Geen coronaregels overtreden, wel een boete. Het kwam de afgelopen maanden meerdere keren voor. Zo’n boete is fors, vaak minstens honderd euro. En door dat hoge bedrag krijg je automatisch een justitiële aantekening. Onrechtvaardig, vindt gastcolumnist Willem Dijsselhof. Hij onderzocht de oorzaak van die onterechte coronaboetes en bedacht een oplossing.

Met z’n vieren een gebakje eten voor de deur? Op afstand picknicken in het park met z’n drietjes of meer? Legale situaties, zou je zeggen. Maar de hoofdrolspelers in bovenstaande situaties werden de afgelopen maanden toch echt op de bon geslingerd. En ze waren niet de enigen. Er zijn voorbeelden te over van mensen die een boete kregen terwijl zij zich gewoon aan de coronaregelgeving hielden. Daarnaast werden er ook veel teréchte boetes uitgedeeld. Vooral die laatste groep eist momenteel in diverse media de aandacht op. Coronaboetes zouden in strijd zijn met de Grondwet. Of dat daadwerkelijk zo is, vind ik op dit moment minder relevant.
“Het was op zijn plaats geweest als zij een kritische vraag hadden gesteld over de praktische uitvoering van de regels.”
Want deze groep mensen hield zich niet aan de geldende regels. Het gaat mij om de mensen die zich wél keurig aan de regelgeving hielden en tóch beboet werden. Zonder dat ze iets fout hebben gedaan, hebben ze een aantekening in hun justitiële dossier. Dat hoort niet in een democratische rechtstaat.
Domino-effect

Waar zit de fout? Ik zie twee oorzaken. De eerste is dat veiligheidsregio’s de noodverordening COVID-19 niet helder genoeg hebben opgesteld. Dat heeft voor een vervelend domino-effect gezorgd. De regelgeving is namelijk vervolgens onvoldoende vertaald naar werkinstructies voor handhavers, de politie en boa’s. Die handhavers hebben op hun beurt platgezegd klakkeloos aangenomen wat hun werd voorgeschoteld en zijn op pad gegaan. Het was op zijn plaats geweest als zij een kritische vraag hadden gesteld over de praktische uitvoering van de regels.
Geen lerend systeem
De tweede oorzaak ligt wat dieper. Die zit namelijk in het systeem. In Nederland kunnen zowel het Openbaar Ministerie (OM) als politie en boa’s een strafbeschikking opleggen (zie kader). Het OM doet onderzoek naar de strafbeschikkingen die het zelf oplegt, om te zien of ze terecht zijn gegeven. Maar naar strafbeschikkingen die de politie en boa’s op straat opleggen, kijkt niemand inhoudelijk. Die bonnen gaan in de handcomputer en worden doorgestuurd naar het Centraal Justitieel Incassobureau, om daarna geheel automatisch verwerkt te worden.
Wat is een strafbeschikking?
Een coronaboete is geen gewone boete, maar een strafbeschikking. Dat betekent dat je niet alleen een boete krijgt van boven de honderd euro, maar ook een justitiële aantekening, oftewel een strafblad. Een strafbeschikking is een vonnis waar geen rechter aan te pas komt. Voorheen kon alleen het OM zulke strafbeschikkingen uitdelen, maar sinds 2008 kunnen ook politie en boa’s dit doen. Bijvoorbeeld als het gaat om dronken bestuurders, wapenbezit of diefstal. Ook de coronaboetes vallen hieronder. Bij boetes onder de honderd euro krijg je die justitiële aantekening niet.
Daar komt bij dat het strafbeschikkingssysteem niet zelflerend is. Stel dat iemand in beroep gaat tegen zijn straf en wordt vrijgesproken omdat de straf onterecht was. Dan krijgt de politieagent of boa die de straf uitdeelde dat nooit te horen. Die denkt: ik ben goed bezig. Er zit geen terugkoppeling in. Dit probleem bestaat niet pas sinds corona. Maar het komt er wel door aan de oppervlakte.
“Dit probleem bestaat niet pas sinds corona. Maar het komt er wel door aan de oppervlakte.”
Betekenis voor de handhaver
Je kunt als handhaver voorkomen dat je onterechte strafbeschikkingen uitdeelt door deze alleen te gebruiken in klip-en-klare zaken. Als er bijvoorbeeld écht geen anderhalve meter afstand wordt gehouden of wanneer andere regels overduidelijk worden overtreden. Dat betekent dat je heel goed moet weten wat er onder een strafbaar feit valt. Heeft de verdachte een redelijk verweer? Of is het niet honderd procent zeker of er regels zijn overtreden? Dan hoor je als opsporingsambtenaar een volledig proces-verbaal op te maken, zodat een rechter uiteindelijk onafhankelijk over de zaak kan oordelen.
OM: Neem je verantwoordelijkheid
Er is een oplossing, al heeft die wat voeten in de aarde. Toch is het in mijn ogen een logische: het OM moet haar rol als controlerende instantie serieuzer nemen en ook boetes van andere instanties inhoudelijk gaan bekijken. In ieder geval door middel van steekproeven. Als het OM tot de conclusie komt dat een boete onterecht is uitgedeeld, moet dit teruggekoppeld worden aan de handhaver, zodat die in het vervolg alleen nog échte overtreders beboet.
“Het OM moet haar rol als controlerende instantie serieuzer nemen en ook andere boetes inhoudelijk gaan bekijken. In ieder geval door middel van steekproeven.”
Het OM zal vast aangeven hier geen tijd voor te hebben. In dat geval moeten we onszelf afvragen of het past in onze rechtstaat om burgers hiervan de dupe te laten worden. Het systeem van strafbeschikking is bedoeld om de rechterlijke macht te ontlasten. Het OM handelt de eigen zaken af, maar dat is niet voldoende. Als je erover nadenkt, is het heel logisch: je mag niet beboet worden voor iets wat je niet gedaan hebt. Gebeurt dit wel? Dan moet je ervoor zorgen dat het niet meer voorkomt. En het kan heel goed zijn dat het OM er op dit moment de mankracht niet voor heeft. Dit zou betekenen dat er meer mensen bij moeten komen. Capaciteitstekorten mogen immers niet de rechten van burgers schaden.
Wie is Willem Dijsselhof?
Willem Dijsselhof is ervaringsdeskundige als het gaat om toezicht en handhaving. Zo werkte hij onder meer zeven jaar als afdelingshoofd milieuhandhaving bij de gemeente Arnhem. Hij was ook juridisch beleidsmedewerker bij Stadstoezicht Hoorn en hoofd handhaving openbare ruimte bij de gemeenten Almere, Enschede en Stadstoezicht Almelo. Daarnaast ontwikkelt en geeft hij cursussen en trainingen op het gebied van toezicht en handhaving. Op dit moment is hij verbonden aan VIND-Handhaving van SDU uitgevers als mede-auteur en -redacteur van deze kennisbank.