Verspilling van zorggeld is een bedreiging voor betaalbare en toegankelijke zorg. Door toezicht op goed bestuur en professionele bedrijfsvoering, voorlichting én kennisdeling, houdt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de zorg betaalbaar. Sinds kort gebruiken ze daarbij het barrièremodel – een middel om criminele bedrijfsprocessen in kaart te brengen. Dat ook goed blijkt te werken om oneigenlijk gebruik van zorggeld te bestrijden.

De grootaandeelhouder op afstand, een franchise-constructie of een stichting administratiekantoor. Hopelijk ben je niet afgehaakt na het lezen van deze juridische termen. Ook mensen die er verstand van hebben, snappen die vaak niet helemaal. Toch gebruiken ook zorginstellingen deze constructies. Het risico? Geldstromen zijn lastiger te volgen, zowel voor interne als externe toezichthouders. Hierdoor kan zorggeld ongezien weglekken, zo blijkt uit het Fenomeenonderzoek complexe juridische structuren van zorgaanbieders, door de NZa.

“Complexe juridische structuren hangen te vaak samen met zorggeld dat oneigenlijk wordt gebruikt, daarom willen we ze éxtra in de gaten houden.”
Complexe structuren zijn niet per definitie malafide. Joep Beckers, manager Toezicht Zorgaanbieders bij de NZa: “Veel zorg wordt uit verschillende potjes gefinancierd. Organisatorisch kan het dan ook handig zijn om die geldstromen op te delen. Ook groeien veel organisaties in de loop van de tijd, waardoor onbedoeld complexe structuren kunnen ontstaan. Soms helpt een complexe juridische structuur ook om risico’s te spreiden. Stel, je doet een risicovolle ICT-investering, dan is het logisch om die financieel los te trekken van de zorgkosten. Toch zien we in deze structuren te vaak dat zorggeld oneigenlijk wordt gebruikt, bijvoorbeeld door zorg te declareren die niet is geleverd. Daarom willen we deze structuren éxtra in de gaten houden.”
Versperringen opwerpen
Het barrièremodel, geregeld ingezet voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit (zie kader), leek ook voor de NZa een handig hulpmiddel om gestructureerd de verspilling van zorggeld te voorkomen. “In de criminele context is het een bewezen effectief model, omdat het veel inzicht geeft in malafide bedrijfsprocessen”, stelt Beckers. “Ook wij kunnen er stap voor stap mee in kaart brengen welke organisaties betrokken zijn bij de ontstaansgeschiedenis en het bestaan van een zorginstelling. Van de bank die financiering verleent tot de zorgverzekering die zorggeld uitkeert.”
“Tijdens een digitaal symposium, waar ontzettend veel animo voor was, hebben we met allerlei stakeholders besproken welke barrières zij op zouden werpen.”

Om hun barrièremodel te ontwerpen, ging de NZa in gesprek met de verschillende stakeholders die betrokken zijn bij het onderwerp. Dat zijn bijvoorbeeld banken, notarissen, accountants, zorgverzekeraars/ zorgkantoren en gemeenten. Karina Raaijmakers, directeur Toezicht en Handhaving bij de NZa: “Tijdens een digitaal symposium hebben we met deze partijen besproken welke barrières zij zelf zouden kunnen opwerpen. Met andere woorden: wat zij kunnen doen om het kwaadwillende partijen moeilijker te maken om zorggeld oneigenlijk te gebruiken.”
Input ophalen
Dat zo’n online symposium met stakeholders goed werkt, bleek al uit de grote animo ervoor. “We moesten de inschrijving zelfs sluiten. Niet iedereen kon meedoen”, vertelt Raaijmakers. Ook inhoudelijk leverde het veel op. Alle input is nu verwerkt in het model, nu moeten er nog acties aan verbonden worden. De belangrijkste input zetten Beckers en Raaijmakers alvast op een rij:
1. Informatie delen
“Vooral banken gaven aan dat zij veel opvallende zaken zien bij kredietaanvragen van zorginstellingen. Dan is het bijvoorbeeld onduidelijk waar startgeld of overige financiering vandaan komt. Voor banken, en voor ons, is het de vraag in hoeverre banken die informatie met ons mogen delen. Dit is terecht een beladen onderwerp, want je loopt al snel het risico dat je de partijen die het wél goed doen in de verkeerde hoek duwt. Als banken dus signalen over zorginstellingen delen, moet dit heel zorgvuldig gebeuren, natuurlijk ook passend binnen wet- en regelgeving. Maar gezien de waarde die deze informatie over-en-weer kan hebben, gaan we dit wel verkennen.”
2. Toetredingsdrempels
“Tijdens het symposium zijn verschillende suggesties gedaan om het moeilijker te maken om een zorgorganisatie op te richten. Nu zijn er veel partijen die toetreden, snel winst maken, na overtredingen stoppen en onder een andere naam een doorstart maken. Er is al wel wetgeving in de maak die toetredingsdrempels moet opwerpen. Wij zijn en blijven nauw betrokken bij de totstandkoming van de meld- en vergunningplicht waardoor bijvoorbeeld de IGJ en wij beter zicht krijgen op toetredende zorginstellingen. Ook denken we mee over de vraag wanneer en hoe afgegeven vergunningen indien nodig weer kunnen worden ingetrokken.”
3. Meer expertise
“Het vergt expertise en ervaring om de risico’s bij bepaalde bedrijfsstructuren goed in te schatten of überhaupt te ontdekken. Dit punt gaven vooral accountants aan. Zeker startende accountants hebben nog niet altijd genoeg vlieguren gemaakt om complexe juridische structuren te doorzien. Daarom kijken we bijvoorbeeld hoe wij als NZa een bijdrage kunnen leveren aan hun opleidingen. Dit geldt niet alleen voor accountants, maar ook voor notarissen, banken, gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren.”
Een veelkoppig monster
Of Beckers en Raaijmakers het barrièremodel ook aanraden voor andere toezichthouders? “Zeker als je een manier zoekt om systematisch een veelkoppig monster aan te pakken”, stelt Raaijmakers. “Waar wij wel tegenaan liepen, is dat het model van oorsprong vooral binnen de harde criminaliteit wordt gebruikt. Daardoor sluit de taal nog niet helemaal aan bij de zorg. Het was voor ons dus zoeken naar de juiste toon.
“We raden het barrièremodel zeker aan als je een manier zoekt om systematisch een veelkoppig monster aan te pakken.”
Daarnaast is ook de inhoud een uitdaging: voor welke barrières kies je, zodat je het ‘de kwaden’ inderdaad moeilijk maakt maar ‘de goeden’, die het overgrote deel uitmaken, er niet onder lijden?” Zo kan een interventie uit het model mogelijk administratielast met zich meebrengen. Beckers: “In de zorg is die last al hoog, we willen zorgaanbieders dus zoveel mogelijk ontzien en voorkomen dat de goedwillende zorgaanbieders veel informatie moeten vastleggen.”
Verder is het barrièremodel vooral een startpunt. Beckers: “Juist omdat dit vraagstuk betrokkenheid van veel partijen vraagt, zullen we de komende tijd in gesprek blijven en gezamenlijk onderzoeken welke interventies echt kansrijk zijn.”
Een laatste tip
Mocht een andere toezichthouder met een barrièremodel aan de slag gaan, dan heeft Beckers nog een tip. “Vul het samen met alle betrokken stakeholders en ondertoezichtstaanden in, die laatsten hebben wij in het voortraject betrokken door met twee brancheverenigingen in gesprek te gaan. Het werkt namelijk niet als je met alleen een groep toezichthouders of inspecteurs barrières gaat bedenken. Zeker niet omdat je wilt dat stakeholders ook een deel van die barrières opwerpen. Om met stakeholders op een lijn te blijven, willen wij symposia blijven inzetten. Als je die digitaal houdt, is de drempel laag en de opkomst hoog. En daarmee hopelijk ook de impact van dit barrièremodel.”
Het CCV begeleidt publieke en private partijen bij het uitwerken van criminele bedrijfsprocessen in een barrièremodel. Zelf aan de slag met een barrièremodel? Dat kan op www.barrieremodellen.nl. Omdat het een website is voor professionals, dien je wel eerst een account aan te maken.
Wat is een barrièremodel precies?
Een manier om een crimineel of ongewenst bedrijfsproces, zoals illegale asbestverwijdering, in kaart te brengen. Het maakt in een oogopslag duidelijk welke stappen een crimineel moet zetten om een delict te plegen en welke partijen en omstandigheden dat mogelijk maken. Per stap identificeer je onder welke omstandigheden delicten zich voordoen, welke signalen je kunt oppikken en welke facilitators erbij betrokken zijn. Per stap kijk je vervolgens welke barrières er zijn op te werpen om criminele acties te voorkomen. Het model is ook in te zetten voor bedrijfsprocessen die niet per se crimineel zijn, zoals nu bij de NZa.