Ga naar de inhoud

Wink Wink: Nudging voor gevorderden

Nudging is hot, maar er bestaan veel misverstanden over. Daarom vond hoogleraar psychologie Denise de Ridder de WINK-The Nudge Conference die op 23 en 24 juni plaatsvond in Utrecht een verademing. Ze vertelt erover in deze gastcolumn.

“Nudge is een buzz-woord. Op ministeries, bij gemeenten en aan de universiteit praten mensen over de potentie van nudges om het gedrag van burgers te beïnvloeden. Ook bedenken zij allerlei experimenten voor de praktische toepassing ervan. Iedereen heeft er een mening over: you love it or you hate it.

Grappige titel

Voor een deel komt dat door het gebruik van de term ‘nudge’, naar het boek dat Thaler en Sunstein – naar verluidt – ooit indienden onder de titel ‘keuzearchitectuur’. De uitgever veranderde dat in Nudge met het oog op de verkoopcijfers. De grappige titel maakte van het boek een bestseller, maar toch heeft niet iedereen het gelezen. Zo werd ik laatst gebeld door een consultant die mij wilde spreken, omdat hij een nudge-cursus wilde opzetten. En passant noemde ik het boek van Thaler en Sunstein in ons gesprek. “Wie zijn dat?” vroeg hij mij, waarna ik maar opgehangen heb.

“Iedereen heeft een mening over nudging: you love it or you hate it.”

Opwinden over manipulatie

Naast mensen die ‘de klok hebben horen luiden’, zijn er ook mensen die wel weten wat met nudges bedoeld wordt, maar die zich enorm opwinden over ‘het gemanipuleer van overheden’. Die vinden dat overheden de burgers hun vrije keuze ontnemen, zoals bijvoorbeeld rechtsgeleerde Paul Frissen. Zo’n standpunt past echter niet bij recente opvattingen in de wetenschap. Daaruit blijkt juist dat je autonomie beter kunt zien als de mogelijkheid om te kiezen in overeenstemming met je persoonlijke waarden, dan als totale keuzevrijheid.

Congres verademing

Aan opinies over nudges geen gebrek, maar een serieuze discussie? Ho maar! Voor mij was het dan ook een verademing om met 300 gelijkgezinden bij elkaar te komen tijdens de WINK-The Nudge Conference. Twee dagen praten over de mogelijkheden van nudges in beleid dat wèl rekening houdt met hoe mensen denken en beslissen. Dat deden we samen met juristen, psychologen, economen, ethici, vertegenwoordigers van ministeries, de EU, de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) en ‘praktijkmensen’ uit binnen- en buitenland.

Voordeel van nudges

Het was inspirerend en nuttig om in alle rust over de innovatieve potentie van nudges te praten met een goed geïnformeerd multidisciplinair gezelschap. Hier kwamen fundamentele kwesties aan de orde, zoals bijvoorbeeld hoe we erachter kunnen komen wat mensen echt willen. Bijvoorbeeld door na te gaan of het gaat om wat ze willen doen of wat ze willen zijn. Alleen dan doen nudges ook wat ze beloven: het gemakkelijker maken voor mensen om zich te gedragen in overeenstemming met hun persoonlijke doelen (maar die ze vaak vergeten als het erop aan komt).

“De overheid kan haar voordeel doen met nudges door effectiever èn vriendelijker te communiceren met burgers”

Denise de Ridder

Ook kwam bij monde van David Halpern, de baas van het Behavioral Insights Team UK, aan de orde hoe de overheid haar voordeel kan doen met nudges door effectiever én vriendelijker te communiceren met burgers. Effectieve communicatie hoeft niet op gespannen voet te staan met een vriendelijke bejegening. Beide gaan volgens hem juist goed samen.

Wetenschappers en beleid

Een ander hoogtepunt was de workshop waarin adviseurs van de EU een lans braken voor nudges als innovatief instrument om beleid te maken. Robert Madelin, kopman van een Europese organisatie van politiek-strategisch consultants, deed enkele kernachtige uitspraken: “Gebruikers van nudges beschuldigen van paternalisme is zelfgenoegzaam conservatisme. Er is geen ontwerpvrije wereld. Nudges beschuldigen van inefficiëntie is reactionair interventionisme. Als de oude manieren hadden gewerkt, zouden we dat nu wel weten.” Maar het allerbeste van de hele conferentie was dat wetenschappers en beleidsmakers naar elkaar luisterden. Zodat wetenschappers hun kennis kwijt konden aan beleidsmakers, die op hun beurt beter snapten hoe en waarom nudges werken.”