Ga naar de inhoud

Jongereninspecteurs bieden frisse blik op toezicht

Hebben inspecties aandacht voor wat er onder jongeren leeft? Met die vraag startte eind 2024 de samenwerking tussen de Inspectieraad en de Nationale Jeugdraad. Twaalf jongereninspecteurs lopen vanuit dit project mee bij twee inspecties. Adviseur Cansu Eroglu en jongereninspecteur Sweta Joosse delen hun eerste ervaringen.

Jongereninspecteurs op werkbezoek bij de IBDT
Jongereninspecteurs op werkbezoek bij de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (foto: Fred Libochant Fotografie)

Signalen en perspectieven ophalen in de maatschappij. Het hoort bij de rol van Cansu Eroglu, adviseur onderzoek in de samenleving bij de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD). “Gesprekken met burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijven – dat is voor mij dagelijkse kost. Die gesprekken helpen ons om te begrijpen wat er speelt in Nederland. Jongeren zijn daar natuurlijk een belangrijk onderdeel van. Ook zij moeten belastingaangifte doen van hun baan of bijbaan en kunnen toeslagen aanvragen. Maar ze weten niet altijd wat hun rechten en plichten zijn. Deze pilot met jongereninspecteurs is een uitgelezen kans om meer inzicht te krijgen in hun belevingswereld. En andersom: jongeren krijgen zo ook inzicht in het werk van inspecties.”

Meer over de pilot

De pilot met jongereninspecteurs is een initiatief van de Inspectieraad en de Nationale Jeugdraad (NJR). Met de samenwerking zorgt de Inspectieraad ervoor dat jongeren meepraten en meedenken over actuele en toekomstige maatschappelijke onderwerpen in het toezicht. Twaalf jongeren lopen mee bij de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJV). Ze richten zich bij beide inspecties op het thema bestaanszekerheid. Dit thema is gekozen in overleg tussen de Inspectieraad en de NJR.

Jongeren beter begrijpen

Als je toezicht wilt laten aansluiten op de samenleving, dan moet je ook jongeren betrekken, stelt Eroglu. “Jongeren zijn een belangrijke doelgroep voor ons. Zodra je achttien wordt, krijg je er ineens allerlei verantwoordelijkheden bij. Veel jongeren zijn daar niet op voorbereid en hebben geen idee wat ze moeten regelen. Om problemen te voorkomen, willen we weten of iedereen bijvoorbeeld gelijke toegang heeft tot informatie hierover. Het is onze taak om dit inzichtelijk te maken en te agenderen. Als toezichthouder moeten we verder alert zijn op hoe wet- en regelgeving uitpakt in de praktijk. Door met jongeren in gesprek te gaan en ze bij ons toezicht te betrekken, gaan we beter begrijpen waar ze tegenaan lopen. Ook krijgen we zicht op mogelijke blinde vlekken in hoe we ons toezicht inrichten.”

Meer dan geld

Sweta Joosse (29) is een van de jongereninspecteurs die meeloopt bij de IBTD. Na een bericht waarin de NJR jongeren opriep zich aan te melden als jongereninspecteur, gaf ze zich op. “Ik wil de stem van jongeren laten doorklinken binnen de samenleving. Zo ga ik voor het mediapanel van de NJR langs bij regionale omroepen en bespreek hoe zij onderwerpen die jongeren aangaan in het nieuws kunnen brengen. Het werk als jongereninspecteur sluit bovendien goed aan op mijn achtergrond. Naast mijn studie pedagogiek werk ik in de kinderopvang en daar heb ik de toeslagenaffaire van dichtbij meegemaakt. Genoeg redenen om me op te geven.”

“Door jongeren te betrekken, krijgen we beter zicht op onze blinde vlekken.”

Uit de aanmeldingen die de NJR ontving, selecteerde zij twaalf jongereninspecteurs. Tijdens een kick-off in maart gingen zij in gesprek met de twee inspecties over het thema bestaanszekerheid. “Het viel op dat jongeren dit thema breed invullen”, vertelt Eroglu. “Het gaat hen niet alleen om financiële zekerheid, maar ook of je lekker in je vel zit, gelijkwaardig behandeld wordt, mee kan doen in de samenleving en vertrouwen hebt in je toekomst. Dat inzicht helpt al om met een ruimere blik naar toezicht te kijken.”  

Vooroordelen boven tafel

Na de kick-off gingen zes jongereninspecteurs op werkbezoek bij de IBDT. Daar schoven ze aan bij een kennissessie over burgerperspectief. “In deze sessies onderzoeken we met externe experts hoe wij samen met collega’s het burgerperspectief mee kunnen nemen in ons toezicht. Ook gaan we dieper in op de gevolgen van ongelijke machtsverhoudingen tussen burgers en de overheid”, vertelt Eroglu. “We hebben het gehad over hoe keuzes in dataselectie kunnen leiden tot ongelijke behandeling of discriminatie. Denk aan keuzes om bepaalde groepen extra aandacht te geven. Dit speelde een grote rol in de toeslagenaffaire. Om die ongelijke behandeling te voorkomen, is onze inspectie opgericht.”

“Jongeren woonden kennissessies bij en gingen mee op werkbezoek naar het Ondernemersplein.”

Daarnaast gingen de jongeren langs bij het Ondernemersplein in Rotterdam. Eroglu: “Met de jongereninspecteurs bespraken we daar met medewerkers van het Ondernemersplein wat jonge ondernemers tegenkomen op hun zakelijke avontuur.” Joosse merkte daar hoe belangrijk het is om jongeren serieus te nemen. “Medewerkers dachten soms dat de meeste jonge ondernemers onbezonnen zijn, zonder kennis een bedrijf starten en daardoor sneller problematische schulden maken. Maar dat klopt niet altijd.”

Sweta Joosse

“Ook viel me op dat bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel geen vinger aan de pols houdt bij jonge ondernemers”, vertelt Joosse. “Als het dan fout gaat, ben je te laat. Ik denk dat er meer begeleiding moet komen en een mogelijkheid voor jongeren om aan de bel te trekken als ze problemen hebben binnen hun onderneming.”

Waarde van verschillende perspectieven

Tijdens het Toezichtfestival op 24 juni presenteren de jongereninspecteurs hun bevindingen en aanbevelingen. Voor Eroglu en Joosse is de samenwerking nu al geslaagd. “We zien hoe waardevol het is dat jongeren met verschillende achtergronden meedoen”, zegt Eroglu. “Een van de jongeren studeert bestuurskunde en benadert bestaanszekerheid en toezicht vooral vanuit beleid. Een ander is zelf slachtoffer van de toeslagenaffaire – zij kijkt juist naar de gevolgen van beleid. Die verschillen houden ons scherp.”

“De verschillende perspectieven waarmee jongeren naar toezicht kijken, houden ons scherp.”

Joosse en Eroglu hopen dat het project een structureel vervolg krijgt. “Drie maanden is eigenlijk te kort”, zegt Cansu. “Als je het perspectief van jongeren serieus wilt nemen, heb je meer tijd nodig om elkaar te leren kennen en te reflecteren op wat je ziet in de praktijk. Het lijkt me bijvoorbeeld interessant om vaker een jongereninspecteur mee te nemen op werkbezoek. Zo blijf je van elkaar leren.”