Ga naar de inhoud

Kinderarbeid, what’s new?

Is het verbod op kinderarbeid nog van deze tijd? Vraagt vaste columnist en inspecteur-generaal van de Nederlandse Arbeidsinspectie Rits de Boer. Het stamt uit de negentiende eeuw. Toen toenemende industrialisatie ertoe leidde dat werk in fabrieken en werkplaatsen als drukkerijen, smederijen en brouwerijen veelal vies, ongezond, zwaar en lang was. Hoe moet je dat vergelijken met arbeid van nu, bijvoorbeeld van jonge influencers op TikTok, Instagram en YouTube?

Kinderarbeid toen

Ook al verdienden kinderen weinig, veel ouders konden het geld goed gebruiken. Het werk was vaak ongezond, qua omstandigheden én arbeidsduur. Inspecteurs die toezicht hielden op stoommachines, bij uitstek het symbool van industrialisatie, maakten de weg vrij voor dat verbod. Hoe kwam dat?

Stoommachines konden ontploffen. Dus werd daar sinds halverwege de negentiende eeuw toezicht op gehouden door de overheid. De ingenieurs die de drukapparatuur inspecteerden, hadden óók een scherp oog voor arbeidsomstandigheden die ze op die manier van dichtbij meemaakten. Ze rapporteerden aan de Tweede Kamer over onveilige en ongezonde omstandigheden waarin werd gewerkt door kinderen.

Veranderende samenleving

Daarnaast speelde nog een ontwikkeling die maakte dat artsen en ingenieurs ook pleitten voor betere arbeidsomstandigheden. Dat was dat kinderen niet meer als kleine volwassenen werden gezien die ook gewoon kunnen werken, maar dat zij juist opleiding en onderricht nodig hebben én verdienen. Daardoor leerden steeds meer kinderen lezen en schrijven, en groeide het besef dat iedereen recht had op ontwikkeling en een beter leven. Verder zorgde de wat eerdere industrialisatie in andere landen ervoor dat kinderarbeid daar al verboden was. 

Kinderarbeid vroeger
Kinderarbeid toen

Nieuwe wetgeving

Het ‘Kinderwetje van Van Houten’ uit 1874 was de eerste wet in Nederland die kinderarbeid beperkte. Kinderen onder de twaalf mochten voortaan niet meer in fabrieken en kleine werkplaatsen werken. Het was een initiatief van Kamerleden die het getreuzel van de regering zat waren. Maar het parlement ging niet helemaal mee: kinderen mochten nog wel werken in de landbouw. En het plan om gemeenten zelf leerplicht te laten invoeren, verdween uit het voorstel.

Pas vijftien jaar na de wet vond men het ook nuttig om toezicht te gaan regelen. Te beginnen met drie arbeidsinspecteurs. Het begin van wat nu de Nederlandse Arbeidsinspectie is. Dat drong kinderarbeid verder terug. Maar meer nog dan toezicht, zorgde de algemene leerplicht van 1901 daarvoor. In de loop van de negentiende eeuw was schooldeelname al opgelopen tot zo’n 90 procent. En vanaf 1901 gold officieel bevestigd: leren kreeg voorrang boven werken.

Ontheffingen voor kinderarbeid

Een recent artikel van Timon de Groot Pippi kreeg nooit betaald! laat zien hoe sinds het begin van de twintigste eeuw nieuwe ontwikkelingen, zoals televisie, steeds opnieuw vroegen om een herdefinitie van kinderarbeid. Zo had je in de jaren zestig kindsterretjes als Heintje en Wilma, die razend populair waren. In hoeverre was er sprake van werk als kinderen op tv verschenen? De Arbeidsinspectie kreeg een rol om van geval tot geval ontheffingen te verlenen. Vooral om te voorkomen dat deze kinderen een overdreven sterrenstatus kregen en dat ze daar onder zouden lijden. Want commerciële uitbuiting kan schadelijk zijn voor de ontwikkeling van het kind.

Kinderarbeid nu

Je zou kunnen denken dat, in onze postindustriële kennis- en diensteneconomie, werk gelijkstaat aan zelfontplooiing. In de zin van het volgen van je passie en de ultieme viering van individualiteit. In dat licht gebruiken jongeren sociale media volop om zich te laten zien. Een verbod op arbeid kan dan voelen als een rem op hun persoonlijke ontwikkeling.

Maar de realiteit is anders. Waardoor per saldo de argumenten voor het verbod wel echt de doorslag blijven geven. En net als toen is het verbod maar één onderdeel van een breder maatschappelijk vraagstuk.

Veranderende samenleving

Ga maar na. De beheersing van basisvaardigheden staat onder druk. Scholen en ook de onderwijsinspectie wijzen daarop. De digitale samenleving maakt jongeren vaak – soms onbedoeld, maar vaak bewust – verslaafd. Alles is erop gericht hun aandacht te trekken en vast te houden – voor kleding, games, filmpjes, gokken of contact met anderen.

Als gevolg daarvan gaat het slecht met de mentale gezondheid van veel jongeren. Een groeiend percentage van hen doet een beroep op de geestelijke gezondheidszorg.

De digitale samenleving brengt ook vergaande vragen mee over intellectueel eigendom, privacy en recht op vergetelheid: het recht te vragen om verouderde of schadelijke informatie over jezelf offline te halen. Dat roept de vraag op hoe we jongeren hierin blijven beschermen, want zij hebben nog steeds recht op opvoeding en bescherming. Niet voor niets heeft Australië wetgeving aangenomen die volgend jaar sociale media onder de 16 wil verbieden.

 Kind prijs kleding aan via social media
Kinderarbeid nu

Ontoereikende wetten

Uit een verkenning naar jonge influencers van de Arbeidsinspectie in 2020 bleek dat commerciële belangen sterk meespelen. Bedrijven brengen via jongeren hun producten onder de aandacht van hun doelgroep. Ook bleek dat er geen helder normenkader is voor wat jongeren die werken als influencer mentaal en emotioneel aan kunnen. Daaruit zouden ouders en opvoeders kunnen afleiden hoe je verstandig omgaat met werken en geld verdienen op social media. Ook bleek dat de verdienmodellen op internet zó divers zijn, dat er bijna nooit een werkgever is die verantwoordelijk kan worden gehouden voor bescherming van kinderen.

Eerste wetgeving

Frankrijk introduceerde als eerste land in 2021 wetgeving. Onder de 16 jaar moeten jongeren toestemming krijgen van de overheid om als influencer te werken. En ouders en commerciële partijen moeten het salaris of de inkomsten boven een drempelbedrag (bijna) volledig overmaken aan de consignatiekas (‘caisse des dépôts et consignations’). Dat is een rekening waar de overheid geld bewaart tot de rechthebbende zich meldt. Dan kunnen jongeren erover beschikken als zij volwassen worden. De gedachte hierachter is dat ouders anders financiële belangen boven die van hun kind stellen. Dat terwijl zij bij uitstek een beschermende rol hebben.  

Nieuwe regels in Nederland

Voor sommige vormen van kinderarbeid bestaan wél duidelijke regels. Zoals voor zogenaamde kunstkinderen, die meedoen aan films of theatervoorstellingen. En die regels bewijzen dagelijks hun nut. Kinderen tot 13 jaar mogen in principe niet werken, maar voor kunstkinderen in deze leeftijdscategorie kun je een ontheffing krijgen. Zonder deze systematiek zouden zonder enige twijfel meer kinderen veel vaker worden ingezet, met alle gevolgen voor school en ontwikkeling van dien.

Goed nieuws voor kinderen die online in beeld komen. Staatssecretaris Nobel wil jonge influencers en kinderen in familievlogs beter beschermen. Daarom stelt hij voor om de regels voor kunstkinderen ook op hen toe te passen. Ouders worden dan gezien als werkgever en moeten een ontheffing aanvragen als hun kind commercieel actief is op sociale media. Zo komt er meer grip op deze nieuwe vorm van kinderarbeid.

Meer dan arbeid

We zien dus goede nieuwe ontwikkelingen tegen kinderarbeid. Tegelijkertijd beschermen de huidige regels en normen niet voldoende tegen de gevaren van nieuwe ontwikkelingen. Het voornemen om de regels voor arbeid te moderniseren is positief. Maar net als eerder is ook nu arbeid maar één aspect van een breder vraagstuk over welzijn, opvoeding en onderwijs van jongeren. Nieuwe normering bij arbeid kan niet zonder nieuwe normering op die andere terreinen. Kortom, het verbod op kinderarbeid mag dan negentiende-eeuws zijn, het is nog onverminderd actueel.