Ga naar de inhoud

Van gastheer tot grensbewaker: groene boa kleurt blauw

Het is dringen geblazen in de Nederlandse bossen. Naast recreatief gebruik, zijn bos- en natuurgebieden steeds vaker een geliefde plek voor afval- en drugsdumpingen en voor mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. De ‘groene’ boa’s van Staatsbosbeheer hebben er hun handen vol aan. Hoe verandert hun rol hierdoor en wat doet Staatsbosbeheer om deze uitdagingen het hoofd te bieden?

Verward persoon in natuurgebied met boa
Foto: beeldbank Staatsbosbeheer, fotograaf: Marco van de Burgwal

De druk op de Nederlandse bos- en natuurgebieden neemt toe. Veel mensen bezoeken het bos voor ontspanning, en de laatste jaren ziet Staatsbosbeheer er steeds vaker ook ongewenste ontwikkelingen. “Maatschappelijke problemen verplaatsen zich van de stad naar de buitengebieden”, vertelt Cees Olsthoorn, senior adviseur en coördinator boa-beleid bij Staatsbosbeheer. “Denk aan criminele activiteiten, zoals hennepkwekerijen in afgelegen schuren en illegale afval- en drugsdumpingen. Of groepen jongeren die het bos opzoeken en drugs gebruiken, omdat ze weggestuurd worden uit de stad.”

Daarnaast ziet Olsthoorn een toename van mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats en mensen met onbegrepen of verward gedrag, die zich terugtrekken in het bos. “Zij kunnen de prikkels in de stad niet aan of kunnen geen woonruimte behouden en zoeken daarom de natuur op. Daar maken ze voor zichzelf een slaapplek om langere tijd te verblijven.”

Wat doet de boa van Staatsbosbeheer?

Staatsbosbeheer is een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en beheert natuurgebieden en cultureel erfgoed in Nederland. Een deel van de boswachters die bij Staatsbosbeheer in dienst zijn, werkt als buitengewoon opsporingsambtenaar (boa). Deze boswachters houden toezicht op natuurgebieden én hebben handhavingsbevoegdheden. Bij overtredingen mag een boa waarschuwen, bekeuren of een proces-verbaal opmaken. Boa’s worden regelmatig geconfronteerd met drugsdumpingen, stroperij, illegale vuurplaatsen en andere zaken die overlast geven in natuur- en recreatiegebieden.

Meer bewust van veiligheid

Naast deze ontwikkelingen, ziet Olsthoorn dat de politie zich meer terugtrekt uit deze buitengebieden. “Vanwege beperkte capaciteit focust de politie zich vooral op stedelijke gebieden. Daardoor hebben boa’s meer toezichts- en handhavingstaken gekregen.”

“Groene boa’s hebben meer taken gekregen, maar geen extra financiering of capaciteit.”

In de praktijk betekent dit dat boa’s vaker te maken krijgen met gevaarlijke situaties, zoals agressief gedrag, ziet Marco Meeling, adviseur handhaving en boa-coördinator Zuidwestelijke Delta (Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden en West-Brabant). “Ze moeten daardoor een scherpere afweging maken tussen hun eigen veiligheid, verantwoordelijkheidsgevoel en de bevoegdheden die ze hebben. Dat geeft spanning: als boa ben je bevoegd om op te treden, maar niet verplicht om dat te doen, zoals een agent. Maar boa’s merken dat omstanders wel verwachten dat ze actief ingrijpen bij overlast of onveilige situaties. Formeel is dat een taak van de politie, in de praktijk kun je daar niet altijd op wachten. Je staat meestal alleen in een afgelegen gebied en soms vraagt de situatie erom dat je handelt.”

Goed gesprek in plaats van spierballen

Hoe zorgt Staatsbosbeheer dat boa’s tegen deze uitdagingen opgewassen zijn? “Dat begint bij wie we aannemen”, vertelt Olsthoorn. “Vroeger waren dat mensen met een groene opleiding die zich bijschoolden tot boa. Nu nemen we vaker iemand aan met een HTV-diploma (Handhaver Toezicht en Veiligheid) en krijg je het ‘groene’ stuk bijgeleerd.” Daarnaast is er in opleidingen en trainingen meer aandacht voor communicatie, gesprekstechnieken en de-escalerend optreden. “Boa’s krijgen vaker te maken met agressie, dus is het nog belangrijker dat ze het goede gesprek kunnen aangaan met iemand die overlast veroorzaakt, onbegrepen gedrag vertoont of huisvuil of drugsafval dumpt.”

Cees Olsthoorn
Cees Olsthoorn

Ook staat er voor boa’s vier keer per jaar een RTGB-training (Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Buitengewoon opsporingsambtenaren) op de agenda. Tijdens deze trainingen is er veel aandacht voor het gebruik van pepperspray, de wapenstok en de bodycam. Tegenwoordig oefenen boa’s ook om arrestanten zelf veilig over te brengen naar het politiebureau. “Geen compleet nieuwe taken, maar omdat het steeds vaker voorkomt, besteden we er meer aandacht aan.”

Aanpakken door samenwerken

De veranderende rol brengt niet alleen inhoudelijke, maar ook organisatorische uitdagingen met zich mee. Meeling: “Boa’s hebben meer taken gekregen, maar we hebben daar geen structurele extra financiering of uitbreiding van capaciteit voor gekregen. Dat geeft druk op de boa’s en hun werk. We moeten het doen met de mensen en middelen die we al hadden. Dat betekent nog beter prioriteren, maar ook expertise en kennis van anderen beter benutten.”

Sinds 2021 ziet Staatsbosbeheer een toename van het aantal mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats en mensen met onbegrepen gedrag in natuurgebieden. De uitvoeringsorganisatie zoekt daarom meer samenwerking op regionaal en landelijk niveau. Bijvoorbeeld met het Platform Sociaal Domein van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Binnen het platform adviseren specialisten op het gebied van zorg en veiligheid partijen zoals de gemeenten, GGD’en, veiligheidshuizen, politie en het Leger des Heils rondom zorg, welzijn, veiligheid, dakloosheid en jeugdhulp. Eind 2024 organiseerde Staatsbosbeheer samen met het Platform een symposium over mensen met onbegrepen gedrag in natuurgebieden. Daar deden ruim tachtig professionals aan mee.

“Via het Platform Sociaal Domein werken we aan structurele oplossingen voor dakloosheid.”

“Dankzij deze samenwerking zorgen we ervoor dat zij de natuur- en buitengebieden in het vizier krijgen en de problematiek ook bij andere organisaties bekend wordt”, vertelt Meeling. “Zo kunnen we elkaar beter informeren, elkaars expertise inschakelen en best practises delen. Heel praktisch, doordat wij bijvoorbeeld plekken in de natuur aanwijzen waar mensen zich veilig kunnen terugtrekken, zodat we kwetsbare natuur beter kunnen beschermen. Het is belangrijk dat we in gesprek blijven. De komende tijd gaan we nauwer samenwerken, zodat dak- en thuislozen en mensen met onbegrepen gedrag snel de juiste zorg krijgen en uit onze gebieden vertrekken.”   

Boa Marco Meeling aan het werk
Marco Meeling tijdens zijn dienst

Primeur voor de Biesbosch

Op gemeentelijk en regionaal niveau zoekt Staatsbosbeheer aansluiting bij zorg- en veiligheidshuizen: regionale samenwerkingsverbanden waarin gemeenten, politie en zorgorganisaties casussen bespreken rondom sociaal-psychische problematiek. Meeling: “Op Goeree-Overflakkee hebben we net contact gelegd en kunnen we bespreken wat er speelt in de natuurgebieden binnen de gemeente. Soms weten wij bijvoorbeeld dat er iemand verblijft in het buitengebied, terwijl de gemeente of zorginstanties dat niet weten – of andersom.”

“Buitengebieden verdienen net zoveel aandacht als steden.”

In de Biesbosch is sinds 2021 een integraal veiligheidsplan opgesteld. Daarmee is de Biesbosch een eerste natuurgebied in Nederland met zo’n aanpak. “Hier werken onze boa’s samen met boa’s van de gemeenten Altena, Dordrecht en Drimmelen, Rijkswaterstaat, de sportvisserij, politie, Evides en omgevingsdiensten. Bijvoorbeeld om samen op te treden tegen overtredingen op het water, beschermen van groen en ondermijning. Zo kunnen we elkaars expertise gebruiken om problemen in dit gebied aan te pakken.” Deze samenwerking is essentieel, benadrukken Olsthoorn en Meeling. “De buitengebieden verdienen net zoveel aandacht als de steden. Zo zorgen we met beperkte middelen en capaciteit voor veilige bos- en natuurgebieden waar mens en dier in balans zijn en we de ecologische waarden beschermen voor toekomstige generaties.”