Ga naar de inhoud

“Breng betrouwbaar en deskundig bouwtoezicht terug”

Grote schrik afgelopen voorjaar in Nieuwegein: de hellingbanen van de parkeergarage bij het St. Antonius Ziekenhuis stortten in. Het was niet het eerste incident met een groot gebouw. Wat is er aan de hand, en wat zegt dit over het bouwtoezicht? Hoogleraar Rob Nijsse van TU Delft legt uit.

Bouwtekening met bouwhelm
Bron: Adobe Stock

Het incident in Nieuwegein staat niet op zichzelf, stelt Nijsse. “De problemen met gebouwen spelen al veel langer, al tientallen jaren. Neem het appartementencomplex in Maastricht, waar in 2003 vijf balkons instortten waarbij twee mensen overleden. Of het AZ stadion in Alkmaar waarvan het dak op een zaterdagavond in augustus 2019 deels instortte. Een dakdeel verpletterde 1.500 stoelen. Gelukkig werd er op dat moment geen wedstrijd gepeeld, anders waren honderden doden te betreuren geweest.”

Collectief falen

Maastricht, Alkmaar, Nieuwegein. Allemaal voorbeelden van collectief maatschappelijk falen, net als in Groningen en bij de Toeslagenaffaire, stelt Nijsse. “In de bouwketen is iedereen verantwoordelijk voor de veiligheid: constructeurs, leveranciers, aannemers én toezichthouders bij de gemeente. Al die partijen moeten de ruimte krijgen om hun verantwoordelijkheid te pakken, maar in onze samenleving moet alles goedkoop en snel. Adequaat bouwtoezicht is nodig om fouten en risicovolle keuzes te voorkomen.”

“Het resultaat is een gebouw met een kwetsbare constructie, terwijl die volgens de wet robuust moet zijn.”

En daar wringt het volgens de hoogleraar. “Het gemeentelijk bouwtoezicht – waar het toezicht op gebouwen wettelijk is belegd – is de afgelopen decennia uitgekleed. Hierdoor zijn er onvoldoende mensen en middelen om goed toezicht te kunnen houden. En als ik kijk naar de ongevallen, constateer ik dat ook de expertise ontbreekt om de oorzaken van het instorten te achterhalen. Anders zouden de problemen inmiddels wel zijn opgelost.”

Robuuste constructie

De incidenten met gebouwen hebben een gemene deler, ziet Nijsse. “De constructie van de gebouwen deugt niet. Dit heeft verschillende oorzaken. Sommige onafhankelijke constructeurs besteden een deel van hun berekeningen uit aan leveranciers die bijvoorbeeld de vloerplaten leveren. Partijen die dus niet onafhankelijk zijn, maar zelf een belang hebben in het project. Ze leveren dan vloerplaten die niet sterk genoeg zijn, omdat dat goedkoper is en ze toch niet gecontroleerd worden. Daarnaast gaan sommige aannemers voor te makkelijke oplossingen. Bij zichtbare scheuren en verkeerde lassen moeten zij die onderdelen eigenlijk vervangen, maar meestal kiezen ze voor snel oplappen om vertraging te voorkomen. Er is toch geen kritisch bouwtoezicht. Het resultaat is een gebouw met een kwetsbare constructie, terwijl die volgens de wet robuust moet zijn. Dit was het geval bij de parkeergarage in Eindhoven, die instortte tijdens de bouw, en bij het dak van het AZ-stadion.”

Gebrek aan controle

Hoewel Nijsse de bouwsector medeverantwoordelijk houdt voor de ongelukken, heeft hij vooral kritiek op het bouwtoezicht. “Wetten en regels hebben pas zin als je ze handhaaft. Dat gebeurt nu onvoldoende. Het bouwtoezicht moet tanden hebben om te kunnen bijten als dat nodig is.” Het gaat volgens de hoogleraar niet alleen om het bouwtraject zelf. “Het NEC-stadion in Nijmegen stortte in 2019 deels in, omdat de eigenaar het stadion niet had laten controleren.

Rob Nijsse
Hoogleraar Rob Nijsse

Na het instorten van het AZ-stadion had het ministerie van Binnenlandse Zaken dat wel aan alle stadioneigenaren gevraagd. De stadions van Heracles en NAC zijn wel geïnspecteerd en uitvoerig gerepareerd.”

Onderste steen boven

Ook is de hoogleraar (diep) teleurgesteld in de rechtsgang in 2003. “De hoofdconstructeur van het Maastrichtse appartementencomplex kreeg slechts een boete van 225.000 euro, de aannemer is vrijgesproken. Ik had dood door schuld verwacht met een bijbehorende straf, het gaat tenslotte om mensenlevens. In 2019 zijn in het AZ-stadion gelukkig geen doden gevallen, maar ik ben heel benieuwd hoe de rechter in dat geval geoordeeld had. Dat zullen we nooit weten, want daar is nooit een rechtszaak van gekomen. AZ kreeg een vernieuwd stadion en de bouw ging ongecontroleerd verder. We zijn inmiddels vijf jaar verder en er is voor publieke gebouwen nog steeds geen kwaliteitsborging. Hierdoor blijven geknoei en fraude onbestraft.”

“Organiseer toezicht regionaal, niet in iedere gemeente.”

De hoogleraar noemt het ook opvallend hoe snel aannemers de ingestorte constructies afvoeren. Dat was onder andere het geval bij de parkeergarage in Eindhoven en het AZ-stadion. “Hiermee zijn alle mogelijke bewijzen verdwenen. De oorzaak van het instorten is niet meer te achterhalen. Ik vind het onbegrijpelijk dat we bij het neerstorten van de MH17 in Oekraïne alles op alles zetten om de onderste steen boven te krijgen, maar bij een incident in een parkeergarage of voetbalstadion met het risico op honderden doden niet.”

Regionaal bouwtoezicht

De problemen zijn dus heel divers. Heeft Nijsse ook een oplossing? “Breng streng, maar betrouwbaar en deskundig bouwtoezicht terug”, stelt hij. “Organiseer dit regionaal, niet in iedere gemeente. Zo kunnen medewerkers efficiënter en gerichter werken. Deze regionale dienst begeleidt alleen de bouw van maatschappelijk belangrijke gebouwen, zoals ziekenhuizen, theaters, stadions en parkeergarages. De inspecteurs zijn echte bouwspecialisten, en geven leiding aan de medewerkers van de dienst. Vinden ze fouten of mogelijke kwetsbaarheden? Dan kunnen zij de bouw stilleggen – net zolang tot het probleem is opgelost. Die macht hebben inspecteurs nu niet. Ook zouden externe kwaliteitsborgers moeten rapporteren aan de dienst, zij zijn bij elk project eindverantwoordelijk en hoofdelijk aansprakelijk. Deze personen moeten een boete of gevangenisstraf krijgen bij ernstige fouten. In Duitsland werkt dit bij de ‘prüfingenieurs’ al goed.”

Wet kwaliteitsborging voor de bouw

Die hoofdelijke aansprakelijkheid zit ook in de nieuwe Wet kwaliteitsborging voor de bouw (Wkb), die sinds 2024 van kracht is. De Wkb verplicht bouwbedrijven om de kwaliteit van hun werk aan te tonen. Zo moeten ze bewijzen dat ze aan strenge eisen voldoen, zowel voor constructie, brandveiligheid als energieverbruik. Het doel van de Wkb is strengere controle, meer verantwoordelijkheid voor de aannemer en duidelijke dossiervorming. Helaas geldt deze wet alleen voor een klein deel van de gebouwen, stelt Nijsse, niet voor publieke.

“Om nieuwe instortingen te voorkomen, moet je leren van de gemaakte fouten en het voortaan beter doen.”

Nijsse ziet geen echte oplossing in de wet. “Die legt nog te veel vertrouwen in de markt. De harde concurrentie blijft en dus ook te lage prijzen om werk adequaat te kunnen uitvoeren. Ik ben er niet op tegen om de verantwoordelijkheid bij de markt te leggen, maar een keiharde kapitalistische markt vraagt om betrouwbaar, streng én deskundig overheidstoezicht. De regionale diensten zouden dit perfect kunnen invullen. Ik ben erg teleurgesteld dat dit concept geen onderdeel is van de Wkb. Hebben we nou niks geleerd van de vele instortingen?”

Leren van je fouten

Daarnaast vindt Nijsse dat ook de Onderzoeksraad voor de Veiligheid scherpere tanden verdient. “Na elk incident doen ze onderzoek en aanbevelingen, maar de bouwsector is niet verplicht daar iets mee te doen. Om nieuwe instortingen te voorkomen, moet je leren van de gemaakte fouten en het voortaan beter doen. Die houding zie ik nu te weinig in de bouwsector.”

Sterk regionaal bouwtoezicht valt of staat met voldoende gekwalificeerde mensen. Hoe verhoudt zich dat tot een krappe arbeidsmarkt? Nijsse wil niks over horen over personeelstekorten. “Het gaat hier om veiligheid, de overheid moet dit gewoon regelen. Maak een baan als toezichthouder aantrekkelijker. Ik ken veel studenten die graag een goede opleiding bij zo’n regionale dienst zouden willen volgen. Omgekeerd ken ik veel ervaren constructeurs bij ingenieursbureaus die graag willen overstappen naar de ambtelijke wereld. Eén en één is twee.”