Digitalisering maakt niet alleen het dagelijks leven een stuk eenvoudiger, ook toezicht plukt er de vruchten van. Maar is dat nu wel zo’n goede ontwikkeling? Dat vraagt columnist Jorren Scherpenisse zich af. Digitale hulpmiddelen zoals tablets maken toezicht weliswaar sneller, slimmer en simpeler, maar lang niet altijd beter.

Mijn dochter gaat voor het eerst naar de middelbare school. Een nieuwe, spannende fase. Niet alleen voor haar, maar ook voor haar ouders. Naar een nieuwe school gaan betekent immers dat je eerst moet uitzoeken welke school het beste past. Dus hebben we het afgelopen jaar veel schoolbezoeken afgelegd – samen met honderden andere ouders – en schoolsystemen vergeleken. De keuze voor wel of geen digitaal onderwijs was een heikel punt. Al was het een vorm van onderwijs waar we als ouders op de basisschool al de eerste ervaringen mee op hebben gedaan.

Jorren Scherpenisse is psycholoog en bestuurskundige. Hij is onderzoeker bij de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB). Hij werkt aan een proefschrift over tijdsensitiviteit in het openbaar bestuur. In zijn columns belicht hij de factor tijd in het toezicht.
Steeds meer scholen digitaliseren delen van hun onderwijs, onder meer met de inzet van tablets. Dat doen ze niet zomaar, want het sluit aan bij de belevingswereld van kinderen. Bovendien is het goed leren omgaan met digitale middelen een basisvereiste om klaar te zijn voor de toekomst. Een tablet is snel, slim en werkt bovendien heel simpel voor de gebruiker. Gebruiksvriendelijkheid ten top.
High speed society
Zo bezien is het tabletonderwijs een symbool voor het digitale tijdperk waarin we leven. Digitalisering vergemakkelijkt het leven. Ook voor toezichthouders. Digitale hulpmiddelen voor toezichthouders zijn steeds populairder. En die hulpmiddelen gaan uit van dezelfde principes als de tablets: snel, slim, en simpel. Toezichthouders reageren bijvoorbeeld steeds sneller op berichten en zijn online bereikbaar via twitterinspecteurs. En handhaving van parkeerbeleid vindt plaats met slimme scanauto’s die 1200 kentekens per uur controleren.
“We komen steeds meer terecht in wat de filosoof Rosa een ‘high speed society’ noemt.”
Het lijkt vanzelfsprekend: toezicht moet mee met de tijd en de mogelijkheden benutten die nieuwe technologie te bieden heeft. Toch denk ik dat we daarmee te snel over de mogelijke keerzijden van tablet-toezicht heenstappen. We komen steeds meer terecht in wat filosoof Rosa een ‘high speed society’ noemt. Een samenleving waarin technologische, maatschappelijke en institutionele veranderingen steeds sneller optreden en op elkaar ingrijpen. Die ontwikkelingen zorgen ervoor dat de voorspelbaarheid en beheersbaarheid van beleids- en veranderprocessen afneemt, terwijl haast en de behóefte aan beheersbaarheid toenemen.
“Tablets zetten niet aan tot denken, maar nemen juist het denken uit handen.”
De luie mens
In het onderwijs komen die keerzijdes al aan de oppervlakte. Kinderen zijn gewend om op een tablet binnen één swipe een nieuw filmpje te zien en een nieuwe prikkel te krijgen. Het is de vraag of zich dat goed verhoudt tot het diepere denken dat bij leren hoort. Het puzzelen op een rekensom bijvoorbeeld, waarbij je even goed de hersenen laat kraken. Dat past niet bij het snelle, slimme en simpele van een tablet. Tablets zetten niet aan tot denken, maar nemen het denken juist uit handen. Met als risico dat ze luiheid in de hand werken.
Snel, slim, en simpel in toezicht
De opkomst van digitale hulpmiddelen in het toezicht kent mogelijk diezelfde keerzijden. Snel toezicht is goed voor een snelle respons, informatievoorziening aan het publiek en om anderen beter te betrekken bij toezicht. Denk aan alerts waarmee de politie het publiek vraagt mee te denken bij een vermissing of overval. Maar de toenemende snelheid in het toezicht leidt ook tot een overmatige focus op de korte termijn: incidentgericht toezicht (alleen toezicht als er een incident plaatsvindt) en 5-minuten-registraties. Bij die laatste gaat de kostbare tijd vaak te veel op aan papierwerk in plaats van het echte werk.
“Door het onzichtbaar maken of ontbreken van menselijke inbreng kan er te snel causaliteit verondersteld worden, of mist de samenhang met andere ontwikkelingen.”
Datzelfde geldt voor slim toezicht. We hebben datasystemen die risico’s uitrekenen en die met rode vlaggen de inzet van toezicht bepalen. Dat gaat computergestuurd. Het risico? Dat professionele intuïtie wordt verdrongen ten koste van nieuwe technieken. Terwijl die intuïtie juist nodig is om data te interpreteren en om nieuwe risico’s vroegtijdig te signaleren die níet uit de data op basis van historische gegevens naar voren komen.
Bij simpel toezicht is het niet anders. Computersystemen vertalen ingewikkelde sociale interacties tot overzichtelijke tabellen, kpi’s, en kerncijfers. Maar de cijfers onttrekken het zicht aan de interpretatie die daaraan voorafgaat. Door het onzichtbaar maken of ontbreken van menselijke inbreng kan er te snel causaliteit verondersteld worden, of mist de samenhang met andere ontwikkelingen. Om over de langeretermijntrends maar niet te spreken.
Op zoek naar de lange termijn
Naarmate de tablet-mentaliteit in onze maatschappij toeneemt, wordt het belangrijker om bewust een langetermijnbril op te zetten. Aan goede voorbeelden geen gebrek: toezichthouders die de patronen achter incidenten zoeken, verschillende ‘Staten van’, de recent verschenen Toekomstagenda Toezicht en het Trendrapport van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Al die exercities vergen wel tijd. Maar die tijd moeten we nemen. Naast de snelheidswinst die in het toezicht wordt geboekt, is het tijd voor reflecties op de lange termijn. Digitalisering vergt toezicht met twee snelheden. Enerzijds snel, slim en simpel, anderzijds traag, puzzelend en met oog voor complexiteit.