Uitslaande brand, zware explosies en lekkende giftige stoffen: áls het misgaat bij bedrijven in de chemische industrie, gaat het vaak goed mis. Aangezien regelovertreding zulke grote gevolgen kan hebben, worden bedrijven waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn over het algemeen jaarlijks geïnspecteerd. Welke regels overtreden zij? Zijn er patronen te ontdekken in die overtredingen? En zijn ze voorspellend voor toekomstige incidenten?

In Nederland vallen bijna vierhonderd bedrijven onder Brzo-wetgeving. Brzo staat voor Besluit risico’s zware ongevallen. Bij al deze bedrijven bevinden zich gevaarlijke stoffen. Door het frequente inspectiebezoek zijn er veel inspectierapporten van deze sector beschikbaar. Deze worden verzameld in de Gemeenschappelijke Inspectie Ruimte Brzo-bedrijven (GIR). Een groep wetenschappers van de Universiteit Leiden en de Vrije Universiteit Amsterdam gebruikten deze database voor hun onderzoek naar regelovertredingen van chemische bedrijven tussen 2007 en 2017. Omdat meer kennis over de aard van deze overtredingen inspectiediensten inzicht kan geven in de meest passende manier van toezichthouden, onderzochten de wetenschappers of er patronen te ontdekken zijn in die overtredingen. En of die patronen een model opleveren waarmee toekomstige incidenten te voorspellen zijn.
Veel regels, veel overtredingen
Iemand die het criminele pad op gaat, maakt vaak een ontwikkeling door. Hij begint als kind met bijvoorbeeld kleine diefstallen, die uiteindelijk kunnen uitmonden in forse criminaliteit. “Dat concept pasten wij toe op regelovertreding van chemische bedrijven”, vertelt Marieke Kluin. Zij is criminologe aan de Universiteit Leiden en projectleider van dit onderzoek. “Kunnen we patronen ontdekken in de mate waarin en de wijze waarop zij regels overtreden? En zo ja, wat kunnen we vervolgens met die informatie?”
“Maar liefst negen op de tien Brzo-bedrijven overtreden de regels.”
Door het hoge risico dat ze lopen, zijn Brzo-bedrijven gebonden aan een karrevracht aan regels. De overtredingen die zij begaan, lopen daardoor ook behoorlijk uiteen. Kluin: “Ze variëren van de aanwezigheid van een kopje koffie in een ruimte waar dat niet mag tot het nemen van grote veiligheidsrisico’s waardoor inspecteurs installaties moesten stilleggen. We ontdekten dat Brzo-bedrijven generalisten zijn. Ze begaan verschillende overtredingen, niet één specifieke. En het gaat om veel overtredende bedrijven. Liefst negen op de tien Brzo-bedrijven overtreden de regels. En bij 6,9 procent gaat het om notoire overtreders. Zij zijn verantwoordelijk voor bijna een kwart van de 7.700 overtredingen die we in totaal telden.”
Patronen en voorspelbaarheid
Wat Kluin en haar team verraste, was dat Brzo-bedrijven dynamischer waren dan gedacht. Er zijn notoire overtreders, maar zij overtreden niet tien jaar lang dezelfde ernstige regels. Terwijl eerder onderzoek van Kluin daar juist wel op wees. “Onze aanname was dat een bedrijf dat bijvoorbeeld de Arbo-regels continu aan zijn laars lapt, zich dan wél zou houden aan andere voorschriften. Maar dat is dus niet het geval. Uit ons onderzoek blijkt dat de aard van de overtredingen juist heel veranderlijk is. Binnen die variëteit aan overtredingen hebben we verschillende patronen ontdekt. Grofweg zijn die in te delen in drie groepen: bedrijven waarbij het aantal gemaakte overtredingen door de tijd toeneemt, afneemt of gelijk blijft.”
“Helaas hebben we geen verband kunnen ontdekken tussen regelovertredingen en latere incidenten.”
Zegt plaatsing in zo’n groep ook iets over de voorspelbaarheid van incidenten? “Helaas hebben we geen verband kunnen aantonen tussen een geschiedenis van regelovertreding en latere incidenten”, vertelt Kluin. “Dat was wel onze hypothese, dus probeerden we te achterhalen hoe het komt dat die aanname niet klopt. Het heeft mogelijk te maken met een tekort aan data. Want voor dit gedeelte van het onderzoek hadden we data van maar 69 bedrijven, alleen Brzo-bedrijven in Rotterdam Rijnmond. Dat was een openbare database met geregistreerde incidenten.”
Kluin en haar team zijn inmiddels een vervolgonderzoek gestart. “De relatie tussen regelovertreding en het voorspellen van ongevallen leidde bij ons tot zo veel vragen dat we nu een verdiepend onderzoek zijn begonnen. Niet kwantitatief dit keer, maar kwalitatief. We interviewen inspecteurs en experts over het gebrek aan dat verband. Hoe komt dat? Daar gaan we ons het komende jaar mee bezighouden.”
Lessen voor toezichthouders
Met name de ontdekte patronen in de ontwikkeling van regelnaleving en -overtreding zijn interessant voor handhavers. “In de praktijk zie je vaak dat handhaving statisch van aard is. Een individueel bedrijf behoort tot een bepaald type en zal daartoe ook blijven behoren. Maar ons onderzoek laat zien dat regelnaleving door een bedrijf door de jaren heen kan veranderen. Bedrijven die in het begin van de onderzochte periode relatief vaak een bepaald type regels overtreden, zijn niet per se dezelfde die dit aan het einde doen en omgekeerd.”
“Bedrijven die in het begin van de onderzochte periode relatief vaak de regels overtreden, zijn niet per se dezelfde die dit aan het einde doen en omgekeerd.”
De onderzoekers pleiten daarom voor een dynamisch perspectief van de toezichthouder. “Als toezichthouders vast kunnen stellen of het ondertoezichtgestelde bedrijf een patroon volgt waarin het aantal overtredingen toeneemt, afneemt of gelijk blijft, zegt dat iets over hoe dat patroon zich de jaren daarna ontwikkelt. Daar kunnen zij dan hun manier van toezichthouden op aanpassen. Bedrijven met een stijgend patroon hebben bijvoorbeeld zwaardere handhavingsmiddelen nodig. Zo kunnen toezichthouders voorkomen dat zij zich ontwikkelen tot veelpleger. Terwijl een bedrijf in de dalende groep juist geholpen is met advies over hoe zij die trend kan voortzetten. Herken je het patroon, dan weet je welke aanpak het meest effectief is.”
Van congres naar publicatie
Kluin en haar team voerden dit onderzoek uit in opdracht van het programma Handhaving en Gedrag. Dit programma richt zich op de ontwikkeling en verspreiding van wetenschappelijke kennis over gedrag in relatie tot regelnaleving. Kluin besprak de voorlopige resultaten van het onderzoek eerder tijdens het congres Handhaving en Gedrag op 1 november 2018. Op 25 februari 2020 was de publicatie van het volledige onderzoek, dat Marieke Kluin deed samen met Ellen Wiering, Marlijn Peeters, Arjan Blokland en Wim Huisman. Download het onderzoek.