Logistieke ketens moeten verduurzamen, net als de rest van de economie. Maar de ketenpartijen komen niet uit de startblokken. Waar loopt de markt tegenaan? Wat is de rol van recht en handhaving? Onderzoekers van Nyenrode Business Universiteit onderzochten het. “Ketenpartijen willen wel, maar weten niet hoe ze het moeten aanpakken.”

Zestig procent minder uitstoot van fijnstof en stikstof in 2030. Om deze landelijke ambitie te halen, is verduurzaming van logistieke ketens noodzakelijk. Universitair hoofddocent commercieel privaatrecht Ingrid Koning, hoogleraar ondernemingsrecht Tineke Lambooy en hoogleraar supply chain management Jack van der Veen van Nyenrode Business Universiteit zochten uit waarom actie in die ketens zo lang duurt. Met hun onderzoek ‘De rol van recht en handhaving in de verduurzaming van logistieke ketens‘ geven ze inzicht in de problemen én mogelijke oplossingen. Ze voerden het onderzoek uit voor het onderzoeksprogramma Handhaving en Gedrag.
“Ketenpartijen kennen de wetten niet, weten niet wat ze ermee moeten of de wetten gelden nog niet.”
Drie lenzen
De hoofdvraag in het onderzoek is ‘Welke rol spelen recht en handhaving in de verwezenlijking van de CO2-, stikstof- en fijnstofreductiedoelstellingen binnen de logistieke keten?’ “Er was weinig theoretische literatuur, dus hebben we een verkennend onderzoek gedaan”, zegt Lambooy. “We bekeken de hoofdvraag door drie lenzen. De juridische lens: welke Nederlandse, Europese en internationale wetgeving en normen zijn er én komen eraan? Wat is de rol van recht en handhaving op het gedrag van marktpartijen? Welke andere mechanismen spelen daarin een rol?

Als tweede gebruikten we de lens van samenwerking in de keten. En tot slot de lens van markttransformatie: nieuwe, duurzame oplossingen voor logistieke ketens. In totaal interviewden we voor het empirische gedeelte van het onderzoek 32 ketenpartijen, van verladers en vervoerders tot supermarkten. Daarnaast deden we twee casestudies, waarvoor we nog eens achttien ketenpartijen interviewden.”
1. De juridische kant
De onderzoekers brachten eerst in kaart welke wetten, verdragen en normen invloed hebben op verduurzaming van logistieke ketens. Zowel bestaande regelgeving, zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), als andere wetten die er nog aan komen met de Europese Greendeal. Ze interviewden er ook ketenpartijen over. Tijdens die gesprekken bleek dat ketenpartijen de wetten of regels niet kennen, niet weten niet wat ze ermee moeten of dat de wetten nog niet gelden.
Concrete normen, dwingende wetten
Volgens Lambooy hebben recht en handhaving op korte termijn de meeste potentie om verduurzaming van logistieke ketens in gang te zetten. “Ketenpartijen zeggen luid en duidelijk dat ze de overheid nodig hebben. Dat ze behoefte hebben aan concrete normen, dwingende wetten en specifieke keurmerken.”
“Nu zeggen ze: ‘Geef me een regel en ik doe het’.”
Van der Veen vindt het een bijzondere boodschap van ketenpartijen. “Normaal gesproken willen marktpartijen zo weinig mogelijk regels en open normen. Nu zeggen ze: ‘Geef me een regel en ik doe het. Bijvoorbeeld een bepaald filter of richtlijnen voor rijtijden. Misschien zullen we eerst wat klagen, maar uiteindelijk gaan we het wel doen.’”
2. Samenwerking in de keten
Samenwerking is een belangrijke voorwaarde voor een duurzame keten. Bij veel ketenpartijen staat verduurzaming hoog op de agenda, merkten de onderzoekers. Maar dan alleen op de agenda van het eigen bedrijf, in ketenverband is dat niet het geval. “De grote producenten bepalen de norm”, vertelt Van der Veen. “En logistieke dienstverleners houden zich vooral bezig met de operatie: producten zo snel en goedkoop mogelijk van a naar b vervoeren. Van transporteurs die graag hun wagenpark willen verduurzamen, hoorden we dat ze die wens aankaarten in hun keten, maar niet gehoord worden. Partijen staan niet open voor de bijbehorende hogere tarieven, en zijn niet bereid om transporteurs die duurzaam opereren voorrang te geven. Alles wat leidt tot hogere kosten is lastig.”
“Dé logistieke keten bestaat niet.”
Wicked problem
Volgens Van der Veen is samenwerken aan duurzaamheid verre van gemakkelijk. “Waar de logistieke sector alleen uit transport- en logistiekbedrijven bestaat, hebben logistieke ketens veel verschillende stakeholders. Producenten, vervoerders, verladers, retail, supermarkten, consumenten. Dé logistieke keten bestaat dus niet. Afhankelijk van de omvang van een producent huurt die transportbedrijven in of heeft hij zijn eigen logistieke tak. Verduurzaming is een zogenoemd wicked problem. Een probleem dat complex is, verbonden is met andere problemen én geen duidelijke oplossing heeft. Bovendien zijn er geen objectieve criteria om het probleem op te lossen en blijft het probleem veranderen.”

Afspraken maken
Ook de angst om de Mededingingswet te overtreden, houdt samenwerking tegen. Lambooy: “Een voorbeeld van verduurzaming kan zijn dat je als supermarkt niet meer het hele jaar rond een seizoensproduct als aardbeien verkoopt. Een individuele supermarkt zal daar niet snel voor kiezen, daar heb je een hele sector voor nodig. Maar mag je als supermarkten gezamenlijk besluiten om niet meer het hele jaar aardbeien te verkopen, of overtreed je dan de Mededingingswet? Supermarkten branden er hun vingers liever niet aan. Terwijl de wet ruimte biedt voor dit soort afspraken.”
3. Markttransformatie
Voor verduurzaming is markttransformatie een must, vinden de onderzoekers: er moeten ingrijpende veranderingen plaatsvinden in de logistieke ketens. De overheid als onafhankelijke partij kan daarbij het verschil maken, stelt Lambooy. “Het Rijk, de provincies en gemeenten moeten samen verantwoordelijkheid nemen. Keuzes maken, zoals: zetten we in op biobrandstof of groene waterstof? Ze kunnen partijen bij elkaar brengen en het mkb ondersteunen in het voldoen aan wet- en regelgeving. De overheid – het Rijk, de provincies, gemeenten, Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, Defensie, de gezondheidszorg, de politie en andere diensten – is ook een hele grote inkoper in Nederland en kan via aanbesteding verduurzaming sturen. Daarnaast heeft de overheid via de financiële sector invloed, als mede-aandeelhouder van commerciële banken.”
“De vraag die het kabinet zichzelf moet stellen, is: wat voor economie willen we in Nederland?”
Toekomstvisie ontwikkelen
Volgens Van der Veen ligt de bal niet alleen bij overheden. “De markt kan niet achteroverleunen. Ketenpartijen hebben zelf een belangrijke verantwoordelijkheid om te verduurzamen. En hierop samen een toekomstvisie te ontwikkelen. We zagen al bedrijven die dat doen. Ook zijn er partijen die verduurzaming zelfs als kans en verdienmodel zien, maar dat zijn er maar weinig.”
Duidelijk uitleggen
Lambooy ziet het liefst een ministerie van duurzaamheid, dat zich inzet voor minder uitstoot in de agrarische sector, logistiek en bouw. “De afgelopen jaren heeft het kabinet vooral ingezet op technologie, terwijl juist samenwerking nodig is.” Maar ook zonder eigen ministerie kunnen Rijk, provincies en gemeenten meer betekenen. “Ze moeten uitleggen wat ze willen, tegen welke dilemma’s ze aanlopen en met hun inkoopbeleid zelf het goede voorbeeld geven. ”
Lambooy: “De vraag die het kabinet zichzelf moet stellen, is: wat voor economie willen we in Nederland? Vanwege de uitbreiding van de havens, het luchtverkeer en onze kassen is Nederland de afgelopen decennia uitgegroeid tot een vervoersland. Arbeidsmigranten werken onder slechte omstandigheden en al dat transport heeft een negatieve invloed op het klimaat. Willen we meer van hetzelfde maar dan duurzamer? Of gooien we het over een andere boeg en gaan we nadenken over een Nederland dat met verdergaande oplossingen komt voor de uitdagingen van deze tijd?”
Onderzoeksprogramma Handhaving en Gedrag
Het onderzoek ‘De rol van recht en handhaving in de verduurzaming van logistieke ketens’ maakt deel uit van het programma Handhaving en Gedrag van de Belastingdienst, Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Arbeidsinspectie en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV). Bij dit onderzoeksprogramma wordt vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines gekeken naar de grote beleids- en handhavingsvraagstukken. Handhaving en Gedrag richt zich op het ontwikkelen en verspreiden van wetenschappelijke kennis over gedrag in relatie tot regelnaleving.