Ga naar de inhoud

Toekomstonderzoek bij de NVWA: van signalen naar scenario’s

Als je vijf jaar geleden had geweten dat de wereld zou worden opgeschud door oorlog en geopolitieke spanningen, had je dan dezelfde keuzes gemaakt? Zulke onverwachte wendingen zijn dé reden waarom de NVWA toekomstonderzoek zo serieus neemt. Jasmina Tepić en Femke Sikkema delen hun kennis en ervaringen met het scannen van trends, het ontwikkelen van scenario’s en het toekomstbestendig maken van toezicht.

Vraagtekens aan ene kant en pijlen dezelfde kant op aan de andere kant

Van steeds meer ruimte voor de wolf tot nieuwe inzichten over de intelligentie van octopussen en onderzoek naar wat garnalen en insecten nu precies kunnen voelen. Hoe we als samenleving tegen dieren aankijken, verandert razendsnel. Zo krijgen huisdieren telkens weer een andere status en herpositioneren dierentuinen zich meer in het belang van de dieren. Ook klinkt er steeds luider een roep om rechten voor dieren.

“Toekomstonderzoek levert geen voorspellingen, maar verruimt het denken over mogelijke scenario’s, risico’s en kansen.”

Het zijn dit soort signalen waar het toekomstteam van de NVWA mee werkt. “Wij begeleidden vorig jaar het team van publieke belang dierenwelzijn in een toekomstverkenning binnen een visietraject”, vertelt Sikkema. “Deze signalen geven een bredere maatschappelijke verschuiving aan van hoe we naar de positie van het dier in onze samenleving kijken: van dier ten dienste van de mens naar dier dat er voor zichzelf mag zijn. Dat leidde tot de visie op toezicht voor dierenwelzijn: ‘Een dierwaardig bestaan voor elk dier, altijd’.” Die ambitie is vervolgens vertaald naar concrete keuzes en gesprekken in toezicht.

Waarom toekomstonderzoek?

Als inspectie wil de NVWA wendbaar zijn en meebewegen in een wereld die VUCA is: volatile (onvoorspelbaar), uncertain (onzeker), complex en ambiguous (dubbelzinnig) is. Omgaan met onzekerheid vraagt om reflectie en het anticiperen op meerdere mogelijke toekomsten. Toekomstonderzoek levert dan ook geen voorspellingen, maar verruimt hoe toezichthouders denken over mogelijke scenario’s, risico’s en kansen.

Het toekomstteam

Met hun onafhankelijke positie staat het team buiten de operatie en waan van de dag en kan het de teams scherpe vragen stellen. Sikkema: “Een wendbare organisatie kijkt naar buiten en kan duiden welke veranderingen er op ons af komen en welke mogelijke impact deze kunnen hebben. We willen al onze collega’s uitdagen om open te staan voor andere perspectieven en te switchen tussen verschillende mogelijke toekomsten.”

Belangrijke instrumenten

Om vooruit te kijken, zet het team verschillende tools in. Daarbij is trendanalyse de basis. Door trendsignalen structureel te verzamelen, te duiden en analyseren, kom je nieuwe trends op het spoor. Voor specifieke vragen vanuit de organisatie zetten ze meer methoden in:

  1. Scenarioplanning: “We verkennen breed de trends en onzekerheden met interne en externe stakeholders”, vertelt Tepić. “Die vertalen we naar toekomstscenario’s: vier omgevingsscenario’s die voortkomen uit de trends en ontwikkelingen die we nu zien. In impactsessies onderzoeken teams wat die scenario’s betekenen: wat vraagt dit van ons toezicht, aan welke criteria moet ons toezicht voldoen om in alle scenario’s robuust te zijn, en hoe kunnen we meebewegen? Zo bepalen we welke maatregelen in elk scenario verstandig zijn.”
  2. Causal layered analysis: “Deze methode is een andere vorm om grip te krijgen op de toekomst. We kijken daarbij naar onderliggende krachten die verandering stimuleren en remmen, én naar de wereldbeelden, verhalen, mythen en metaforen die bepalen hoe we de werkelijkheid vormgeven. Zo analyseren we nu de groene transitie in Europa: de overstap naar een duurzame economie met minder uitstoot en meer hernieuwbare energie. We zagen hoe het dominante verhaal over die transitie verschoof: van een focus op verduurzamen om het klimaat te redden, naar strategische autonomie – het minder afhankelijk zijn van andere landen –, energiezekerheid en weerbaarheid.”
  3. Futures triangle: “Zetten we in als de gewenste toekomst al heel helder is”, vertelt Sikkema. “We kijken dan naar de push of the present (trends en ontwikkelingen) en de weight of the past (erfenis uit het verleden). Zo ontstaan scenario’s van behoudend tot vooruitstrevend. Neem tabaksontmoediging. De gewenste toekomst is een rookvrije generatie. Pushfactoren zijn regelgeving, maatschappelijke steun, technologische alternatieven en toenemende zorgkosten. Tegelijk houden gewoontes en sociale rituelen, belangen zoals die van de tabakslobby en accijnsinkomsten en historische beeldvorming (‘roken is stoer en ontspannend’) verandering tegen.”
  4. Cross-impactanalyse: “Met deze methode onderzoek je de onderlinge relaties tussen trends: hoe ze elkaar versterken of verzwakken, en welk ‘dominosteentje’ de rest in beweging zet. In de zuivelsector onderzochten we bijvoorbeeld of vooral veranderend consumentengedrag, verduurzaming of nieuwe technologie het meest bepalend zijn voor de toekomst van de hele keten. Zo wordt duidelijk wat de kernonzekerheden zijn voor de mogelijke toekomsten die we verbeelden in scenario’s.”

Toekomstonderzoek in toezichtland

Binnen het toezicht ontstaan steeds meer initiatieven om trend- en toekomstonderzoek vorm te geven en de organisatie te ondersteunen in wendbaar toezicht. De NVWA werkt er sinds drie jaar met een speciaal team aan. Samenwerking binnen toezicht op dit gebied is nog niet structureel, al onderhoudt de NVWA hierover wel contact met onder meer de Inspectie Leefomgeving en Transport, het RIVM, het Nationaal Cybersecurity Centrum en Defensie. Binnen de rijksoverheid, gemeenten en uitvoeringsorganisaties is toekomstonderzoek al verder ontwikkeld.

Ambities

Het team heeft de ambitie om méér thema’s op te pakken. Dat lukt binnenkort beter, omdat het team groeit. “Dat geeft ruimte om ook grotere overkoepelende thema’s op te pakken, zoals geopolitieke ontwikkelingen en post-truth: wat gebeurt er als het vertrouwen in wetenschap en overheid verder afneemt? En welke rol speelt AI hierin?”, vertelt Tepić.

“Scenarioplanning helpt ons creatief na te denken over nieuwe mogelijkheden voor toezicht.”

“Verder willen we ontwikkelen naar een ‘toekomstgeletterde organisatie’. Dat houdt in dat we ons bewust zijn van dominante narratieven die besluitvorming vormgeven. En dat we openstaan voor andere perspectieven en scenario’s”, vult Sikkema aan.  Ook willen ze meer aandacht besteden aan de signaleringsfunctie binnen de organisatie. Daarvoor houden ze een trendradar bij: een tool waarin signalen die teams binnen de NVWA opvangen worden vastgelegd. De signalen worden in de trendradar gekoppeld aan bredere trends. “Hierdoor krijgen teams overzicht en ruimte om vooruit te denken. Uit de analyse komen strategische vraagstukken naar voren die we binnen de organisatie agenderen.”

Lees ook:

Geleerde lessen

Aan andere toezichthouders geven Tepić en Sikkema mee: Het is belangrijk om jezelf de basis van het vakgebied en de manier van denken eigen te maken. Vervolgens kun je zelf experimenteren en aanpassen aan waar de organisatie staat. “Belangrijk is dat je collega’s toekomstonderzoek zelf ervaren”, zegt Sikkema. “Dat kan door zelf aan de slag te gaan met signalen en scenario’s, zoals veel teams nu doen. Of heel letterlijk zelfs, zo hebben we een team eens voorwerpen uit de toekomst laten ontwerpen. Dat maakt de toekomst tastbaar.”

“Maak je de basis van toekomstonderzoek eigen, dan kun je zelf experimenteren en aanpassen aan waar je organisatie staat.”

Daarnaast benadrukken beiden: zorg dat er tijd en ruimte is. Ook kunnen ambassadeurs – enthousiaste collega’s – helpen het gedachtegoed verder te verspreiden. Tepić: “Let er bovendien op dat je naast vraaggestuurde onderwerpen óók meer abstracte thema’s waar de organisatie niet meteen vragen over heeft, oppakt. Zoals wij nu van plan zijn met post-truth. Juist dat helpt toezichthouders om buiten de waan van de dag te kijken en blinde vlekken zichtbaar te maken.”

Lees ook: