Ga naar de inhoud

Toezicht op alternatieve geneeswijzen: inspectie in de behandelkamer?

Alternatieve geneeswijzers staan sinds 2016 onder toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Komt dat de kwaliteit van de zorg ten goede? Of krijgt de beroepsgroep nu alleen maar extra regeldruk te verduren? De IGZ, een arts en alternatieve behandelaar delen hun visie.

De Vereniging ter Bevordering van Alternatieve Geneeswijzen reageerde vorig jaar verheugd op de invoering van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Met een formele klachtenregeling en toezicht vanuit de IGZ zou de sector meer serieus worden genomen. Maar dat is precies ook de reden dat de Vereniging tegen de Kwakzalverij er kritisch op reageerde: in een interview met de NOS zei voorzitter Cees Renckens dat alternatieve geneeswijzen op deze manier – ten onrechte – een zweem van legitimiteit krijgen.

“Er is niets mis met toezicht op het beroepenveld van alternatieve behandelaars. Het is juist goed dat er een orgaan is dat kan optreden als een patiënt schade wordt berokkend”, zegt acupuncturist en herbalist Willem Pinksterboer, die ook spreekt namens de Nederlandse beroepsvereniging van acupuncturisten. “Het lijkt me ook logisch dat het toezicht bij de IGZ is belegd. Je controleert de alternatieve genezers dan volgens dezelfde normen als de reguliere gezondheidszorg.”

Patientveiligheid

Tot de invoering van de Wkkgz werd het toezicht op alternatieve geneeswijzen, zoals chiropraxie, acupunctuur en homeopathie, vooral verzorgd door beroepsverenigingen. “Het gros van de alternatieve behandelaars is aangesloten bij een beroepsvereniging, omdat verzekeraars dit doorgaans als voorwaarde stellen. Er zijn ook alternatieve zorgaanbieders die therapieën geven die niet door de verzekeraar worden vergoed, omdat de geneeskundige effectiviteit daarvoor te omstreden is. Dat is wel een schimmig gebied. Het alternatieve behandelveld is heel breed en er gebeuren ongetwijfeld dingen die niet door de beugel kunnen, zoals een aantal jaar geleden het geval was bij de behandeling van Sylvia Millecam door medium Jomanda”, zegt Pinksterboer. “Als er een serieuze sanctie nodig is, dan is het fijn dat de inspectie er is. Een beroepsvereniging kan een behandelaar na misstanden alleen als lid royeren – niet bijvoorbeeld diens praktijk sluiten.”

Gaat de IGZ daadwerkelijk de behandelkamers van alternatieve geneeswijzers controleren – en zo nodig sluiten? Woordvoerder Ellemieke van der Horst: “De IGZ had eerder geen mogelijkheden om toe te zien op de patiëntveiligheid in de alternatieve zorg. Op basis van de Wkkgz controleert de inspectie of alternatieve behandelaars zich houden aan kwaliteitseisen die ook aan de reguliere zorg gesteld worden.” Het gaat dan om afspraken over bijvoorbeeld de bejegening van cliënten, de beschikbaarheid van een klachten- en geschillenregeling die voldoet aan de eisen van de wet en patiëntinformatie over tarieven en over de ervaringen van andere cliënten.

Kwaliteitsnormen

“Ik vind het prima dat dit soort toezicht wordt gehouden, zodat de gezondheidsveiligheid van de patiënt gewaarborgd wordt”, reageert Lettie de Wit van Artsenpraktijk De Wit, die naast basisarts ook Chinese geneeswijzer is. “En het is bovendien mogelijk dat de nieuwe wet drempelverlagend werkt voor patiënten om zich bij alternatieve geneeswijzers te laten behandelen.”

Pinksterboer vult aan: “Ik verwacht niet dat de IGZ handenvol werk gaat krijgen aan het toezicht op alternatieve behandelaars. Ik ben een acupuncturist binnen een goed georganiseerde beroepsvereniging die strikte kwaliteitsnormen hanteert, bijvoorbeeld over het niveau van de vooropleiding en verplichte nascholing. Voor bijvoorbeeld osteopaten, homeopaten, chiropractors geldt dat net zo goed.”

Naast beroepsverenigingen stellen ook verzekeraars steeds meer kwaliteitseisen, zegt De Wit. “Verzekeraars kunnen beroepsverenigingen vragen om visitaties uit te voeren onder leden, waarbij gecheckt wordt dat de praktijk voldoet aan de afgesproken richtlijnen. Bijvoorbeeld over dossiervorming en hygiëne.” Ook van alternatieve therapeuten vragen verzekeraars dat zij de opleiding medische basiskennis hebben gevolgd.

Geen kwaliteitskeurmerk

“Vanuit de Wkkgz kan de inspectie ingrijpen bij misstanden”, zegt Van der Horst. “Maar de IGZ geeft geen kwaliteitskeurmerk af. Dat geven wij niet aan reguliere zorg en dat gaan we ook niet doen bij alternatieve zorg. Wij gaan ook niet de werkzaamheid van een alternatieve therapie controleren of daarover een uitspraak doen. Als een cliënt klachten heeft over bijvoorbeeld de effectiviteit van een alternatieve geneeswijze, dan is dat een zaak van de klachtenfunctionaris of de beroepsvereniging.” Het is een taak van de zorgaanbieder om cliënten over de klachtenregelingen te informeren.

Omdat de klachtenregelingen vanuit de meeste beroepsverenigingen binnen het veld van alternatieve geneeswijzen goed uitgewerkt zijn, ligt tweedelijnstoezicht voor de hand, zeggen Pinksterboer en De Wit. Bovendien is er de landelijke Klachtencommissie Alternatieve Behandelwijzen. Pinksterboer: “Ik kan me voorstellen dat toezicht op de kwaliteit van alternatieve geneeswijzen effectiever is als de IGZ richtlijnen en eisen benoemt voor de beroepsverenigingen. Dat is een prima manier om het kaf van het koren te scheiden.”

Risicogestuurd toezicht

De IGZ heeft aangekondigd in eerste instantie het toezicht te richten op meldingen over misstanden die de inspectie via het Landelijk Meldpunt Zorg ontvangt. Van der Horst: “Daardoor krijgt de inspectie meer inzicht in waar de risico’s het grootst zijn. Zo kan de inspectie zich vooral daarop richten.”

Gaat de IGZ de alternatieve behandelaars actief voorlichten over de Wkkgz en het toezicht op alternatieve behandelmethoden? “Beroepsorganisaties zouden hun verantwoordelijkheid moeten nemen om hun leden bij de naleving van de wet te ondersteunen”, zegt Van der Horst. “Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een website gelanceerd waar iedereen – dus ook aanbieders van alternatieve geneeswijzen – kan nagaan wat de Wkkgz inhoudt.”

De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg in het kort

Op 1 januari 2016 is de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) in werking getreden. De wet vervangt de Kwaliteitswet Zorginstellingen en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector. De nieuwe regelgeving is bedoeld om openheid over fouten en andere incidenten in de zorg te vergroten en om klachtafhandeling over zorgverlening te versterken. Met als einddoel dat de kwaliteit van de Nederlandse zorg verbetert.

De Wkkgz geldt voor alle zorgaanbieders in Nederland – van ziekenhuizen tot huisartsen en fysiotherapeuten. Maar ook de aanbieders van alternatieve geneeswijzen en cosmetische behandelingen vallen onder de regels. De wet toetst niet de effectiviteit van een behandeling, maar regelt bijvoorbeeld wel dat patiënten gratis terechtkunnen bij de klachtenfunctionaris van een instelling of beroepsvereniging. Daarnaast zijn zorgaanbieders verplicht om alle vormen van geweld in de zorgrelatie te melden, net als een ontslag van een zorgverlener wegens ernstig disfunctioneren.

De Wkkgz heeft een grotere reikwijdte dan de twee wetten die eraan vooraf gingen. Met de komst van de Wkkgz is het toezichtveld van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) dan ook uitgebreid: met alternatieve zorgaanbieders, de cosmetische sector en zorgverleners met een eenmansbedrijf.