Ga naar de inhoud

Toezicht na de verkiezingen: welke kant gaat het op?

Niet vaak schrijven politieke partijen zóveel over toezicht in hun verkiezingsprogramma’s als dit jaar. Bureau Inspectieraad zette in een quickscan de verschillende standpunten onder elkaar. Sanne Slegtenhorst en Jan van Dommelen, beiden strategisch adviseur bij Bureau Inspectieraad, lichten de opmerkelijkste trends uit de programma’s toe.

Rode potloden

“We zien natuurlijk per partij stokpaardjes voorbijkomen”, stelt Slegtenhorst. “Zo hebben het meer Europa-minded GroenLinks en D66 het als enige over internationaal toezicht.” Maar er zijn vooral ook veel overeenkomsten tussen de programma’s. En die geven een indicatie van de richting waarin toezicht zich na de verkiezingen gaat bewegen. Slegtenhorst en Van Dommelen zetten de vier belangrijkste op een rij.

“De politieke partijen noemen samen meer dan 100 gebieden waarop meer toezicht moet komen.”

1. Veel meer toezicht

Over een ding zijn alle partijen het eens: er moet meer toezicht komen. “In alle partijprogramma’s samen staan meer dan honderd onderwerpen waarop de politieke partijen toezicht willen”, vertelt Van Dommelen. “Dat is een groot verschil met vier jaar geleden toen de partijen er allemaal nog weinig over schreven. Nu gaat 90 procent van de toezichtgerelateerde punten over de toename ervan.”

De meeste onderwerpen worden maar een keer genoemd, maar meerdere partijen willen meer toezicht op:

Jan van Dommelen
Jan van Dommelen
  • Dierenwelzijn, vooral in slachthuizen
  • Digitalisering en privacy
  • Bestrijding van arbeidsdiscriminatie en racisme
  • Aanpak van afvaldumpingen in de natuur
  • Uitzendbureaus, vooral de behandeling van arbeidsmigranten
  • Financiële producten

“Dit zijn duidelijk ingewikkelde onderwerpen, die het afgelopen jaar vaak in het nieuws waren”, stelt Slegtenhorst. “Steeds meer partijen zien toezicht als een middel voor de aanpak van die problemen.”

Sanne Slegtenhorst
Sanne Slegtenhorst

“Dat de politiek hiervoor kiest, heeft twee mogelijke verklaringen”, stelt Van Dommelen. “Eerst een negatieve: de politiek wantrouwt de prioriteiten die inspecties zelf stellen. Door bestuurlijk te bepalen waarop toezicht moet worden gehouden, willen ze een grotere vinger in de pap hebben. Daartegenover staat een positieve verklaring: de politiek ziet toezicht als een manier om grote maatschappelijke problemen in kaart te brengen. De aanpak van die problemen kan daarna dan alsnog bestuurlijk in plaats van via toezicht zijn.”

2. Nieuwe toezichthouders

Veel politieke partijen willen nieuwe toezichthouders in het leven roepen. “Ook voor toezichtsgebieden die nu al zijn ondergebracht bij toezichthouders”, vertelt Van Dommelen. “Zo wil D66 een inspectie voor onderwijs en kinderopvang en ChristenUnie voor migratie en integratie.”

Veel politieke partijen willen nieuwe toezichthouders in het leven roepen.

Hoe waarschijnlijk het is dat bovenstaande toezichthouders er komen, is niet te voorspellen. Maar dát er nieuwe toezichthouders komen, is volgens Slegtenhorst best waarschijnlijk. “Bij grote maatschappelijke onrust gebeurde dat de afgelopen jaren al. Kijk maar naar de recent opgetuigde Inspectie Belastingdienst.”

3. Onafhankelijke toezichthouders

De politieke partijen hechten ook veel waarde aan onafhankelijke toezichthouders. Zo wil het CDA de onafhankelijkheid van rijksinspecties wettelijk vastleggen. D66 wil hetzelfde, maar dan voor de Omgevingsdiensten. Verder benadrukken veel partijen de onafhankelijkheid van specifieke toezichtsgebieden. De PvdA doet dat voor de inspecties op slachthuizen, de ChristenUnie voor toezicht op ons verkiezingsproces en de Partij voor de Dieren voor toezicht op de bescherming van klokkenluiders.

In bijna alle verkiezingsprogramma’s klinkt de roep om een nieuwe toezichthouder voor digitalisering.

“Dit zijn hoopvolle geluiden voor toezichthouders. Je kunt eruit afleiden dat onafhankelijk toezicht belangrijk wordt gevonden”, stelt Van Dommelen. “Want hoe meer het toezicht wordt ingezet voor bestuurlijke problemen, hoe groter het gevaar dat toezicht een verlengstuk van dat bestuur wordt. Met duidelijke wetten en regels over onafhankelijkheid voorkom je dat.”

4. Een digitale waakhond

Tot slot: uit bijna alle verkiezingsprogramma’s klinkt de roep om een nieuwe toezichthouder voor digitalisering. Of specifieker: voor algoritmen. VVD, D66 en SGP willen zo’n algoritmewaakhond. Het CDA en de ChristenUnie wensen er een voor het wat bredere ‘digitalisering’. En de PvdA zet erop in dat alle toezichthouders meer budget en middelen krijgen voor toezicht op digitale diensten. Van Dommelen: “Het zou ons dan ook niks verbazen als er na de verkiezingen een speciale toezichthouder voor algoritmen komt. En ook als die er niet komt, zullen inspecties dit jaar al meer aandacht gaan schenken aan toezicht op digitale diensten.”