‘Verbeter en vernieuw het toezicht en stel de maatschappelijke functie centraal.’ Dat was de belangrijkste boodschap van het in 2013 verschenen rapport over de staat van toezicht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). In de bundel ‘Reflecties op de staat van toezicht’ maken toezichtsexperts de balans op. Hoe staat het toezicht er vijf later voor?

In ‘Reflecties op de staat van toezicht’ komen diverse toezichtsexperts aan het woord. De vijf aanbevelingen uit het WRR-rapport zijn in deze bundel omgedoopt tot thema’s. Over ieder thema laten twee experts hun licht schijnen. In hoeverre heeft het toezichtsveld vijf jaar later opvolging gegeven aan deze aanbevelingen?
De aanbevelingen uit het WRR-rapport
Het WRR-rapport ‘Toezien op publieke belangen. Naar een verruimd perspectief op rijkstoezicht’ bevat vijf aanbevelingen voor toezicht:
• Stel de maatschappelijke functie van toezicht centraal;
• Breng de opbrengsten van toezicht in kaart;
• Hanteer een governancebenadering;
• Versterk de reflectieve functie van toezicht;
• Besteed hernieuwd aandacht aan de kernwaarden van toezicht.
“Als toezichthouders reflecteren wij continu op het werk van anderen”, vertelt Teusjan Vlot, algemeen secretaris van Bureau Inspectieraad. “Dan moet je zo nu en dan ook reflecteren op je eigen werk. Bovendien vinden we het belangrijk dat we als beroepsgroep continu met elkaar in gesprek gaan over wat nu precies goed toezicht is en hoe je dat bereikt. Zo’n reflectie is daar een perfect middel voor. Het is interessant om te zien hoe toezicht zich door de jaren heen ontwikkelt en hoe het toezichtveld omgaat met de aanbevelingen uit het WRR-rapport. Mij vallen drie zaken in het bijzonder op.”
“Er komen bijvoorbeeld meer ‘Staten van’ en toezichthouders gaan vaker met ondertoezichtgestelden en de samenleving in gesprek over hun rol.”
“De reflectieve functie wordt sterker”
“Reflectief toezicht wil zeggen dat je als toezichthouder niet alleen je daadwerkelijke toezicht uitvoert en interventies pleegt, maar dat je daar ook als het ware boven kunt hangen. Dat je ziet wat er in de sector gebeurt en hoe je optreden daarin past. Dat je een soort systeemrol vervult, in plaats van alleen maar handhavingsactiviteiten afwerkt. Voor veel toezichthouders is dat de afgelopen vijf jaar een enorme omslag geweest, omdat ze van oudsher niet zo werken. Toezichtsbreed worden we daar steeds beter in. Toezichthouders vervullen steeds meer die systeemrol. Er komen bijvoorbeeld meer ‘Staten van’ en toezichthouders gaan vaker met ondertoezichtgestelden en de samenleving in gesprek over toezicht en hun rol als toezichthouder. Het gaat met vallen en opstaan. We hebben al veel gedaan, maar er is ook nog een hoop te doen.”
“Het idee is dat je effectiever bent als je je verbindt met bijvoorbeeld brancheorganisaties, belangengroepen van burgers en ngo’s.”
“Samenwerken heeft een andere lading”
“Ook vijf jaar geleden was samenwerking al een belangrijk thema binnen toezicht, maar toen had het een totaal andere lading. Inspecties moesten beter onderlinge afspraken maken over wanneer zij bij welke ondertoezichtgestelde over de vloer kwamen. Een heel operationele vorm van samenwerking. Nu gaat het vooral over de verbinding zoeken met andere partijen in het toezichtsveld. Het idee is dat je effectiever bent als je je verbindt met bijvoorbeeld brancheorganisaties, belangengroepen van burgers en ngo’s. Dat zijn namelijk partijen die zich in de omgeving van ondertoezichtgestelden bevinden en hen beïnvloeden, waardoor je het grotere geheel beter begrijpt.”
“De bakker om de hoek is nu eenmaal een ander bedrijf dan een multinational. Die kun je niet over één kam scheren.”

Situationeel toezicht in plaats van eenheidsworst
“Vijftien jaar geleden besloot men dat toezicht goedkoper moest. Dat moest met een model waarbinnen zoveel mogelijk ondertoezichtgestelden een gelijke aanpak kregen: een eenheidsworst. Maar dat werkte niet. Dat blijkt ook wel uit de essays in ‘Reflecties op de staat van toezicht.’ De enige manier om goed toezicht te houden is situationeel: kijken naar de verschillen tussen sectoren en ondertoezichtgestelden.
De bakker om de hoek is nu eenmaal een ander bedrijf dan een multinational. Die kun je niet over één kam scheren. Er is te snel gedacht dat je door eenheid te creëren meer toezicht kunt uitvoeren en kosten vermindert. Situationeel toezicht is de oplossing, al is de logische consequentie daarvan dat het ingewikkelder is, en soms ook duurder.”
Aan de slag
“Over het algemeen kun je zeggen dat toezicht in beweging is, maar dat er nog een hoop werk te doen is. Dat maakt het extra interessant om te zien waar we over een paar jaar staan. Ik hoop daarom dat we over twee jaar weer een reflectiebundel kunnen maken. Een centraal moment, waarop we met de toezichtgemeenschap nagaan waar we staan en wat we signaleren. Bovendien houdt het niet op met zo’n reflectie. We moeten erover discussiëren en mee aan de slag gaan. Daarom plannen we dit najaar vervolgbijeenkomsten, waar we als toezichthouders met elkaar praten over ons vak. Dit alles om een bijdrage te leveren aan de permanente dialoog over de status van toezicht en het toezicht zo continu te verbeteren.”
Wil je meer lezen? Bekijk dan het WRR-rapport ‘Toezien op publieke belangen. Naar een verruimd perspectief op rijkstoezicht’ en ‘Reflecties op de staat van toezicht’ van de Inspectieraad.