Ga naar de inhoud

Toezicht in tijden van digitale macht

Macht van grote techbedrijven, algoritmes die keuzes sturen en digitale verleidingen voor kwetsbare jongeren. De digitale samenleving stelt ook toezichthouders voor fundamentele uitdagingen. Vijf toezichthouders bundelen daarom sinds 2021 hun krachten in het Samenwerkingsplatform Digitale Toezichthouders (SDT). Martijn Snoep, voorzitter van het SDT en bestuursvoorzitter van de ACM, blikt terug en vooruit.

Voorzitter Martijn Snoep spreekt op het eerste symposium van het Samenwerkingsplatform Digitale Toezichthouders
Voorzitter Martijn Snoep spreekt op het eerste symposium van het Samenwerkingsplatform Digitale Toezichthouders

Digitale technologie dringt door tot bijna elk aspect van ons dagelijks leven: hoe we communiceren, ons geld uitgeven, het nieuws volgen en zelfs hoe we onze vrije tijd invullen. Daarmee groeit ook de maatschappelijke onrust. Hoe beschermen we jongeren tegen verslavende spelmechanismen of misleidende influencerreclame? Hoe houden we de macht van internationale platforms in toom, zonder dat publieke waarden als democratie en keuzevrijheid onder druk komen te staan?

Voor afzonderlijke toezichthouders zijn deze vraagstukken nauwelijks te overzien. Precies daarom zijn Autoriteit Consument en Markt (ACM), Autoriteit Financiële Markten (AFM), Autoriteit Persoonsgegevens (AP), Commissariaat voor de Media (CvdM) en Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) sinds 2021 verbonden binnen het SDT. Samen richten ze zich op drie kerndoelen: overlap in toezicht voorkomen, gaten in toezicht dichten en kennis bundelen om sneller in te spelen op de razendsnel veranderende digitale markt.

Waarom samenwerken onmisbaar is

John Derksen, directeur Apparatuur bij de RDI en bestuurslid binnen het SDT, benadrukt waarom samenwerking essentieel is:

“Digitalisering trekt zich niets aan van de grenzen tussen departementen en organisaties. Daar komt bij dat de techniek niet neutraal is: die beïnvloedt maatschappelijke waarden. Waarden zoals openheid, eerlijkheid en veiligheid, die we als maatschappij samen inkleuren. Dat mogen we niet overlaten aan big tech. Om de democratisch vastgestelde publieke belangen te beschermen, moeten alle perspectieven vanuit toezicht bijeenkomen. Juist daarom is samenwerking tussen toezichthouders essentieel om de samenleving open, eerlijk en veilig te houden.”

De eerste vier jaar

Vier jaar na de oprichting ziet voorzitter Martijn Snoep dat de samenwerking binnen het SDT steeds beter loopt. “We denken meer vanuit het geheel”, zegt hij. “Al blijft iedere toezichthouder natuurlijk ook vanuit de eigen organisatie redeneren. Het zoeken naar waar we kunnen samenwerken hoort erbij, daarmee groeit stap voor stap een gezamenlijke cultuur.” Die begint op bestuursniveau. De vijf bestuurders komen regelmatig samen. Ook medewerkers van de verschillende toezichthouders spreken elkaar regelmatig. Zo delen gedragsexperts van alle SDT-organisaties hun inzichten over hoe jongeren reageren op digitale verleidingen.

“Publieke waarden zoals openheid, eerlijkheid en veiligheid moeten we niet laten inkleuren door big tech.”

Het blijft niet alleen bij praten, de vijf organisaties doen ook dingen samen. Het eerste SDT-symposium eind september is daar een goed voorbeeld van. Een andere concrete vorm van samenwerking zijn de gezamenlijke gesprekken met grote digitale platforms in Nederland.

Samen in gesprek

In plaats van vijf losse gesprekken voeren de SDT-toezichthouders sinds dit jaar voor het eerst samen één gesprek met elk van die digitale platforms. “We bereiden samen voor, voeren het gesprek samen en evalueren daarna”, vertelt Snoep. “Zo hoeft een bedrijf niet vijf keer zijn verhaal te doen en spreken we als toezichthouders met één mond. Dat geeft gewicht, zeker omdat er altijd minstens één bestuurder bij het gesprek aanwezig is.”

“In het buitenland hoor ik van toezichthouders dat een samenwerking als die van SDT bij hen ‘onmogelijk’ zou zijn.”

Snoep ziet nog een voordeel van de accountgesprekken: meer wederzijds begrip tussen toezichthouders en platforms. “Het gaat er niet om dat alles juridisch dichtgetimmerd zit, maar dat digitale platforms en toezichthouders elkaars standpunten leren kennen. Dat is wennen voor beide partijen, maar elke volgende ronde gaat beter dan de vorige.” Deze aanpak is overigens uniek in Europa. “In andere landen werken toezichthouders vaak veel meer verzuild. Ik krijg in het buitenland dan ook vaak de reactie ‘bij ons zou dit onmogelijk zijn.’ Als Nederland hopen we daarom andere landen te inspireren.”

Focus op jongeren

Ook de bescherming van jongeren is iets waarin de SDT-deelnemers gezamenlijk optrekken. Die groep is namelijk extra vatbaar voor digitale verleiding en misleiding: van verslavende games tot misleidende influencerreclame. Dat bleek ook uit onderzoek dat het SDT vorig jaar publiceerde. “Daarom hebben jongeren recht op extra bescherming. We stemmen onze inzet op dit thema onderling af en wisselen kennis uit.”

Zo onderzoekt de ACM de verkoop van vapes aan jongeren via Snapchat en pakte zij eerder het online spel Fortnite aan vanwege verslavende spelmechanismen en misleidende verdienmodellen. Het CvdM richt zich op influencerreclame, de AFM kijkt naar risico’s van ‘buy now, pay later’-constructies en de AP waarschuwt voor onzorgvuldig gebruik van jongerengegevens. Inzichten uit al deze aanpakken worden onderling gedeeld, om ze nog efficiënter in te zetten.

Lees ook:

Signalen ophalen

Het symposium van afgelopen september markeerde een volgende stap: niet alleen samen toezicht houden, maar ook het gesprek aangaan met de samenleving. Met het symposium wilden de vijf toezichthouders signalen ophalen over de grootste maatschappelijke zorgen, aan de aanwezigen laten zien dat het SDT een aanspreekpunt vormt en medewerkers van de verschillende organisaties met elkaar verbinden.

“Tijdens het symposium hoorden we de breedte van de maatschappelijke zorgen.”

Dat deden ze in een volle zaal met vertegenwoordigers van platforms, ngo’s, wetenschap, beleid en brancheorganisaties. En natuurlijk de eigen medewerkers. Wat Snoep vooral bijbleef, was de breedte van de zorgen die werden gedeeld: over veiligheid, vrijheid, democratie en jongeren. “Je weet dat die zorgen er zijn”, zegt hij. “Maar als je ze van zoveel kanten tegelijk hoort, voel je ook de urgentie.” Hoopvol vond hij de bijdrage van de ‘bestuurders van de toekomst’, jonge talenten werkzaam bij de deelnemende toezichthouders. “Zij benadrukten dat toezicht altijd moet beginnen bij de maatschappelijke problemen, daarna volgen de instrumenten.”

De bestuurders van morgen aan het woord op het SDT-symposium
De bestuurders van morgen aan het woord op het SDT-symposium

Kanarie in de kolenmijn

Over de prioriteiten voor komend jaar kan Snoep nog weinig concreets delen: de gesprekken zijn nog gaande. Duidelijk is wel dat de focus blijft liggen op de macht van grote platforms en de subtiele manieren waarop technologie de vrije wil beïnvloedt. Die rode draden noemde hij eerder ook in zijn Prinsjesdagrede. “De opkomst van kunstmatige intelligentie, druk van dominante spelers en het risico dat mensen beslissingen nemen die eigenlijk niet meer vrij zijn, veranderen het speelveld ingrijpend. We kunnen niet doorgaan zoals we de afgelopen twintig jaar hebben gedaan.”

“Het is aan de politiek om de keuzes te maken, maar wij kunnen wel vroegtijdig waarschuwen.”

Om in te spelen op die snelle veranderingen, werkt het SDT in twee ‘kamers’ (werkgroepen): één gericht op AI en data en één gericht op platforms en de Digital Services Act, waar ook toezichthouders van buiten het SDT bij aansluiten. Binnen die kamers signaleren ze met meerdere toezichthouders sneller waar het wringt en geven ze die boodschap samen veel meer gewicht. Snoep benadrukt: “Wij zijn de kanarie in de kolenmijn. Het is aan de politiek om de keuzes te maken, maar wij kunnen wel vroegtijdig waarschuwen.”