Ga naar de inhoud

Menselijke maat centraal bij nieuwe Inspectie belastingen, toeslagen en douane

Onafhankelijk en transparant toezichthouden, de menselijke maat terugbrengen en het vertrouwen van de burger in de overheid herstellen. Het zijn de niet mis te verstane doelen van de nieuwe Inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD). Kersverse inspecteur-generaal Bart Snels vertelt waarom zijn inspectie zo hard nodig is, hoe ze hun doelen willen halen en waarom hij de aangewezen man aan het roer is.

Puzzel met poppetjes

“Het vertrouwen van mensen moet hersteld worden”, stelt Bart Snels. “Vooral in de Belastingdienst, maar ook in de overheid in het algemeen. Want niet alleen bij de drie uitvoeringsorganisaties waar wij toezicht op houden, is de menselijke maat uit het oog verloren. Als Kamerlid zorgde ik er met mijn motie voor dat er een parlementaire ondervragingscommissie kwam over de toeslagenaffaire. Die commissie bracht aan het licht dat op alle fronten signalen van en over burgers, die door de overheid in de wielen werden gereden, niet werden opgepikt en uitgewisseld. Niet tussen uitvoerders en beleidsmakers en niet tussen departementen onderling. Ook de rechterlijke macht heeft steken laten vallen. Er is niet één schuldige aan te wijzen – het is een complex systeem, dat volledig uit de rails is gelopen.”

De menselijke maat

Hoofddoel van Snels en zijn collega’s is dan ook om de menselijke maat centraal te stellen binnen de drie uitvoeringsdiensten Belastingdienst, Toeslagen en Douane. Dat betekent wat hem betreft dat zij zich houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Kort door de bocht: zorgvuldig, vertrouwenwekkend, consequent, begrijpelijk en eerlijk met mensen omgaan. De inspectie toetst hoe uitvoeringsdiensten en de wetgever invulling geven aan de menselijke maat door in hun onderzoeken altijd onder andere de volgende vragen te stellen:

Bart Snels
Bart Snels
  • Wordt de burger gezien of alleen de letter van de wet?
  • Wordt er behoorlijk omgegaan met de burger?
  • Is de rechtsbescherming goed geregeld?
  • Zijn er voldoende tegenkrachten?
  • Is de wetgeving uitvoerbaar?

Snels: “Zo moeten burgers meer vertrouwen krijgen in deze drie uitvoeringsdiensten van de overheid. En dat lukt in mijn ogen alleen als iedereen binnen de uitvoeringsorganisaties ervan doordrongen raakt dat ze anders moeten werken. En ook betrokken worden bij de discussie hóe ze anders moeten werken.”

Een effectieve stem

De relatief kleine inspectie met haar 25 medewerkers staat voor een monstertaak, die ze gezien de geringe bezetting slim moet invullen. “We zijn allemaal druk bezig met signalen oppikken, risicoanalyses maken en de eerste onderzoeksvoorstellen doen op basis van ons werkprogramma. (Zie kader, red.) De klassieke manier van toezichthouden zou nu zijn om lange-termijn-onderzoek uit te voeren en met adviezen te komen. Maar voor sommige onderwerpen, is het gevoel van urgentie hoog en zijn de verwachtingen groot. Wij willen zo snel mogelijk laten weten aan de buitenwereld dat we er zijn, wat we zien én wat mogelijke verbeteringen zijn.”

“Voor sommige onderwerpen, is het gevoel van urgentie hoog en zijn de verwachtingen te groot voor klassiek toezicht. Wij moeten zo snel mogelijk laten weten aan de buitenwereld wat we zien én wat we eraan doen.”

“Het was daarom fijn dat we zo snel na de oprichting in de gelegenheid werden gesteld om onszelf te introduceren in de Tweede Kamer.” Deze communicatie met de Kamer – en met het publiek – is een belangrijk onderdeel van het interventie-arsenaal van de inspectie. Omdat ze toezicht houden op de overheid en niet op bijvoorbeeld marktpartijen kan de Inspectie BTD namelijk geen straffen uitdelen of boetes opleggen. Snels: “Ons enige instrument is communicatie. Via de reguliere media, maar ook onze eigen kanalen die we nog ontwikkelen, zoals sociale media en een website. Zo kunnen we een onafhankelijke stem zijn in het debat over het functioneren van de drie uitvoeringsdiensten.”

Onafhankelijk, transparant en toegankelijk

De inspectie hecht groot belang aan haar onafhankelijkheid. “Als er ook maar de schijn is van belangenverstrengeling of inmenging van het ministerie, dan ondermijnt dat ons gezag”, aldus Snels. “Daarom hebben we onze onafhankelijkheid goed vastgelegd. En wel op zo’n manier dat dit intussen als voorbeeld geldt voor andere inspecties. Zo bepalen we zelf ons werkprogramma, communicatiestrategie en hoe we ons budget besteden. “Ik zit zelf niet in de bestuursraad van het ministerie van Financiën en we zitten ook fysiek op afstand van het ministerie. En we hebben algemene toestemming om met de Kamer te communiceren.” Zo is er door de inspectie bedongen dat ze dit mag doen zónder tussenkomst van de minister. De inspectie kan dus zelf problemen aankaarten, ook als ze waarneemt dat de Kamer zelf bijdraagt aan fouten.

“We hebben onze onafhankelijkheid goed vastgelegd en wel op zo’n manier dat ik begrijp dat het een voorbeeld is voor andere inspecties.”

Naast die onafhankelijkheid vindt Snels het belangrijk dat de inspectie regelmatig verantwoording aflegt. “Niet alleen aan de minister, maar ook aan de Kamer en aan de samenleving. Bij alles wat we doen, moeten we compleet transparant zijn over met wie we praten en hoe we tot onze conclusies komen. Alleen zo kunnen we bewijzen dat we ook daadwerkelijk onafhankelijk opereren en behouden we onze geloofwaardigheid.”

Slim leveren

Snels meent dat zijn achtergrond hem goed van pas komt in zijn rol als inspecteur-generaal bij deze inspectie. “Ik ben ooit gepromoveerd, maar ik ben niet echt een wetenschapper. Ik werkte twintig jaar geleden bij het ministerie van Financiën, maar ben niet echt een ambtenaar. Ik heb in de journalistiek gewerkt bij o.a. Buitenhof, maar ben niet echt een journalist. En ik heb in de Kamer gezeten, maar ben niet echt een politicus. Ik kan goed tussen de linies door bewegen, signalen oppikken, discussies voeren en een stem in een complex debat zijn. En dat is nou precies wat er nodig is in een toch best ‘giftig’ speelveld, waarin mensen vernederd zijn door de overheid en het vertrouwen moeilijk te herstellen valt.”

“Ik kan goed tussen de linies door bewegen. En dat is nou precies wat er nodig is in een toch best ‘giftig’ speelveld waarin mensen zo vernederd zijn door de overheid.”

Geen alibi

De nieuwe inspectie staat aan het begin van een taai proces. “Vertrouwen herstellen is een grote opdracht. Niet alleen voor de Belastingdienst en Toeslagen, maar voor onze hele overheid. Die taak wordt gelukkig ook in de politiek breed gedragen, het hele eerste hoofdstuk van het regeerakkoord gaat hierover. Het grootste risico dat wij nu lopen is dat de politiek ons als lapmiddel gebruikt voor de dingen die fout zijn gegaan bij de Belastingdienst en Toeslagen. Dat maakt het des te belangrijker dat wij signalen delen, het debat over de menselijke maat blijven aanzwengelen en mensen daar zo goed mogelijk in meenemen.”

Werkwijze van de Inspectie BTD

In 2022 zet de inspectie in op vijf thema’s. Binnen die thema’s doen zij onderzoek en brengen ze adviezen uit. Het gaat om:

  1. Aansluiting op de leefwereld van burgers en bedrijven
  2. Werkomgeving Belastingdienst, Toeslagen, Douane
  3. Risicoselectie en geautomatiseerde besluitvorming
  4. Vroegsignalering van problemen en klachten
  5. Gevolgen en wijzigingen in persoonlijke situaties voor toeslagen

Daarnaast verzamelt de inspectie doorlopend signalen over knelpunten in de wet- en regelgeving, uitvoering en rechtspraak bij de Belastingdienst, Toeslagen en Douane. Binnen de samenleving doen ze dit door gesprekken te voeren, onder ander met mensen binnen en buiten de overheid en de doelgroepen van de Belastingdienst, Toeslagen en Douane. Verder doen zij kwantitatief en kwalitatief onderzoek onder burgers en bedrijven en monitoren ze traditionele en sociale media. Binnen de Belastingdienst en Toeslagen gaan zij ook in gesprek met medewerkers. Bij de Douane voert de inspectie risicoanalyses uit en gaan ze in gesprek met medewerkers.

Er zijn inmiddels veel regelingen en instituties die een rol spelen in de hersteloperatie van de toeslagenaffaire. De gedupeerden moeten zo snel mogelijk worden gecompenseerd en de inspectie wil daar niemand voor in de weg zitten. Maar zij volgt de aanpak wel nauwlettend en sluit niet uit dat zij hierin op enig moment zelf ook een constructieve en aanjagende rol moet vervullen.