De ongelofelijke eindsprint van Femke Bol bij de gemengde estafette. De historische marathonwinst van Sifan Hassan. En de gouden worp van Worthy de Jong bij 3×3-basketbal. Miljarden mensen wereldwijd zagen het live op tv, net als alle andere topsport tijdens de Olympische Spelen in Parijs. Mede dankzij de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur. Een kijkje in de onzichtbare wereld van radio- en tv-frequenties.

Quizvraag: wat moet er allemaal geregeld worden bij de Olympische Spelen? De logische antwoorden: sportaccommodaties, infrastructruur, logistiek, beveiliging en vrijwilligers. Waarschijnlijk roept niemand spontaan: het frequentiespectrum! Terwijl dit cruciaal is om alle mooie sport wereldwijd live uit te zenden op radio en tv. “Elk tv- en radiostation heeft zijn eigen uitzendfrequentie, zodat ze elkaar niet storen”, legt adviseur Aart Ballast van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) uit. “Daarnaast gaat alle normale communicatie ook gewoon door. Denk alleen al aan het mobiele telefoonverkeer. Als RDI adviseren we over frequenties, geven we vergunningen af én zien we tegelijkertijd toe op de naleving daarvan.”
Wat doet de RDI?
De Rijksinspectiedienst Digitale Infrastructuur houdt toezicht op de veiligheid en betrouwbaarheid van digitale netwerken in Nederland. Ze controleren of bedrijven en overheidsinstanties zich aan de regels houden voor met internet, telecom, en datadiensten. Dit helpt om storingen, cyberaanvallen en misbruik van gegevens te voorkomen. Ze zorgen ervoor dat de digitale infrastructuur van het land goed werkt en veilig is voor iedereen.
Tien Nederlandse inspecteurs in Parijs
Om tijdens ‘Parijs 2024’ toezicht te houden op het frequentiespectrum deden de Franse collega’s een beroep op de RDI. Ballast: “We maken deel uit van CEPT, het Europese samenwerkingsverband op het gebied van telecommunicatie en radiofrequenties. Twee jaar geleden kwam de vraag voor assistentie in Parijs. Normaal kan ieder land het toezicht bij een live-evenement goed zelf regelen, maar vanwege de vele locaties is dat bij de Olympische Spelen een ander verhaal. In Frankrijk ging het om zo’n veertig locaties, in en buiten Parijs. Als land alleen heb je daar onvoldoende gespecialiseerde inspecteurs voor. In totaal kreeg Frankrijk hulp van 120 inspecteurs uit negentien landen.”
“In totaal kreeg Frankrijk hulp van 120 inspecteurs uit negentien landen.”
De RDI leverde tien inspecteurs, onder wie Patrick Visser. “Voordat we naar Parijs gingen, hebben we veel voorwerk verricht”, zegt hij. “Wat zijn de verwachtingen, hoe werken ze in Frankrijk, wat worden precies de taken en verantwoordelijkheden? Alles is contractueel vastgelegd met de Franse overheid. Bij de Olympische Spelen zelf werkten we veel samen met Portugese, Duitse, Hongaarse en natuurlijk Franse collega’s.”
Snel op de ‘plaats delict’
Hij vertelt hoe het toezicht in de praktijk plaatsvindt. “Je zit op een locatie, bij de Olympische Spelen was dat bijvoorbeeld het Stade de France, waar de atletiekwedstrijden plaatsvonden. Een tv- of radiozender meldt zich bij je voor een zogeheten ‘test & tag’: wij controleren de vergunning en testen of de apparatuur op de juiste frequenties staat en veilig werkt. Het apparaat krijgt een label, de tag, als bewijs dat het voldoet aan de eisen. Hiermee voorkomen we potentiële storingen.
“Heel soms moeten we handhavend optreden, bijvoorbeeld als iemand zonder vergunning uitzendt.”
De inspecteurs houden op een scherm alle frequenties nauwlettend in de gaten. Visser: “Elke frequentie is een staafje op het scherm. Sensors op de locatie houden het frequentiegebruik in de gaten. Bij een verstoring kunnen wij op het scherm snel detecteren bij welk apparaat die plaatsvindt.” Gewapend met een draagbare spectrumanalyzer gaat de inspecteur naar de ‘plaats delict’. “Zo’n meter piept steeds harder als je in de buurt van het apparaat komt dat het probleem veroorzaakt. Meestal wordt de verstoring onopzettelijk gemaakt. Bijvoorbeeld doordat een apparaat per ongeluk op de verkeerde frequentie staat ingesteld of er een technische storing is in apparatuur. Heel soms gaat het om iemand die zonder vergunning uitzendt; dan moeten we handhavend optreden.”
Een complexe klus
Waar de RDI in Frankrijk alleen optrad als toezichthouder, is de dienst in Nederland ook adviseur en de vergunningverlenende instantie. “Dat is uniek”, zegt Ballast. “Bij andere toezichtsvelden geeft bijvoorbeeld een provincie of omgevingsdienst een vergunning en ziet een inspectie toe op naleving. Bij frequenties liggen beide taken bij ons. Dat maakt samenwerken makkelijk. Wij kunnen bij het afgeven van een vergunning ook gebruikmaken van de expertise van de inspecteurs.”
In totaal is de RDI jaarlijks betrokken bij zo’n zevenhonderd evenementen in Nederland. Denk aan de Formule 1 in Zandvoort, festivals, Koningsdag, voetbalwedstrijden en concerten. Ballast: “Bij de Formule 1 bijvoorbeeld worden bijna duizend frequenties gebruikt. En dat op zo’n klein oppervlak als Zandvoort. Je snapt dat het nogal complex is om dit storingsvrij te laten verlopen.” Visser vult aan: “Als je weet hoe gecompliceerd het is om een evenement live op tv te krijgen, dan zal het je verbazen dat je überhaupt live kunt kijken.”
Leren van buitenlandse collega’s
De RDI heeft voor een Nederlands evenement nog nooit de hulp ingeschakeld van buitenlandse collega’s. Ballast: “Bij de start van de Tour de France in Utrecht in 2015 waren hier wel Franse collega’s, maar vooral om alvast kennis te maken met alle tv- en radioploegen. Wij hadden hun hulp in principe niet nodig.” Andersom had de RDI vóór Parijs ook alleen geassisteerd bij de Olympische Spelen in Londen in 2012. “Buiten Europa worden we niet gevraagd. Dus ook in 2028 in Los Angeles zal onze hulp niet nodig zijn.”
“We gebruiken allemaal dezelfde techniek, maar de manier van werken kan verschillend zijn.”
Visser geniet van de buitenlandse ‘uitstapjes’. “De wedstrijden zien wij ook alleen maar op tv, maar de samenwerking met buitenlandse collega’s is superinteressant. We gebruiken allemaal dezelfde techniek, maar de manier van werken kan verschillend zijn. De apparatuur, de bediening, de processen – daar leer je van. De Fransen hadden nu bijvoorbeeld wat extra budget gekregen om meetvoertuigen te bouwen. Wij hebben er ook een aantal, maar die van hen waren echt state of the art. Daar duik je dan dieper in: waarom heb je bijvoorbeeld voor die apparatuur gekozen en welke software gebruik je? Ieder land heeft wel zijn eigen specialisme; wij werken bij metingen bijvoorbeeld veel met glasvezelverbindingen, die zijn stabiel en snel.”
Van de Spelen naar Sinterklaas
De zomer is voorbij en daarmee zitten de grote evenementen er voor Ballast en Visser ook weer even op. “De meeste vinden plaats in de periode van maart tot en met september. De eerstvolgende? Dat is waarschijnlijk de intocht van Sinterklaas.”