Wat deelden álle toezichthouders in 2023? Een steeds grotere focus op het publieke belang. Dat zien zowel Melanie Ehren als Heinrich Winter, beiden onderzoekers die zich ook richten op toezicht. Samen kijken ze terug op het jaar en blikken ook alvast een beetje vooruit. Wat zal 2024 het toezicht brengen?

2023: oog voor de burger
De impact van de toeslagenaffaire op toezicht moet je niet onderschatten, aldus Heinrich Winter. De Belastingdienst stopte onterecht de kinderopvangtoeslagen van duizenden ouders tussen 2013 en 2019, wat leidde tot financiële rampspoed. “Door dit onrecht zijn burgers zich steeds bewuster geworden van publieke waarden als gelijkheid, rechtvaardigheid en veiligheid. En van het feit dat ze zelf actie kunnen ondernemen om die waarden te beschermen. Ook zie ik dat de overheid – en daarmee het toezicht – zich deze bewustwording van burgers én de daarbij horende acties steeds meer aantrekt.”
Heinrich Winter
is hoogleraar bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarvoor was hij bijzonder hoogleraar Toezicht op de Vide-leerstoel in Groningen. Hij is oprichter van onderzoeksbureau Pro Facto, waar hij en zijn medewerkers onder andere strategie rondom toezicht ontwikkelen.

Sprekende voorbeelden volgens Winter zijn rechtszaken van steeds zelfbewustere burgers tegen de chemische industrie. “Je ziet dat de rechter burgers eerder in het gelijk stelt in dit soort zaken”, stelt Winter. “Zoals de rechter die in september 2023 chemiebedrijf Chemours aansprakelijk stelde voor geleden PFAS-schade. Ook toezichthouders pakken dit soort bedrijven strenger aan. Met meer expliciete handhaving zoals boetes, dreigen met sluiting en het intrekken van vergunningen.”
Uit het verdomhoekje
Melanie Ehren ziet dat het publieke belang een steeds centralere rol speelt bij toezichthouders. “In ons project ‘Vernieuwing van Toezicht’ hoor je dat de discussie rondom toezichthouders verschuift. Een paar jaar geleden zaten ze vaker in het verdomhoekje. Toen moesten ze hun positie verdedigen en ging het vaak over een te hoge administratieve of toezichtslast.”
“Toezichthouders werken vaker samen om beter om te gaan met complexe opdrachten.”
Nu gaat de discussie over hoe toezichthouders kunnen bijdragen aan het publieke belang. “Toezichthouders spelen hier ook op in. Ze werken vaker samen met ondertoezichtstaanden, burgers, organisaties en andere toezichthouders. Zo gaan ze beter om met complexe opdrachten die instellingen en domeinen overstijgen. Een mooi voorbeeld zijn de visitaties bij woningcorporaties door de Autoriteit Woningcorporaties van de Inspectie Leefomgeving en Transport. Die werkt daarvoor samen met een externe partij. Zij hebben een convenant opgesteld dat ze onder andere data uitwisselen, hierdoor versterken ze elkaars rol in de visitatie.”
Meer professionalisering
Winter ziet daarnaast dat de toezichthouder emancipeert. “Mensen durven een beroep te doen op toezichthouders. En politici hebben het nadrukkelijk over de belangrijke rol van toezicht. Met Pieter Omtzigt voorop. Hij is initiatiefnemer van de Wet op de rijksinspecties voor onafhankelijkere inspecties. Hij heeft met zijn partij NSC een grotere focus op veiligheid, rechtvaardigheid en gezondheid en daar is massaal op gestemd. Dat lijkt ook duidelijke publieke steun voor Omtzigts visie op toezichthouders als onafhankelijk van de politiek.”

Melanie Ehren
onderzoekt aan de Vrije Universiteit Amsterdam het toezicht op onderwijs. Zij is daarnaast betrokken bij Vernieuwing van Toezicht, waar ze de rol van toezicht in netwerken en samenwerking van organisaties onderzoekt. Melanie is bestuurslid van beroepsvereniging Vide.
Professionalisering komt ook uit ontwikkelingen bij toezichthouders zelf, ziet Ehren. “De meer professionele identiteit van toezichthouders ontwikkelt zich onder andere doordat ze vaker bij elkaar gaan kijken. Ook trekken ze veel duidelijker samen op in opinievorming richting politiek. Zoals in de reactie vanuit de Inspectieraad rondom de Wet op de rijksinspecties. Een ander mooi voorbeeld zijn de omgevingsdiensten die zich steeds nauwer verenigen in een landelijke organisatie.”
Betere framing
Winter ontwaarde in 2023 nog een andere trend: toezichthouders die nadrukkelijker een plek in de media innemen. “Een mooi voorbeeld is de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Die kwam in Nieuwsuur vertellen over problemen met de certificerende instellingen voor de Bruine Vloot. Dat zijn historische schepen waarop de afgelopen tijd veel ongelukken plaatsvinden door masten die afbreken. Zo vond er in 2022 nog een fataal ongeluk plaats toen een meisje van 12 onder zo’n mast belandde. Ook in 2023 brak er weer een mast.”
“De ILT wist in de media zelf de toon te zetten, omdat ze het initiatief nam.”
Waar zo’n incident voorheen stil zou worden gehouden, kwam de inspectie er nu zelf mee naar buiten. Winter: “De toon van het item was vervolgens ook: ‘Wat goed dat een toezichthouder dit onder woorden brengt. Laten we in plaats van alleen naar de toezichthouder ook kijken naar de organisaties die de schepen onderhouden en naar certificerende instellingen.’ De ILT wist nu zelf de toon te zetten, omdat ze het initiatief nam. Zo’n houding vergt natuurlijk wel een mate van onafhankelijkheid en lef die lang niet alle toezichthouders al hebben.”
2024: na de verkiezingen
Wat zal 2024 brengen? “Omtzigt zal een sleutelrol spelen bij de coalitievorming”, zegt Winter. “En ik verwacht dat hij die maximaal gaat uitbuiten. Met positieve gevolgen voor de Wet op de rijksinspecties. En zeker weten zul je het nooit, maar met hem om tafel zal er waarschijnlijk ook niet bezuinigd worden op toezicht. Hij vindt het te belangrijk dat de overheid niet ongehinderd haar gang kan gaan. Dat is wel een reden voor inspecties om optimistisch te kijken naar 2024 en de jaren erna.”
“Een Wet op de rijksinspecties die tot meer handelingsruimte leidt, komt het publieke belang ten goede.”
Winter heeft qua financiering van toezicht wel een grote ‘maar’: “De komende jaren worden spannend voor gemeentelijke uitvoeringsorganisaties. 2026 wordt namelijk ook wel het ravijnjaar genoemd. Dat betekent dat gemeenten minder financiën ontvangen van het Rijk. Daar zullen gemeenten op gaan voorsorteren in 2024 en de jaren daarna. En dat is geen goed nieuws voor toezichthouders op dit niveau.”
Onafhankelijkheid en publiek belang
Ehren vraagt zich tegelijkertijd af hoe de focus op het publieke belang invloed heeft op toezicht. “Dát iedereen het publieke belang hoog in het vaandel heeft, staat wel vast. En dat veel mensen verwachten dat toezichthouders zich daarvoor inzetten ook. Maar wát het publieke belang is, daar zijn we het niet over eens.
“We hebben niet allemaal dezelfde normen en waarden, bijvoorbeeld over wat nu bestaanszekerheid of veiligheid inhoudt en wat daarvoor nodig is. Hoe je dat in het toezicht vertaalt, is niet eenduidig. Enige handelingsruimte van toezichthouders is daarvoor waarschijnlijk wel nodig, zonder dat er willekeur ontstaat in de uitvoering van het toezicht. De vertaling van het publiek belang naar toezicht zal dus zeker niet zonder horten of stoten verlopen.”