Ga naar de inhoud

In acht stappen naar toezicht met maatschappelijke meerwaarde

Hoe kun je als inspectie écht maatschappelijke meerwaarde leveren? Door rekening te houden met vier perspectieven en in acht stappen een toezichtstrategie te bepalen. Dat zegt Ian Leistikow in zijn oratie als bijzonder hoogleraar ‘Overheidstoezicht op Kwaliteit en Veiligheid van de Gezondheidszorg’.

Ian Leistikow

Wie is Ian Leistikow?

Ian Leistikow is sinds 2017 bijzonder hoogleraar ‘Overheidstoezicht op Kwaliteit en Veiligheid van de Gezondheidszorg’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De vier perspectieven en de strategie ontwikkelde Leistikow voor zijn oratie in maart 2018. Daarnaast werkt Leistikow als inspecteur bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).

“Toezichthouders willen met hun werk altijd een bepaald effect bereiken”, vertelt Ian Leistikow, in het dagelijks leven inspecteur bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). “In ons geval gaat het om het bijdragen aan betere en toegankelijkere zorg. Maar ik merkte dat ik als inspecteur juist werd afgerekend op interne procesindicatoren, zoals het aantal onderzoeken dat ik uitvoer. Je kunt je afvragen of de burger daar uiteindelijk beter van wordt.”

Strategisch handvat

Leistikow onderzocht daarom wat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd moet doen om daadwerkelijk maatschappelijke meerwaarde te creëren. “Hoe kunnen we kiezen waar wij ons wel en niet op richten of bepalen welke interventies effectief zijn? Hoe kunnen we de consequenties van onze keuzes evalueren en ons hierover publiekelijk verantwoorden?” Hiervoor ontwikkelde Leistikow een model dat bestaat uit acht stappen (zie kader). “Het is een handvat om een toezichtstrategie te bepalen die aantoonbaar bijdraagt aan kwaliteit en veiligheid van zorg.”

“Hoe kunnen we kiezen waar wij ons wel en niet op richten of bepalen welke interventies effectief zijn?”

Grote eyeopener

Leistikow constateerde dat vier perspectieven de maatschappelijke waarde van overheidstoezicht op de kwaliteit van zorg bepalen. “Dat zijn de perspectieven van de patiënt, de professional, de politiek en het publiek. Sluit ons toezicht niet aan bij één van deze perspectieven, dan schieten we tekort. Het perspectief van de professional is voor inspecteurs meestal wel duidelijk. En ook patiënt en publiek zijn de laatste jaren beter in beeld gekomen. De politiek was voor mij de grote eyeopener.”

Betere zichtbaarheid

Van hogerhand kreeg Leistikow de opdracht om jaarlijks tweehonderd extra bezoeken af te leggen. “Ik vroeg me in eerste instantie af wat dat oplevert voor betere zorg. Maar toen ik het vanuit politiek perspectief bekeek, zag ik opeens hun belang van betere zichtbaarheid van inspecteurs richting stakeholders en publiek. Er zijn dus ook andere perspectieven legitiem dan enkel die van jezelf of direct betrokken partijen. Het is essentieel om daar in je werk rekening mee te houden.”

In zijn model nam Leistikow zijn eigen inspectie als uitgangspunt, maar hij meent dat ook andere toezichthouders ermee uit de voeten kunnen. “Inspecteurs kunnen zelf bepalen met welke perspectieven zij te maken hebben. Zo is dat bij de NVWA niet de patiënt, maar de consument. Vervolgens helpen de acht stappen om op een gestructureerde manier het toezicht op te zetten en meerwaarde te behalen.”

Wat zijn de acht stappen?

Dit zijn de acht stappen die Ian Leistikow in zijn model beschrijft:

  1. Expliciet maken van het bestaansrecht van de toezichthouder.
  2. Afbakenen van het risico of het probleem dat aandacht behoeft.
  3. Bepalen wie door de toezichthouder kan worden aangesproken.
  4. Bepalen welk gedrag van deze actor gewenst is om het risico of probleem te verminderen.
  5. Scherp krijgen welk uiteindelijke doel met het gewenste gedrag bereikt moet worden.
  6. Ontwerpen en toepassen van een interventie om dit gedrag te bewerkstelligen.
  7. Vaststellen van de gevolgen van de interventie.
  8. Verspreiden van de uitkomsten en geleerde lessen.

Lees meer over het model en de acht stappen in ‘The proof of the pudding – De waarde van overheidstoezicht op kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg’