en regelgeving. Natuurlijk doen wij ook lesbezoeken en praten we met docenten en leerlingen, maar in Engeland is dit nauwkeurig vastgelegd in het inspectiekader.” En dat komt de onderwijskwaliteit ten goede, stelt Kuiper. “Uit onderzoek blijkt dat het taal- en rekenniveau van Engelse leerlingen omhoog is gegaan en het aantal scholen dat onvoldoende scoort omlaag. Voor ons leerzaam, omdat die basisvaardigheden in Nederland ook volop in de belangstelling staan.”
Evidence-based inspecteren
Het inspectiekader is in Engeland gebaseerd op inzichten uit wetenschappelijk onderzoek naar effectief onderwijs. “Tijdens inspectiebezoeken beoordeelt Ofsted hoe scholen daaraan bijdragen”, vertelt Bijlsma. “Hun beoordeling is gebaseerd op bewijzen die inspecteurs verzamelen tijdens een schoolbezoek. Ze schrijven op wat ze zien, zonder oordeel. Tijdens en na afloop van hun bezoek leggen ze hun bevindingen naast elkaar en zoeken naar overeenkomsten en verschillen. Op basis daarvan geven ze een oordeel.”
“Een school presteert vaak beter als de schoolleider ook als inspecteur werkt.”
Daarnaast haalt Ofsted inzichten uit data die ze in een uitgebreide database verzamelt. “Ofsted heeft een grote datascience-afdeling waar data per school beschikbaar is. Net als in Nederland kan Ofsted bij allerlei bestanden, zoals resultaten van centrale toetsen en klachten. Van deze data maakt hun systeem analyses, die inspecteurs helpen bij de voorbereiding van hun onderzoek. Zo’n analyse geeft risicogebieden aan die verder onderzocht moeten worden. Scholen hoeven dat voor een inspectiebezoek niet zelf te verzamelen en aan te leveren. Dat scheelt tijd en papierwerk.”
Dubbelrol: inspecteur én schoolleider
Een deel van de inspecteurs die Ofsted langs scholen stuurt, heeft een dubbele baan: naast inspecteur werken ze als schoolleider of bestuurder. “In de inspecteurstraining krijgen zij het kader en de beoordelingscriteria van Ofsted goed mee. Daar kunnen ze op hun eigen school dus op sturen. En reguliere inspecteurs leren weer van hen wat er in de praktijk op scholen gebeurt.” Scholen waar Ofsted-inspecteurs werken, krijgen vaker een goede beoordeling. Bijlsma: “Je kunt natuurlijk zeggen dat schoolleiders zo worden gedrild om te voldoen aan de criteria van Ofsted. Logisch dat zij beter scoren. Toch vinden we het een mooie manier om toezicht en onderwijs dichter bij elkaar te brengen.”
Interesse in Nederlandse aanpak
Tijdens het bezoek kwam ook de Nederlandse werkwijze ter sprake. Bijlsma: “In Engeland vinden ze onze bestuursgerichte aanpak interessant. Daarin staan het beleid en financieel beheer van schoolbesturen centraal, omdat besturen verantwoordelijk zijn voor de onderwijskwaliteit. Ofsted ziet dat sommige Engelse scholen met een slecht of matig bestuur ook minder goed presteren. Maar zij kunnen hier nog niet op handhaven, omdat de wet dat niet toelaat. Dat willen ze graag veranderen.”
“In Engeland vinden ze onze bestuursgerichte aanpak interessant.”
Waar een Engelse inspecteur zich vrij formeel opstelt, kiest de Nederlandse inspecteur een meer gelijkwaardige rol. Kuiper: “In 2022 ontstond onrust in Engeland na de zelfmoord van een Engelse schoolleider. Haar school ging van een ‘outstanding’ naar een ‘inadequate’ beoordeling. Veel scholen hekelen dat eindoordeel, het onaangekondigd toezicht én de houding van de inspecteurs, zo blijkt uit onderzoek van de Engelse onderwijsvakbond. Wij bieden scholen in Nederland meer een handreiking voor kwaliteit. We gaan in dialoog met besturen en kijken samen naar verbeterpunten. Uit evaluaties blijkt dat Nederlandse scholen dat waarderen. Daar mogen we trots op zijn.”