De publieke omroepen werken naar aanleiding van het rapport-Van Rijn aan een veilige cultuur. Het Commissariaat voor de Media beoordeelde hun plannen. De bevindingen? Er is voortuitgang, maar het ontbreekt aan sterk leiderschap voor een duurzame cultuurverandering. Ook is de rol van de raad van toezicht onduidelijk.

‘Niets gezien, niets gehoord en niets gedaan.’ De titel van het rapport van de Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen (OGCO, de commissie-Van Rijn) over de werksituatie bij de publieke omroepen liet niets aan duidelijkheid te wensen over. Er was op grote schaal sprake van grensoverschrijdend gedrag. “De sociale veiligheid was in het geding en daarmee ook de journalistieke kwaliteit en creativiteit van medewerkers”, zegt Juliëtte van Doorn, adviseur gedrag- en cultuurtoezicht bij het Commissariaat. “Het is bekend dat gedrag en cultuur belangrijke voorspellers zijn voor het behalen van organisatie- en maatschappelijke doelstellingen.”
Daarom houdt het Commissariaat toezicht op dat gedrag en die cultuur. Maar hoe doe je dat? “We kijken onder meer naar besluitvorming, leiderschap en communicatie binnen organisaties”, aldus Ellis Karels, ook adviseur gedrag- en cultuurtoezicht bij het Commissariaat. “We beoordelen of ongewenst gedrag bij de kern wordt aangepakt. In dat kader onderzoeken we ook groepsdynamiek en factoren zoals prestatiedruk of contractkeuzes.”
Aanpakken van dieperliggende maatregelen essentieel
Na aanleiding van het rapport-Van Rijn – dat deze maand een jaar geleden verscheen – vroeg het Commissariaat voor de Media de omroepen en NPO om een plan van aanpak voor verbeteringen op te stellen. “Inclusief een gedegen risicoanalyse en zelfreflectie”, zegt Van Doorn. “Wat speelt er, waar speelt het, wat is de oorzaak en wat is je rol als bestuur en raad van toezicht? Pas als je tot in de haarvaten weet hoe de vork in de steel zit, kun je de juiste maatregelen nemen. Ook hebben we aandacht gevraagd voor reparatie. Want erkenning en nazorg aan melders zijn cruciaal voor een sociaal veilige cultuur.”
“Een meldpunt is belangrijk, maar betekent niet dat medewerkers er automatisch gebruik van maken.”
Het Commissariaat beoordeelde de plannen en publiceerde hierover in november 2024 een voortgangsrapport. Karels: “De omroepen hebben duidelijk veel moeite gestoken in het opstellen van de plannen. Daar zijn we uiteraard blij mee. Bij diverse organisaties zijn medewerkers intensief betrokken en is het gesprek over oorzaken van ongewenst gedrag op gang gekomen. Ook zijn op veel plekken organisatorische maatregelen genomen. Omroepen hebben bijvoorbeeld een HR-functie ingericht en een vertrouwenspersoon benoemd. Ook bieden ze trainingen over hoe om te gaan met grensoverschrijdend gedrag.”

De gedragsexperts van het Commissariaat voor de Media noemen het noodzakelijke initiatieven. Maar er is méér nodig om te komen tot gedragsverandering en een veilige werkcultuur, aldus Van Doorn: “Neem een meldpunt. Het is belangrijk om het te hebben, maar dat betekent niet dat medewerkers er automatisch gebruik van maken. Dat gebeurt pas als er een cultuur is waarin mensen het gevoel hebben dat ze zich vrij kunnen uiten en waarin melden loont.”
Karels vult aan: “Het is in dat kader ook cruciaal dat bestuurders duidelijk maken welk gedrag gewenst en ongewenst is. Een aantal omroepen beschrijft dit concreet, maar de meeste niet. Ook moeten ze onderzoeken welke belemmeringen gewenst gedrag in de weg staan. Prestatiedruk kan zo’n belemmering zijn.”
Leiderschap in woord en daad nodig
Bestuurders en raden van toezicht hebben zelf een voorbeeldrol, aldus Van Doorn. “Zij moeten in woord en daad laten zien dat ze de sociale onveiligheid serieus aanpakken en voorbeeldgedrag tonen. Bijvoorbeeld door medewerkers te stimuleren om meldingen te doen, meldingen goed en consequent af te handelen en daarover intern te communiceren. Dan laat je zien dat melden zin heeft, dat geeft vertrouwen. Bestuurders moeten ook reflecteren op het eigen gedrag. In de plannen zagen we geregeld staan dat bestuurders en raden van toezicht kritisch op hun eigen handelen hebben gereflecteerd, maar het is niet altijd duidelijk wat daar is uitgekomen. Een ook niet of eventuele maatregelen het gevolg zijn van die reflectie.”
“De meeste omroepen gaan in hun plannen niet in op de rol van de raad van toezicht.”
De gedragsexperts vinden het opvallend dat de plannen niet of nauwelijks ingaan op de rol van de raad van toezicht. Terwijl dat wel gevraagd was. Karels: “Hun taak is om toe te zien dat bestuurders zorgen voor een veilige omgeving. En om het bestuur aan te spreken als dat zelf ongewenst gedrag vertoont. De meeste raden agederen het wel, maar vaak is niet duidelijk hoe ze daar proactief invulling aan geven. Ze kunnen zich bijvoorbeeld laten informeren over rode draden in meldingen over ongewenst gedrag.”
Volgens Van Doorn worstelen veel raden van toezicht met het toezicht op gedrag en cultuur. Dat speelt niet alleen in de omroepwereld, zegt ze. “Het toezicht op gedrag, cultuur en sociale veiligheid als onderdeel van het bredere risicomanagement is nog in ontwikkeling.
Als Commissariaat hebben we een Zelfscan Risicomanagement ontwikkeld. Deze scan helpt mediabedrijven om risico’s te herkennen en beheersen, ook op het gebied van gedrag en cultuur. De scan bevat ook vragen die betrekking hebben op de rol van de raad van toezicht.”

Gewenst gedrag stimuleren
Het Commissariaat voor de Media heeft eind 2024 omroepen individueel een terugkoppeling gegeven op hun plannen van aanpak. Met het verzoek om de aanbevelingen te verwerken in een aangepast plan. Die druppelen nu binnen. “Daarna gaan we het gesprek aan met bestuurders en toezichthouders van elke omroep”, vertelt Karels. “Die gesprekken zijn bedoeld om nog beter te begrijpen waar omroepen staan en hoe ze zelf de voortgang monitoren. We spreken omroepen er op aan als we denken dat er meer of anders nodig is.”
“Wij delen aanbevelingen en best practices die omroepen kunnen benutten in hun veranderproces.”
Het Commissariaat wil omroepen zo nodig een duw in de goede richting geven, zegt Van Doorn. “Uit de eerste reacties op onze terugkoppeling merken we dat ze graag willen verbeteren. In ons voortgangsrapport staan aandachtspunten. Daarnaast delen wij aanbevelingen en best practices die omroepen kunnen benutten in hun veranderproces. Een veilige cultuur is zó belangrijk voor een goede uitvoering van de publieke media-opdracht. Die is alleen te bereiken met sterk leiderschap.”