Kun je als toezichthouder doen wat je moet doen? En zo niet, trek je dan aan de bel? Evaluatie is de sleutel tot effectief toezicht, stelt voorzitter Peter van der Knaap bij het twintigjarig jubileum van beroepsvereniging Vide. “Als het middel erger is dan de kwaal, mág je daar geen genoegen mee nemen. Pak dan je rol als evaluator.”

13 mei 2000: een brand in de opslagloods van S.E. Fireworks in een Enschedese woonwijk leidt tot de vuurwerkramp. Hierbij overlijden 23 mensen, onder wie vier brandweermannen, en raken bijna duizend mensen gewond. Tweehonderd woningen blijven verwoest achter. Oudjaarsnacht 2001: in café Het Hemeltje in Volendam vat de kerstversiering vlam. De korte, hevige brand die volgt kost veertien jongeren het leven, meer dan 250 mensen raken gewond.

“Heel Nederland vroeg zich af: Waar was de overheid? Hoe kon het zover komen?”, blikt Peter van der Knaap terug. Hij is voorzitter van Vide en sinds juni 2021 directeur Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij signaleert een slingerbeweging: “Na elke ramp is er kritiek: de overheid is laks, het toezicht schiet tekort. Maar gaat het een tijd goed, dan klinkt het tegenovergestelde: de overheid moet een stap terug doen. Nederland kan toe met minder toezicht, omdat de administratieve lasten te hoog zijn. Niet voor niets is beroepsvereniging Vide opgericht na de rampen, er was behoefte aan evaluatie van toezicht.”
Een recente ‘ramp’ is de toeslagenaffaire. Zie je een parellel met Volendam en Enschede?
“Ja, vooral in de verontwaardigde reacties. Hoewel de kinderopvangtoeslagenaffaire natuurlijk wel van een heel andere orde is. En nu is het de overheid zelf die de ellende veroorzaakt. Bovendien draagt de Belastingdienst als toezichthouder nog een pet, namelijk die van uitvoerder. Wat dat betreft is het niet raar dat hiervoor nu weer apart toezicht wordt georganiseerd. Maar in essentie draaien al deze ervaringen om dezelfde vragen: kun je als toezichthouder doen wat je moet doen met de mensen en middelen die je hebt? En trek je aan de bel als dit niet lukt, of als je ziet dat maatregelen en toezicht niet het gewenste resultaat hebben?”
Hebben toezichthouders voldoende macht om iets te kunnen veranderen?
“Dat is de vraag. Het is nooit makkelijk om beleid te veranderen. Er spelen altijd meer politieke belangen: leefbaarheid, economische belangen, veiligheid, betaalbaarheid … En die zijn allemaal legitiem: het ene mag niet ten koste gaan van het andere. Maar als iets echt niet kan, dan moet je als toezichthouder voet bij stuk houden. Niet zozeer als macht trouwens, meer als tegenwicht. Zeker als het middel erger is dan de kwaal, zoals de fraudebestrijding bij de Belastingdienst, mág je daar geen genoegen mee nemen.”
Is het überhaupt mogelijk om zo’n rijdende trein te wenden of keren?
“Toezichthouders hebben van nature geen revolutionaire rol – ze moeten het beleid volgen. Gaan dingen volgens de norm? En dat kan inderdaad moeilijk samengaan met het aanjagen van verandering. Daarvoor moeten ze soms meer als evaluator hun rol pakken. En die handschoen past toezicht prima: inspecties en toezichthouders zien immers vaak als eerste waar beleidsmaatregelen verkeerd uitpakken.”
“Nudging is een mooi principe, maar als je het ondoordacht inzet, heeft het weinig zin.”
Wat is daarvoor nodig?
“De moed om aan te geven dat beleid of regelgeving niet werkt, of anders uitpakt dan gedacht, en dat vol te houden. Daarbij is het cruciaal om te evalueren. Dan zie je wat werkt en wat niet. Dat geeft onderbouwing. Als je bijvoorbeeld jaar na jaar streng handhaaft op fietsverlichting, maar de naleving verbetert niet, dan kun je natuurlijk nog strenger gaan handhaven. Maar helpen zal het niet. Beter is dan – en dat is de evaluerende rol van toezicht – dat je zegt: dit beleid moet terug naar de tekentafel. Er zijn vaak alternatieven. Je kunt bijvoorbeeld fietsfabrikanten verplichten tot LED-verlichting met duurzame stroomvoorziening. Op die manier hoeven fietsers niet langer batterijtjes te vervangen of wegwerplampjes te gebruiken. Als je kritisch blijft onderzoeken en evalueren, kom je verder. En houd je oog voor het maatschappelijk doel: bijdragen aan meer verkeersveiligheid.”
“Als je blijft onderzoeken en evalueren, kom je steeds verder.”
Het VIDE-jubileumcongres gaat over de slingerbeweging tussen de roep om hard optreden en zachte nudges. Hoe sta jij erin?
“Het beste is een weloverwogen inzet van beide: de zachte nudge voor wie een klein zetje nodig heeft en harde handhaving voor wie zich bewust en hardnekkig niet aan de regels houdt. Nudging is een mooi principe, maar als je het ondoordacht inzet, heeft het weinig zin. Beleidsmakers zijn momenteel erg gevoelig voor nudges, omdat ze denken dat het effectief en goedkoop is. En er zijn nudges die effect hebben. Zeker als mensen een klein zetje nodig hebben, bijvoorbeeld als je wilt dat ze de trap nemen in plaats van de lift of om wildplassen te voorkomen. Maar bij de inrichting van publieke ruimten en de vormgeving van aanvraagformulieren voor een vergunning of toeslag is het ook belangrijk om gedragswetenschappelijke inzichten toe te passen.”
“Waar het goed gaat, heeft een toezichthouder wel degelijk een bijdrage geleverd.”
“Goede analyse én evaluatie zijn voorwaarden voor effectieve nudges. In Rotterdam is een proef gedaan met Nijntje-verkeersborden bij basisscholen. Die bleken wel een gunstig effect op de rijsnelheid te hebben, maar weinig en kortdurend. En dat geldt dan ook voor de impact op de verkeersveiligheid. Stel dat gemeenten in heel Nederland toch overal Nijntje-borden neerzetten en meer niet: dan doe je in mijn ogen aan schijnveiligheid. Toezichthouders mogen dus vooral de grotere vraag achter overtredingsgedrag niet vergeten. Waarom doen mensen of bedrijven de dingen die ze doen?”
VIDE bestaat nu twintig jaar. Hoe kijk je naar de toekomst van de beroepsvereniging?
“Een plek als Vide is belangrijk voor toezichtsprofessionals. Om te evalueren en om elkaar informeel te spreken. Daarbij mogen we successen best wat vaker vieren. Als een sector het goed doet, klopt een toezichtsprofessional zichzelf niet op de borst. Dat begrijp ik ook. Maar tegelijkertijd: waar het goed gaat, heeft diezelfde toezichthouder wel degelijk een bijdrage geleverd. Als Vide willen we die goede voorbeelden meer delen in onze netwerken. De ‘Verkiezingen Handhaving en Toezicht’, die Vide samen met het CCV en de Samenwerkende Rijksinspecties organiseert, is een van de eerste stappen. Ik zie bij toezichtsprofessionals hoeveel energie dat losmaakt.”
Het congres bijwonen
Het Videcongres ‘Tussen harde handhaving en zachte nudge’ is op 11 november. Het ochtendprogramma bestaat uit een werkbezoek aan een toezichthouder in de Rotterdamse regio. Deelnemers staan hier stil bij verhalen en achtergronden over handhavingskeuzes. Tijdens het middagprogramma in de Van Nelle Fabriek delen verschillende sprekers hun gedachten over het thema: voormalig Eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem (voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid), Guus Schram (Hoofdofficier van Justitie van het Functioneel Parket), Edwin van Houten (directeur Consumenten ACM), Rits de Boer (Inspecteur Generaal Inspectie SZW), Meike Bokhorst (Universiteit Utrecht en Nationale Ombudsman).