Nudgen, namen en shamen – toezicht zit vol met gedragsinterventies. Kennis over gedrag is er genoeg, maar wordt die wel goed in de praktijk gebracht? In het bedrijfsleven en bij de overheid nog niet, stellen gedragsexperts Joyce Croonen en Liza Luesink. Daarom bieden ze handvatten met hun boek ‘Duwtje in de juiste richting: Ontdek de wereld van gedragsverandering met 16 bewezen technieken’. Zijn die tips ook toepasbaar binnen toezicht?

Een boek dat alle kanten op gaat, dat leg je meestal weer snel naast je neer. Dat is gelukkig anders bij ‘Duwtje’. Een boek dat je weliswaar letterlijk van alle kanten moet bekijken – de tekst staat soms ondersteboven of zijwaarts – maar dat je niet snel weglegt. Deze vorm verraadt meteen het speelse karakter van dit boek dat over serieuze zaken gaat. Namelijk: hoe bedrijven en de overheid effectief hun consumenten en burgers een duwtje in de juiste richting kunnen geven.
Alles per vier

Joyce Croonen
Met de belofte dat het simpeler is dan je denkt, presenteren Croonen en Luesink hun zelfontwikkelde ‘Duwtje-gedragsmodel’. Een model dat ze ook vanuit hun gedragsbureau voor opdrachtgevers toepassen. Deels gebaseerd op bekende en nieuwe inzichten uit de sociale wetenschap, en deels op hun ervaringen uit de praktijk. Pas als lezer wel op voor enige verwarring: het boek beschrijft zowel het Duwtje-gedragsmodel, als de Duwtje-werkwijze. Het model gaat om het draaien aan vier knoppen. De werkwijze om vier stappen en hoe je aan die vier eerder genoemde knoppen draait.
Je wordt als lezer aangesproken en meegenomen. Met simpele oefeningen word je je bewust van je eigen gedrag en denkwijzen.
Aan de knoppen draaien
Voor het model zelf hebben Luesink en Croonen zestien psychologische technieken gegroepeerd onder vier knoppen waaraan je kunt draaien. Namelijk: gemak, weerstand, normen en motivatie. Per knop lees je over gedragstechnieken die invloed hebben op dit thema. Een voorbeeld bij de knop gemak is de techniek ‘snelle verwerking’. Als we informatie makkelijk kunnen verwerken, onthouden we die beter en staan we er positiever tegenover. Dit bereik je bijvoorbeeld met makkelijk leesbare lettertypes, concrete formuleringen en bijpassende kleuren en beelden.
Het model dat de twee bespreken is ook zeer toepasbaar voor toezichthouders.
Voor de meeste lezers binnen toezicht die bekend zijn met gedragsinterventies, zal dit deel van het boek een feest van herkenning zijn. En dan ook nog eens eentje waar wellicht al bekende concepten duidelijk gegroepeerd staan, wat weer tot nieuwe inzichten kan leiden. De auteurs geven daarnaast bij elke psychologische techniek nog een Google-tip zodat je er zelf meer over kunt opzoeken. Dit is dan voor de echte doorpakkers, want het boek zelf gaat al best diep en met behulpzame voorbeelden in op elke techniek.
Makkelijkste stappen?
Voor de toepassing van het model – de Duwtje-werkwijze. – moeten we het boek omdraaien en aan de andere kant beginnen. Dit deel bestaat uit vier stappen: exploreren, analyseren, creëren en evalueren. Na de meer theoretische uitleg over het model voelt dit andere deel van ‘Duwtje’ meer aan als een workshop-in-boekvorm. Je begint de vier stappen met het bepalen van het gedragsprobleem, en eindigt na stap vier met een creatieve oplossing. Voor toezichtsprofessionals die met gedragsbeïnvloeding bezig zijn, kan deze methode een handig nieuw instrument zijn om gedragsinterventies in te zetten. Zeker omdat deze begrijpelijk en stapsgewijs wordt uitgelegd.
Duwen binnen toezicht
De twee schrijvers hebben zelf hun eerste gedragsstappen gezet bij de Belastingdienst, waar ze het Behavioural Insights Team opzetten. Dat belooft veel goeds voor de toepasbaarheid van hun inzichten in de toezichtpraktijk. In het boek komt ook meteen een casus van de Belastingdienst ter sprake. Verder hoef je geen concrete voorbeelden vanuit toezichthouders te verwachten. Zo staan er in het hart van het boek zes voorbeelden. Vier ervan gaan over bedrijven. De laatste twee gaan over werk dat de auteurs deden voor respectievelijk de gemeente Zutphen en de Rijksoverheid.
Voor toezichtsprofessionals die met gedragsbeïnvloeding bezig zijn, kan deze methode een handig nieuw instrument zijn om gedragsinterventies in te zetten.
Is dat gebrek aan toezichtsvoorbeelden een nadeel? Wij denken van niet, het model dat de twee bespreken is duidelijk ook toepasbaar voor toezichthouders. Want ook zij proberen – net als overheden en commerciële partijen – hun doelgroep een duwtje in de juiste richting te geven. En de technieken hiervoor zijn ook in de context van het toezicht even effectief: makkelijk leesbare lettertypes, vooraf weerstand erkennen, de autoriteit van de afzender benadrukken. Om maar enkele van de gedragstechnieken uit dit boek te noemen.
Conclusie
Oké, op het eerste oog is dit misschien een wat verwarrend boek met de vier stappen, vier hindernissen, vier knoppen en zestien bewezen technieken – terwijl je het boek van tijd tot tijd op z’n kop of zij moet houden. En dat alles zónder index om begrippen en technieken makkelijk terug te vinden in de 327 pagina’s. Maar schijn bedriegt. Juist de vormgeving, soepele schrijfstijl en bovenal interessante inzichten over gedragsverandering maken dit boek een leeswaardig naslagwerk en hulpmiddel voor de toezichtprofessional.