Ga naar de inhoud

Bewapening boa’s: “Bij goed werkgeverschap hoort goed gereedschap”

Buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) krijgen binnenkort een wapenstok als de lokale veiligheidsdriehoek – burgemeester, politie en Openbaar Ministerie – dat nodig vindt. Minister Grapperhaus komt daarmee deels tegemoet aan de langgekoesterde wens van boa’s om verdedigingsmiddelen te krijgen. Richard Gerrits, voorzitter van vakbond BOA ACP, gaat in op dat besluit en ruimt meteen een paar belangrijke misverstanden uit de weg.

Twee boa's op Schiphol met wapenstok

De incidenten zijn allang niet meer op één hand te tellen: met flinke regelmaat zijn boa’s slachtoffer van mishandeling bij het uitvoeren van hun handhavingstaken. Daarom dringen zij aan op verdedigingsmiddelen. Het geweldsincident in IJmuiden was voor veel boa’s de druppel die de emmer deed overlopen: ze gingen in staking. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid hield in eerste instantie voet bij stuk en zegde geen bewapening toe. Niet veel later ging hij deels overstag. Momenteel moet er nog per keer vooraf een aanvraag gedaan worden of boa’s met een wapenstok op pad mogen. Die toestemming wordt in de praktijk alleen bij uitzondering verleend. Er komt een proef met een nieuwe aanpak. De lokale driehoek bepaalt daarbij zelf of het nodig is dat de boa’s met een wapenstok op pad gaan. De minister toetst achteraf of die keuze terecht was.

Richard Gerrits
Richard Gerrits

Richard Gerrits, voorzitter van vakbond BOA ACP, is een pleitbezorger voor de bewapening van boa’s. ToeZine bevroeg hem over de nieuwe maatregel.

Bent u tevreden met dit besluit?

“Het is absoluut een stap in de goede richting, maar we zijn er nog niet. Dit besluit komt overigens niet uit de lucht vallen. Bewapening van boa’s staat al langer op de politieke agenda. De gesprekken met de minister verliepen voorspoedig, maar kwamen on hold te staan toen de coronacrisis uitbrak. Helaas werd het onderwerp juist door corona urgenter dan ooit. Het takenpakket van boa’s breidde uit, omdat ze de coronamaatregelen moesten handhaven. En daarmee groeide de agressie tegen de boa’s ook flink. Zij kregen nogal wat over zich heen.”

“Het is niet alsof we om pistolen vragen. Dat willen we ook absoluut niet. We willen een wapenstok en pepperspray.”

“De politie heeft het geweldsmonopolie in Nederland”, zei minister Grappenhaus op 25 mei. Wat vond u daarvan?

“De minister weet beter, hij kwam er niet voor niets op terug. Het klopt namelijk niet. Er zijn bijvoorbeeld boswachters in Nederland die bewapend zijn in gebieden waar wordt gestroopt. Bovendien: het is niet alsof we om pistolen vragen. Dat willen we ook absoluut niet. We vragen om een wapenstok en pepperspray. De politie is van de openbare orde en pakt criminaliteit aan. Boa’s zijn van de leefbaarheid, dus alles wat er op straat gebeurt. En hoe vervelend ook: dat werk op straat is niet altijd meer goed te doen zonder dat je jezelf kunt verdedigen.”

“Er zit een behoorlijk verschil in de controle van een willekeurig café om 11 uur ’s ochtends en datzelfde café om middernacht.”

Snapt u de weerstand tegen de bewapening van boa’s?

“Nee, maar ik denk dat die deels ontstaat doordat de discussie niet goed gevoerd wordt. Het beeld is dat we willen dat alle boa’s in alle omstandigheden een wapenstok en pepperspray bij zich hebben. En dat is simpelweg niet zo. We willen dat boa’s die mogelijk in een gevaarlijke situatie terechtkomen zich kunnen verdedigen. Ter illustratie: er zit een behoorlijk verschil in de controle van een willekeurig café om 11 uur ’s ochtends en datzelfde café om middernacht. In het eerste geval is het misschien niet nodig dat de boa’s verdedigingsmiddelen bij zich dragen, in het tweede wel.”

Zouden die wapens niet juist agressie kunnen oproepen bij omstanders?

“Of ze werken afschrikwekkend. Wij verwachten dat het aantal geweldsincidenten erdoor zal teruglopen. We houden uiteraard goed in de gaten hoe het uitpakt. En nogmaals: we pleiten niet voor een continue bewapening van alle boa’s. Maar in sommige gevallen kan het gewoon niet anders. Bij goed werkgeverschap hoort nu eenmaal goed gereedschap. Als je mensen de straat op stuurt, moet je ervoor zorgen dat zij de juiste middelen hebben om hun werk goed uit te voeren. Boa’s mogen vanaf nu vaker met een wapenstok op pad. Dat is hartstikke mooi. Maar wij vinden dat ze ook moeten kunnen beschikken over pepperspray.”

“Denk je dat we hen op pad sturen met pepperspray zonder dat ze weten hoe ze daarmee moeten omgaan? Natuurlijk niet.”

Het gaat in deze discussie nog weleens over het opleidingsniveau van boa’s. Vindt u dat terecht?

“Nee. Ik hoor inderdaad regelmatig het argument dat politieagenten meer recht hebben op bewapening omdat ze hoger zijn opgeleid. Maar veel boa’s zijn zelfs hoger opgeleid dan politieagenten . En denk je dat we hen op pad sturen met pepperspray zonder dat ze weten hoe ze daarmee moeten omgaan? Natuurlijk niet. Daar volgen ze een opleiding voor.”

En wat als iemand niet slaagt voor die opleiding?

“Heel simpel: dan krijgt diegene geen pepperspray mee. Er zijn trouwens ook genoeg boa’s die de wapenstok en pepperspray helemaal niet willen. Omdat ze zich er bijvoorbeeld niet prettig bij voelen. Dat mag natuurlijk ook. Maar áls je zo’n wapen wilt gebruiken, dan moet je weten wat je doet. We zijn sowieso voorstander van een proefperiode voor het gebruik van pepperspray. En we willen flinke stappen zetten op het gebied van evaluatie. Heeft iemand zijn wapenstok of pepperspray gebruikt? Dan evalueren we dat, net als wanneer de politie wapens heeft ingezet. Dat hoort bij de professionaliseringsslag die we maken. Daarmee laten we bovendien zien dat we echt niet onderdoen voor de politie.”

Reactie ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV

“Zoals de minister in zijn Kamerbrief zegt, moeten mensen met hun handen van onze agenten, hulpverleners en ook onze boa’s afblijven. Voor JenV staat voorop dat de boa zijn taak goed en veilig moet kunnen doen. Daarover heeft de minister vele gesprekken gevoerd. Met boa’s zelf, met burgemeesters (zij zijn de werkgevers van boa’s) en boa- en politiebonden. Daarop is besloten het Besluit Bewapening en Uitrusting BOA’s te verruimen op het punt van toekenning van de wapenstok. Het oordeel van de lokale driehoek (gemeente, politie, OM) zal in belangrijke mate leidend zijn in de beslissing om ook geweldsmiddelen toe te kennen, met een marginale toets van de ministerie van Jenv.”

Over het gebruik van pepperspray zegt minister Grapperhaus in de Kamerbrief het volgende:
“Tot dusverre zijn boa’s in domein I feitelijk niet uitgerust met pepperspray. Dat heeft ook een reden. Het gebruik van pepperspray kent juridische en operationele beperkingen. Zo mag op grond van de Ambtsinstructie pepperspray niet tegen groepen worden gebruikt. Ik heb aangegeven in mijn overleg met de vakbonden dat ik voor het einde van het jaar de mogelijkheden en onmogelijkheden van dit geweldsmiddel voor de boa in domein I helder in kaart zal brengen.”